Ter herinnering, sinds 2005 laten de gemeentes Schaarbeek en Evere gezamenlijk een Bijzonder Bestemmingsplan opmaken over het gedeelte van het gebied van gewestelijk belang n°13 “Josafatstation” dat op hun grondgebied is gel egen.
De opmaak van deze BBP’s, alsook van het daaraan verbonden milieueffectenverslag schiet goed op: de studie van de bestaande feitelijke en rechtstoestand werd al voltooid, net als de programmafase en de fase van de ruimtelijke indeling is volop aan de gang. De opmaak van de geschreven voorschriften (inplantingen, volumes, materialen, wegen, enz.) die de plannen begeleiden, zal volgen.
Le processus participatif et d’information a également suivi son cours tout au long de la procédure : trois réunions d'information à la population ont été réalisées conjointement avec Evere. Deux réunions organisées en mars et juin 2006 avaient permis de présenter la procédure de PPAS, la situation existante et l’option de réaliser une opération exemplaire en matière de développement durable. Le 22 mai 2007, une troisième réunion a été organisée afin de présenter aux riverains les options de programmation et de spatialisation.
Les options d’aménagement du site seront fixées définitivement au moment de la clôture du rapport sur les incidences environnementales. Le comité d’accompagnement de ce rapport peut dans ses recommandations demander que soient apportées des modifications aux options prises dans le PPAS.
Les deux projets de PPAS devraient être déposés au Gouvernement bruxellois à l’automne 2007.
Abrogation d’anciens PPAS
Plusieurs plans particuliers d’affectation du sol existants sur le territoire de notre Commune datent encore des années ’60 et ’70, d’autres bien que plus récents, ne répondent plus aux besoins des quartiers. Ces plans sont toujours d’application, mais les objectifs urbanistiques poursuivis par ces ppas n’ont pas ou que partiellement été réalisés (et c’est heureux dans certains cas !). Le contexte urbanistique tant légal que sur le terrain ayant fortement évolué depuis lors, certains de ces ppas sont aujourd’hui inadaptés et rendent parfois impossible la mise en œuvre de projets qui répondent au bon aménagement des lieux Il a donc été décidé d’abroger progressivement les anciens ppas dont les options urbanistiques sont dépassées ou ne sont plus adaptées aujourd’hui.
Le service a procédé à l’abrogation de deux ppas, à savoir :
- celui sur l’îlot 212 (délimité par la chée de Haecht et les rues Vifquin, de Robiano et Josaphat), approuvé par arrêté royal du 22 avril 1993 ; ce ppas affectait les terrains d’angle non bâtis le long de la chée de Haecht en zone de bureau, alors que ce tronçon de la chaussée est principalement affecté au logement ; la décision d’abroger ce ppas est basée sur le constat qu’un immeuble de bureau à cet endroit porterait trop atteinte à la fonction principale de logement de cette zone ; ce ppas a été abrogé par arrêté du Gouvernement le 10 mai 2007 ;
- celui sur les îlots 378-384, 381b et 384b, approuvé par A.R. du 21 juin 1972, modifié par le ppas sur les îlots 381b et 384, approuvé par A.R. du 9 octobre 1975 (délimité par les limites de la propriété de la RTBF-VRT, la rue H. Evenepoel, la rue J. Lebrun, la chée de Louvain, les limites communales, la chée de Roodebeek, l’av. de Mars et l’entrée de l’Enclos des Fusillés) ; ce ppas était devenu obsolète puisqu’il interdisait ou limitait fortement certaines affectations souhaitables pour l’avenir du quartier comme le logement et le commerce et puisque l’évolution de la réglementation urbanistique est telle que, le bon aménagement des lieux serait mieux encadré par la seule combinaison du PRAS (affectations) et du RRU (implantation et gabarit) ; ce ppas a été abrogé le 10 mai 2007 par arrêté du Gouvernement.
Les ppas dont l’abrogation est en préparation et programmée prochainement, sont ceux qui couvrent les îlots suivants :
- l’îlot 299, délimité par les rues V. Hugo et du Radium et les av. F. Marchal et L. Mahillon ; - l’îlot 318, bordé par les av. des Cerisiers et H. Hoover, la rue Knapen et le square Levie ; - l’îlot 319, délimité par l’av. des Cerisiers, les rues A. Smekens et W. Degouve de Nuncques
et le square Levie.
D’autres suivront.
7.8. E
NVIRONNEMENTCette année encore, le nombre de permis et déclarations délivrés a augmenté par rapport aux années précédentes (plus de 25% par rapport à 2005) ce qui implique une attention particulière pour respecter les délais légaux qui sont en vigueur.
Par contre, peu d’évolution au niveau du type de secteurs ou d’installations pour lesquels les permis sont le plus fréquemment délivrés par la commune puisqu’on y retrouve toujours les boucheries, les garages d’entretien automobile, les chantiers d’enlèvement d’amiante, les poissonneries, les boulangeries, les magasins de bricolage, les salles de fêtes et les citernes à mazout et autres installations techniques attenantes à des immeubles ou à des bureaux.
Etant donné le développement de nouvelles normes concernant la performance énergétique des bâtiments et les efforts à faire pour lutter contre le réchauffement climatique, le service est plus attentif à ces points dans la délivrance de permis d’environnement (rendement des chaudières par exemple).
Tijdens deze ganse procedure werd het informatie- en burgerparticipatieproces eveneens voortgezet: drie openbare informatievergaderingen werden samen met Evere georganiseerd.
De twee vergaderingen van maart en juni 2006 hebben toegelaten om een voorstelling te geven van de opmaakprocedure van de BBP’s, de bestaande situatie van de site en de optie om een modeloperatie inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren. Op 22 mei 2007 werd een derde vergadering ingericht om de opties inzake programmering en ruimtelijke indeling voor te stellen.
De inrichtingsopties van de site zullen definitief worden vastgelegd op het ogenblik van de afsluiting van het milieueffectenverslag. Het begeleidingscomité van dit verslag kan in zijn aanbevelingen vragen om wijzigingen aan de in de BBP’s genomen opties door te voeren.
De twee ontwerpen van BBP zouden in de herfst van 2007 bij de Brusselse regering moeten worden neergelegd.
Opheffing van oude BBP’s
Verschillende bestaande bijzondere bestemmingsplannen op het grondgebied van onze Gemeente dateren nog van de jaren ’60 en ’70. Anderen zijn recenter, maar beantwoorden niet meer aan de wijkbehoeften. Deze plannen worden nog steeds toegepast, maar de door deze BBP’s nagestreefde stedenbouwkundige doelstellingen werden niet of slechts gedeeltelijk gerealiseerd (en dit is een goede zaak in bepaalde gevallen!). Sindsdien is de stedenbouwkundige context zowel op wettelijk vlak als op het terrein echter sterk geëvolueerd.
Bepaalde van deze BBP’s zijn vandaag de dag ongeschikt en maken soms de uitvoering onmogelijk van projecten die beantwoorden aan de goede ruimtelijke ordening. Er werd dan ook beslist om alle oude BBP’s geleidelijk op te heffen waarvan de stedenbouwkundige opties voorbijgestreefd zijn of niet meer geschikt zijn.
De dienst is tot de opheffing van de volgende twee BBP’s overgegaan:
- deze op de kern 212 (begrensd door de Haachtsestwg en de straten Vifquin, de Robiano en Josafat), goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 22 april 1993; dit BBP bestemde de niet bebouwde hoekterreinen langs de Haachtsesteenweg voor kantoren, niettegenstaande dit gedeelte van de steenweg hoofdzakelijk voor huisvesting is bestemd; de opheffing van dit BBP drong zich op omdat een kantoorgebouw op deze plaats te sterk afbreuk aan de residentiële hoofdfunctie van dit gebied zou doen; de opheffing van dit BBP werd op 10 mei 2007 bij Regeringsbesluit vastgelegd;
- deze op de kernen 378-384, 381b en 384b, goedgekeurd bij K.B. van 21 juni 1972, gewijzigd bij BBP op de kernen 381b en 384, goedgekeurd bij K.B. van 9 oktober 1975 (begrensd door de eigendomsgrenzen van de RTBF-VRT, de H. Evenpoelstraat, de J. Lebrunstraat, de Leuvensestwg, de gemeentegrenzen, de Roodebeeksestwg, de Marslaan en de ingang van het Park der Gefusilleerden); dit BBP had zijn bestaansreden verloren doordat dit plan bepaalde voor de toekomst van de wijk gewenste bestemmingen zoals de huisvesting en handel verbood of sterk beperkte en doordat de stedenbouwkundige reglementering dusdanig is geëvolueerd dat de goede ruimtelijke ordening beter zou kunnen worden geregeld door het GBP (bestemmingen) en de GSV (inplantingen en bouwvolumes); de opheffing van dit bbp werd op 10 mei 2007 bij Regeringsbesluit vastgelegd;
De bbp’s waarvan de opheffing in voorbereiding is en die gepland is voor binnenkort, betreffen de volgende kernen:
- de kern 299, begrensd door de straten V. Hugo en Radium en de lanen F. Marchal en L.
Mahillon;
- de kern 318, begrensd door de Kerselaren- en H. Hooverlaan, de Knapenstraat en het Levieplein;
- de kern 319, begrensd door de Kerselarenlaan, de straten A. Smekens en W. Degouve de Nuncques en het Levieplein;
Anderen zullen volgen.
7.8. L
EEFMILIEUOok dit jaar is het aantal vergunningsaanvragen en aangiftes gestegen ten opzichte van de voorbije jaren (meer dan 25% t.o.v. 2005), wat een bijzondere aandacht voor de in acht te nemen wettelijke termijnen met zich meebrengt.
Weinig evolutie is echter vast te stellen wat het type sectoren of installaties betreft waarvoor de gemeente de meeste vergunningen aflevert, zijnde slagerijen, onderhoudgarages, werven voor asbestverwijdering, viswinkels, bakkerijen, bouwmaterialenwinkels, feestzalen, mazouttanks en andere technische installaties van gebouwen of kantoren.
Par rapport à la liste des installations classées, le service Environnement a également fait remarquer aux autorités compétentes que la procédure de classe 3 n’est pas adaptée dans certains cas. En effet, ces installations entraînent des nuisances importantes auxquelles la classe 3 ne permet pas de faire face (ex : odeurs et bruits d’un refuge pour animaux – bruit et charroi provoqué par de petites supérettes du type GB Express).
Deux gros chantiers se sont déroulés dans le quartier Nord (achèvement de l’îlot 65 et démarrage de la tour de bureaux de l’îlot 61 sud). Les casernes Dailly ainsi que les derniers lots du lotissement Dailly sont en voie d’achèvement. La rénovation de la Hogeschool Sint-Lukas vient de démarrer peu avant les vacances. Le service Environnement reste attentif aux possibles désagréments générés par ces gros chantiers et essaye de favoriser une bonne communication entre les différents acteurs (riverains, antennes de quartier, commune, police).
En 2006, 428 contrôles ont été effectués soit 25% de plus qu’en 2005. Chaque visite est encodée dans une base de données reprenant la rue et la date de visite. Cela permet également de visualiser les rues qui sont contrôlées. L’objectif fixé l’année dernière de contrôler 50 à 70 rues de manière à pouvoir faire « le tour de la commune » en 5 ans et de détecter les installations exploitant sans permis n’a pu être réalisé Cet objectif reste en effet irréaliste étant donné la présence d’un seul contrôleur dont le temps est le plus souvent monopolisé par le suivi des plaintes et des dossiers d’infraction.
Le service Environnement a également signalé au Collège la péremption de certains permis d’environnement pour des bâtiments communaux (écoles, ….) et rappelé que c’est le service communal exploitant les installations classées qui est responsable de l’élaboration et du transmis du dossier à l’IBGE.
Trois actions thématiques ont été avalisées par le Collège pour l’année 2007 dans le cadre de l’Accord de coopération volontaire signé avec l’IBGE. La première action vise le secteur des véhicules hors d’usage suite à la parution de nouvelles réglementations environnementales qui, jusqu’à présent, n’ont pu être vérifiées qu’au cas par cas. La deuxième action reprend la mise en place de critères d’évaluation pour les contrôles des installations classées. La 3ème action reprend la gestion des plaintes environnementales.
Néanmoins force est de constater que le service n’a que trop peu de temps pour développer des actions thématiques de ce genre.
Gelet op de ontwikkeling van nieuwe normen betreffende de energieprestaties van gebouwen en de te voeren inspanningen tegen de klimaatopwarming, besteedt de dienst meer aandacht aan deze punten bij de aflevering van de milieuvergunningen (rendement van de verwarmingsketels bijvoorbeeld).
Wat de lijst van de geklasseerde inrichtingen betreft, heeft de dienst Leefmilieu tevens bij de bevoegde instanties laten opmerken dat in bepaalde gevallen, de vergunningsprocedure van klasse 3 niet aangepast is. Deze installaties veroorzaken immers belangrijke hinder waaraan de vergunningsklasse 3 niet het hoofd kan bieden (bijv. geur- en lawaaihinder van een dierenasiel – lawaai en vrachthinder van kleine winkelketens van het type GB Express).
Twee grote werven hebben in de Noordwijk plaatsgevonden (afwerking van de kern 65 en opstarting van de kantoortoren op de kern 61 zuid). De kazernes Dailly alsook de laatste kavels op de verkaveling Dailly zitten in de afwerkingsfase. De renovatie van de Hogeschool Sint-Lukas is net voor de grote vakantie aangevat. De dienst Leefmilieu is waakzaam voor de mogelijke hinder veroorzaakt door deze grote werven en probeert een goede dialoog met de verschillende partijen aan te moedigen (buurtbewoners, wijkcomités, gemeente, politie).
In 2006 werden 428 controles uitgevoerd, hetzij 25% meer dan in 2005. Elk plaatsbezoek wordt in een gegevensbestand ingevoerd dat de straat en de controledatum weergeeft. Dit maakt het ook mogelijk om de straten weer te geven die worden gecontroleerd. De doelstelling vastgelegd in het voorbije jaar om 50 tot 70 straten te controleren teneinde “de toer van de gemeente” op 5 jaar tijd te kunnen doen en de onvergunde installaties te kunnen opsporen, werd niet gehaald.
Deze doelstelling blijkt onrealistisch te zijn gelet op de aanwezigheid van één enkele controleur wiens tijd hoofdzakelijk in de opvolging van klachten en overtredingdossiers wordt besteed.
De dienst Leefmilieu heeft eveneens aan het College het verval van bepaalde milieuvergunningen voor gemeentegebouwen (scholen, …) gemeld en zij heeft eraan herinnerd dat het aan de gemeentedienst die de geklasseerde inrichtingen uitbaat, toekomt om het dossier op te maken en aan het BIM over te maken.
In het kader van het vrijwillige samenwerkingsakkoord met het BIM, werden voor 2007 drie thema-acties door het College goedgekeurd. De eerste actie beoogt de sector van de autowrakken naar aanleiding van de publicatie van nieuwe milieureglementeringen die tot op heden nog niet konden worden nagekeken tenzij geval per geval. De tweede actie betreft de opmaak van evaluatiecriteria voor de controles van geklasseerde inrichtingen. De derde actie slaat op het beheer van de milieuklachten.
Niettemin moet worden vastgesteld dat de dienst slechts over weinig tijd beschikt om thematische acties te ontwikkelen.