• Aucun résultat trouvé

Twintig ideeën en activiteiten om cultureel erfgoed in de klas te introduceren

3. Leren over cultureel erfgoed op school

3.2. Twintig ideeën en activiteiten om cultureel erfgoed in de klas te introduceren

introduceren

“Ik wil niet dat mijn huis aan alle kanten wordt ingesloten en dat mijn ramen worden verduisterd. Ik wil dat de cultuur van alle landen zo vrij mogelijk door mijn huis wordt geblazen. Maar ik weiger erdoor te worden omvergeblazen.”

Mahatma Ghandi

Wanneer we het Culturele Werelderfgoed begrijpen, kunnen we ons beter bewust worden van onze eigen wortels en van onze culturele en sociale identiteit. Via eTwinning krijgen leer-krachten en leerlingen de kans om het erfgoed van Europa als een rijk en gevarieerd mozaïek van culturele expressie in de kijker te zetten. Dankzij eTwinning krijgen leerlingen de kans om over overtuigingen, waarden en kennis van hun voorouders en de beschavingen die ze hebben gecreëerd of waarmee ze zijn omgegaan te leren door samen te werken met hun leeftijdsgenoten van de andere landen. Ze kunnen standpunten uitwisselen, debatteren en leren over het culturele erfgoed van Europa. Door de mogelijkheden op het vlak van interna-tionale samenwerking kan eTwinning een belangrijke rol spelen bij het beschermen van de enorme culturele diversiteit van onze wereld. Cultureel erfgoed is een breed onderwerp en acti-viteiten die daarmee verband houden, zijn altijd aanwezig in eTwinning-projecten. Hieronder vind je twintig praktische activiteiten, waarvan er zes afkomstig zijn van eTwinning-projecten die je in de klas kunt implementeren om cultureel erfgoed te introduceren bij leerlingen van alle leeftijden. Dit zijn slechts enkele ideeën die je hopelijk verder kunnen inspireren om cultureel erfgoed te promoten bij jouw leerlingen en om innovatieve projecten op te zetten.

1. Ons materiële culturele erfgoed ontdekken

Leeftijd van de leerlingen: 5 – 9 jaar

Leg de leerlingen uit wat materieel cultureel erfgoed precies is en toon hen voorbeelden van roerend cultureel erfgoed: schilderijen, beeldhouwwerken, munten, manuscripten en van onroerend erfgoed: monumenten, archeologische vindplaatsen van je land. Vraag de leerlingen om er eentje uit te kiezen en dit op papier te tekenen of op een online tool zoals Colorillo (http://colorillo.com/). Maak een collage met de tekeningen van alle partners om je klas mee te versieren.

Leeftijd van de leerlingen: 10 – 18 jaar

Voer met de leerlingen een discussie over wat cultureel erfgoed precies is, en leg daarbij de nadruk op materieel erfgoed. Leg uit wat de verschillen zijn tussen roerend cultureel erfgoed: schilderijen, beeldhouwwerken, munten, manuscripten en onroerend erfgoed:

monumenten, archeologische vindplaatsen. Geef hen de opdracht om op het internet op

42 Leren van het verleden, onze toekomst vormgeven:

Het culturele erfgoed van Europa door middel van eTwinning

zoek te gaan naar het roerende en onroerende culturele erfgoed van hun regio of land en om afbeeldingen met 2 - 3 regels informatie te uploaden op een Padlet (https://padlet.

com) of op de TwinSpace van het project.

2. Bezoek een site of een museum

Leeftijd van de leerlingen: 5 – 11 jaar

Leg de leerlingen voor het bezoek uit wat ze gaan zien en laat ze wat foto's zien. Vraag hen om na te denken over vragen die ze aan de gids van de site zouden willen stellen en om die op papier neer te schrijven.

Vraag hen tijdens het bezoek om een tekening te maken van het kenmerk of deel van de site dat ze het leukst vinden. Vraag hen om hun ogen te sluiten en te beschrijven wat ze horen en ruiken, en om hier aantekeningen van te maken. Vergeet niet om de vragen die jullie hebben voorbereid aan de gids te stellen.

Organiseer na het bezoek een gesprek met de leerlingen en vraag hen om hun indrukken te delen. Stuur de tekeningen naar je partners en vraag hen om de site op te zoeken, erover te leren en jullie tekeningen te gebruiken om de site voor te stellen. Je kan hiervoor werken met Voicethread (https://voicethread.com/) zodat iedereen zijn of haar opmerkingen kan opnemen en toevoegen.

Leeftijd van de leerlingen: 12 – 18

Tracht voor het bezoek je collega's te betrekken bij de voorbereiding van de leerlingen.

• De leerkracht geschiedenis kan informatie geven over de geschiedenis van de site door de eeuwen heen

• De leerkracht aardrijkskunde kan vertellen over interessante plekken op de locatie van de site

• De taalleerkracht kan teksten bezorgen die gaan over de site

• De leerkracht wiskunde kan leerlingen vragen om de afmetingen van de site te berekenen en uit te leggen hoe ze werd gebouwd

• de leerkracht wetenschappen kan met de leerlingen praten over de mogelijke bedrei-gingen van de site vanwege vervuiling, toerisme of verwaarlozing, enz.

Bereid de leerlingen voor door hen uit te leggen wat ze tijdens het bezoek kunnen zien en doen, en verdeel hen in groepen op basis van hun interesses. Groep één kan tekeningen van de site maken, groep twee kan foto's maken, groep drie kan de gids en mensen die op de site werken, interviewen en groep vier kan delen van het bezoek opnemen. Als jullie terug zijn in de klas, vraag je de leerlingen wat ze hebben gezien en geleerd, en beslis je hoe je het materiaal dat je tijdens je bezoek hebt verzameld, zal gebruiken om het op een interessante

manier aan je eTwinning-partners voor te stellen. De leerlingen kunnen een video maken met al het materiaal en dit uploaden naar de TwinSpace. Daarna kunnen ze hun partners vragen om de video te bekijken en een quiz te maken met vragen over de site.

Ze kunnen ook een fotowedstrijd organiseren met hun partners door alle foto's die ze tijdens de bezoeken aan de sites in hun land hebben gemaakt, te uploaden in Dotstorming (https://dotstorming.com/) en te stemmen voor degene die ze het leukst vinden. De beste kunnen worden gebruikt om een tentoonstelling op te zetten waarop de schoolgemeen-schap, ouders en regionale vertegenwoordigers kunnen worden uitgenodigd.

3. Debat Nationaal Erfgoedcomité

Leeftijd van de leerlingen: 15 – 18

Elk jaar kunnen de landen die het Werelderfgoedverdrag hebben ondertekend, als een manier om hun natuurlijke en culturele erfgoed te beschermen, eigendommen op hun grondgebied nomineren die volgens hen zouden moeten worden opgenomen in de Werelderfgoedlijst van UNESCO (http://whc.unesco.org/en/globalstrategy/).

Bespreek dit verdrag met je leerlingen en bekijk de lijst. Organiseer daarna een rollenspel waarbij je één voorzitter, twee vice-voorzitters en één rapporteur kiest. Deze leerlingen vertegenwoordigen de commissie die beslist welke genomineerde sites op de Werelderfgoedlijst zullen worden opgenomen.

Verdeel de andere leerlingen in nationale of transnationale groepen en vraag hen om een nationale of Europese site te zoeken die nog niet in de lijst is opgenomen. Ze moeten samen een presentatie maken waarin ze de site en de redenen waarom die in de lijst moet worden opgenomen, voorstellen.

Organiseer een eTwinning Live-evenement waarbij alle groepen hun site aan de commissie voorstellen. De groepen moeten kunnen antwoorden op vragen zoals:

44 Leren van het verleden, onze toekomst vormgeven:

Het culturele erfgoed van Europa door middel van eTwinning

• Is de site goed bewaard gebleven?

• Waarom is het belangrijk om hem te beschermen?

• Zijn er plannen voor het behoud van de site?

• Hoe denkt de lokale bevolking over deze nominatie?

• Welke activiteiten kunnen worden georganiseerd om mensen bewust te maken van het belang van de site?

Daarna beslist de commissie welke van de voorgestelde sites in de lijst kunnen worden opgenomen en leggen ze uit om welke redenen ze die beslissing hebben genomen.

4. Duurzaam Toerisme en Erfgoed

Leeftijd: 12 – 18

Cultureel erfgoed is van nature uniek en fragiel. Het is daarom van cruciaal belang dat de toeristische autoriteiten cultureel-erfgoedsites op een duurzame manier ontwikkelen.

Verdeel de leerlingen in twee groepen:

Groep één maakt een lijst van de voordelen van toerisme voor cultureel-erfgoedsites Groep twee maakt een lijst van de bedreigingen die toerisme voor cultureel-erfgoed-sites kan vormen.

Daarna stellen de twee groepen hun lijsten voor en bespreken ze welke acties er kunnen worden genomen om de bedreigingen van het toerisme te beperken. De twee lijsten kunnen worden gepubliceerd in Tricider (http://www.tricider.com/), wat de twee groepen zal aanmoedigen om met elkaar te communiceren door opmerkingen toe te voegen bij elkaars content.

5. Grootouders delen hun culturele erfgoed

Leeftijd: 5 – 15

Grootouders en ouderen kunnen heel wat waardevolle informatie over cultureel erfgoed delen. Je kunt ze in de klas uitnodigen en leerlingen de opdracht geven om vragen voor te bereiden over de dingen die ze van hen willen leren zoals tradities, oude liedjes, dansen, verhalen uit hun jeugd en hoe de dingen in de loop der jaren zijn veranderd.

Naargelang de leeftijd van je studenten, kan je verschillende activiteiten met hen organiseren:

• Grootouders vertellen een verhaal en de leerlingen maken daar hun eigen tekeningen en foto's bij; vertalen het naar de taal van het project zodat ze het in de TwinSpace kunnen delen.

• Grootouders brengen oude voorwerpen en foto's mee, en de leerlingen maken hiermee een tentoonstelling. Ze maken foto's van hun tentoonstelling die ze met hun partners delen of ze ontmoeten elkaar tijdens een live-evenement en worden zelf gidsen die alle informatie over de verschillende voorwerpen geven.

• Grootouders brengen oude foto's en voorwerpen mee naar de klas en praten over de tradities waarmee ze zijn grootgebracht. De leerlingen laden foto's en tekeningen van de voorwerpen op en hun partners gebruiken deze foto's om een nieuw verhaal te maken.

• Grootouders brengen oude foto's van hun regio mee naar de klas. De leerlingen maken of zoeken vergelijkbare foto's van dezelfde plaatsen en vergelijken het verleden en het heden.

• Grootouders leren de leerlingen traditionele dansen en liedjes, die de leerlingen op hun beurt aan hun partners kunnen leren.

6. De geschiedenis nieuw leven inblazen door middel van toneel

Leeftijd: 5 – 18

Afhankelijk van de leeftijd van je leerlingen, kun je toneelactiviteiten organiseren om hen te helpen hun culturele erfgoed en het culturele erfgoed van hun partners te ontdekken.

Vraag de leerlingen om na te denken over de tradities van hun regio of hun land, en om deze op te schrijven. Je partners doen hetzelfde met hun leerlingen. Dan stem je met de leerlingen om te bepalen wat de twee interessantste zijn. De leerlingen moeten informatie zoals foto's en video's zoeken en delen met hun partners. Elke partnerklas moet één traditie kiezen die door hun partners wordt voorgesteld, de gedeelde informatie gebruiken en deze als toneel voorstellen. De leerkracht kan een video maken van deze activiteit en die delen in de TwinSpace.

Als de leerlingen ouder zijn, kunnen ze ook onderzoeken en bespreken of hun tradities gemeenschappelijke aspecten hebben.

7. Koken en onze cultuur delen

Leeftijd: 5 – 12

De leerlingen delen traditionele recepten uit hun regio met hun partners. Ze kunnen het gerecht in de klas bereiden of hun ouders erbij betrekken en een Nationale Kookdag organiseren:

• De leerlingen stellen aan de klas voor wat ze zullen koken

• Ze beslissen op welke dag ze Nationale Kookdag gaan vieren

• De dag ervoor bereiden de leerlingen hun gerecht samen met hun ouders, en maken ze foto's en video's van de activiteit

• De dag erna komen de leerlingen en ouders naar school met hun gerechten en kunnen ze verschillende gerechten uit de verschillende regio's proeven

• Alle recepten met bijhorende foto's en video's worden gedeeld in de TwinSpace.

46 Leren van het verleden, onze toekomst vormgeven:

Het culturele erfgoed van Europa door middel van eTwinning

En/of een Europese Kookdag:

• Elke leerling kiest een recept van een leerling uit zijn/haar partnerklas

• Er wordt beslist op welke dag de Europese Kookdag zal worden gevierd

• De dag ervoor bereiden de leerlingen hun gerecht samen met hun ouders

• De dag erna komen de leerlingen en ouders naar school met hun gerechten en kunnen ze verschillende gerechten uit andere landen proeven

• Ze noteren hun mening over de verschillende smaken, zoeken naar overeenkomsten of verschillen en delen die met hun partners

8. Een Toeristische Gids van jouw stad

Leeftijd: 12 – 18

De leerlingen wordt gevraagd om hun stad op een boeiende manier voor te stellen met als doel meer toeristen naar hun stad te halen. Daarnaast werken ze ook samen met hun partners om hen te helpen.

Elke klas maakt een lijst met vragen over de dingen die ze willen leren over de regio van hun partner: archeologische vindplaatsen die ze kunnen bezoeken, culturele festivals waaraan ze kunnen deelnemen, traditionele gerechten die ze kunnen proeven, enz.

De leerlingen uit de verschillende klassen maken op basis daarvan een online reisgids waarin ze de vragen van hun partners beantwoorden. Voordat de reisgids definitief wordt gepubliceerd, controleren de leerlingen in elke partnerklas of al hun vragen werden beantwoord en geven ze feedback aan hun leeftijdsgenoten.

9. Cultureel Erfgoed en Ondernemerschap

Leeftijd: 12 – 18

Vraag je leerlingen om tijdens een bezoek aan een museum of een archeologische vindplaats om een kijkje te nemen in de gift shop. Vraag hen om te noteren welke voorwerpen ze daar kunnen kopen en bespreek waarom mensen vaak een souvenir willen van een plaats die

ze hebben bezocht. Als je terug bent in de klas, bespreek je met de leerlingen welke andere voorwerpen er in de shop zouden kunnen worden verkocht en hoe die voorwerpen het culturele erfgoed van hun land of regio promoten. De leerlingen kunnen die voorwerpen vervolgens zelf ontwerpen en naar hun partners sturen. Hun partners op hun beurt, sturen hen hun eigen ontwerpen. Daarna moeten beide klassen meer informatie vinden over het culturele erfgoed van het andere land en proberen om de nieuwe voorwerpen ook effectief te maken. Je kan verschillende materialen gebruiken om de voorwerpen te bouwen, zoals kartons of 3D-printers.

10. Monumenten bouwen

Leeftijd: 5 – 11

In een project waarin je verschillende monumenten bespreekt, kan je de leerlingen vragen om een replica te bouwen van een beroemd monument uit hun eigen land of het land van hun partner. Het doel is om iets te bouwen dat zo goed mogelijk lijkt op het echte werk, terwijl ze leren over schalen, verhoudingen en maten. Ze kunnen kiezen welke materialen ze willen gebruiken en omdat ze nog jong zijn, kunnen ze de hulp van hun ouders inroepen. Als alle replica's klaar zijn, kan je een tentoonstelling organiseren en je monumenten via een livesessie aan je partners tonen. Als de partners geïnteresseerd zijn, kunnen ze op zoek gaan naar meer informatie over de monumenten die jullie hebben nagebouwd.

Leeftijd 12 – 18

Met oudere leerlingen kan je werken met Minecraft (https://minecraft.net/en-us/) en kan je hen vragen om samen een replica van een monument te bouwen of om een nieuwe dimensie toe te voegen aan een bestaand monument. Ze moeten de afmetingen van hun structuur plannen, het materiaal kiezen en de diameter en hoogte meten, waarbij ze belangrijke wiskundige concepten leren gebruiken. Minecraft biedt hen ook de mogelijk-heid om samen te werken in nationale of transnationale teams.

11. Radioprogramma over cultureel erfgoed

Leeftijd: 12 – 18

Verdeel je leerlingen in nationale of transnationale teams en plan een radioprogramma over cultureel erfgoed.

In het programma kunnen onder andere de volgende items aan bod komen:

• Een discussie over het belang van een culturele erfgoedsite

• Fragmenten uit gedichten of literatuur die naar de site verwijzen

• Muziek en geluiden van culturele erfgoedsites

• Interviews met mensen die op deze sites werken, zoals archeologen, deskundigen op het vlak van restauratie en instandhouding van kunstwerken

• Debatten over hoe cultureel erfgoed kan worden beschermd

• Discussie over de schaamteloze exploitatie van culturele erfgoedsites zoals Palmyra.

48 Leren van het verleden, onze toekomst vormgeven:

Het culturele erfgoed van Europa door middel van eTwinning

De leerlingen creëren zelf alle inhoud en zodra ze klaar zijn, kunnen ze Audacity (https://

www.audacityteam.org/) en SoundCloud (https://soundcloud.com/) gebruiken om hun eigen podcasts te maken.

12. Ons materiële culturele erfgoed beschermen

Leeftijd: 12 – 18

Zodra leerlingen begrijpen wat materieel cultureel erfgoed precies is, kan je hen vragen om uit te leggen met welke bedreigingen de sites worden geconfronteerd ten gevolge van:

• Lucht- en watervervuiling

• Aardbevingen

• Massatoerisme

• Menselijke interventies

• Oorlog

• Natuurrampen

• Voorwaarden voor behoud (verlichting, airconditioning).

De leerlingen werken in groepjes en kiezen een van de bovenstaande bedreigingen. Daarna gaan ze samen met hun team rond die bedreiging aan de slag, voeren ze experimenten uit, zoeken informatie op, gaan met deskundigen praten, enz. Zodra ze meer weten, kunnen ze duurzame oplossingen voorstellen om ons materiële culturele erfgoed te beschermen en behouden.

13. Ontwikkeling en erfgoed

Leeftijd: 15 – 18

De lokale overheid heeft een plan uitgewerkt voor de ontwikkeling van het centrum van de stad waar je woont. Het stadscentrum is vrij oud en er staan enkele van de nog overge-bleven traditionele woningen in jouw regio. Deze huizen zijn een belangrijke uitdrukking van jouw lokale identiteit; de woonstandaard in dat deel van de stad heeft het moderni-seringsproces echter niet gevolgd. Zo kunnen er bijvoorbeeld geen water- en toiletfacili-teiten worden geïnstalleerd. Als het ontwikkelingsplan wordt uitgevoerd, betekent dit dat het oudste deel van de stad zal worden afgebroken om plaats te maken voor moderne flatgebouwen. Sommige leden van de lokale overheid zijn voorstander van het voorge-stelde ontwikkelingsplan, terwijl andere lokale politici er duidelijk tegen zijn. Vandaag zijn de betrokken partijen bijeengekomen om te debatteren en te beslissen of het plan moet worden uitgevoerd (scenario dat is opgenomen in het educatieve UNESCO World Heritage in Young Hands pakket).

Alle partnerscholen krijgen dit scenario. Je stelt vijf groepen voor en laat de leerlingen zelf beslissen van welke groep ze deel willen uitmaken:

a. Groep van de lokale overheid die voor het plan is b. Groep van de lokale overheid die tegen het plan is c. Burgers die in de oude stad wonen

d. Deskundigen zoals architecten en stedenbouwkundigen e. Vertegenwoordigers van de media

Elke school moet ook een voorzitter kiezen, en een rapporteur die een verslag van de vergadering zal schrijven. De leerlingen van elke groep werken samen in een Meetingwords-document (http://meetingwords.com/) en schrijven een toespraak om hun standpunt tijdens de vergadering kracht bij te zetten. Ze zullen moeten nadenken over mogelijke vragen van leerlingen uit groepen met een andere mening en zullen hun eigen standpunt moeten kunnen verdedigen.

De partnerklassen spreken dan een dag en tijdstip af waarop ze een live-evenement organiseren en waarop het debat zal plaatsvinden. Elke partij stelt haar ideeën en voorstellen voor, waarna de voorzitters een beslissing nemen. Na de meeting uploaden de rapporteurs het verslag op de TwinSpace van het project.

14. Onze link met de lucht

Leeftijd: 12 – 18

Vraag de leerlingen om op zoek te gaan naar erfgoed dat verband houdt met astronomie, bijvoor-beeld de overblijfselen van monumenten, locaties en landschappen, instrumenten, archieven, enz. Omdat het om een breed onderwerp gaat, is het best vooraf te beslissen waarnaar jullie op zoek willen gaan: materieel, immaterieel of natuurlijk erfgoed. De Einstein-toren in het Duitse Potsdam bijvoorbeeld, combineert uitstekende wetenschappelijke en architecturale kwaliteiten, terwijl historische documenten uit het oude Griekenland voornamelijk betrekking hebben op het

Vraag de leerlingen om op zoek te gaan naar erfgoed dat verband houdt met astronomie, bijvoor-beeld de overblijfselen van monumenten, locaties en landschappen, instrumenten, archieven, enz. Omdat het om een breed onderwerp gaat, is het best vooraf te beslissen waarnaar jullie op zoek willen gaan: materieel, immaterieel of natuurlijk erfgoed. De Einstein-toren in het Duitse Potsdam bijvoorbeeld, combineert uitstekende wetenschappelijke en architecturale kwaliteiten, terwijl historische documenten uit het oude Griekenland voornamelijk betrekking hebben op het