Sociale media:
« Vroeger dagboek, nu Faceboek ! »
Verbetering oefening LB p. 52 – 53 & OB p. 86-87-88
Lire les textes et découvrir le sens des mots surlignés (LB p. 52-53).
Repérer les différences et les mettre dans le tableau
LB p. 52 avant LB p. 53 Maintenant
1. Récit de voyage dans un journal Se connecter partout sur son site profil 1. Album photos à montrer aux amis à la
rentrée des classes
Photos directement en ligne, les autres les voient tout de suite
2. Envoi de cartes postales Messages directs 3. Préparation de l’itinéraire sur des cartes GPS
4. Difficulté de téléphoner : files aux cabines téléphoniques
Emploi trop cher du GSM à l’étranger, mais utilisation d’internet sans fil
5. Choix de vacances dans un catalogue papier ou dans une agence
(rien de mentionné dans le texte)
6. Changer de l’argent Pas besoin d’argent, payer par carte bancaire ou GSM
7. Faire développer des photos, trop tard pou refaire les photos ratées.
(rien de mentionné dans le texte)
Woorden herkennen aanleren (LB p. 52) :
Vroeger In voorbije tijden
Het dagboek Een boek waarin je iedere dag iets opschrijf
Het foldertje Een blad met informatie
In beslag nemen Tijd kosten
De telefooncel De plaats met een telefoon
In de rij staan Wachten
Wisselen Iets geven en iets anders krijgen in de plaats
Het filmrolletje Film uit een fototoestel
Ontwikkelen De beelden van een foto zichtbaar maken
Mislukken Slecht zijn
Memotest (OB p. 86):
1. Aan de ingang van attractieparken moet je vaak in de rij staan voor je binnen kan.
2. Digitale foto’s hoef je niet te laten ontwikkelen. Je kunt ze zelf afdrukken.
3. Heb je het dagboek van Anne Frank al gelezen?
4. Hoeveel euro heb jij gewisseld om naar Londen te gaan?
5. Ik moet mijn ouders bellen, maar de batterij van mijn gsm is leeg. Waar vind ik hier ergens een telefooncel?
6. In het reisbureau heb ik veel foldertjes gevonden om mijn spreekbeurt voor te bereiden.
7. Met de digitale fototoestellen hebben we tegenwoordig geen filmrolletje meer nodig.
8. Mijn foto’s van de schoolreis zijn jammer genoeg mislukt. Kan ik de jouwe zien?
9. Mijn schoolwerk neemt dagelijks veel tijd in beslag.
10. Ik vraag me af wat de mensen vroeger allemaal deden, toen er nog geen TV was.
1. Woorden herkennen en aanleren (LB p. 53):
Tegenwoordig In deze tijd
Zich aanmelden Inloggen
Nadien Daarna
Vernemen Te weten te komen
Uitgaan Voor je plezier ergens naartoe gaan
De plek De plaats
Draadloos Zonder draad
Memotest (OB p. 87):
1. Ik ken mijn paswoord niet meer. Hoe kan ik nu op mijn profielsite aanmelden?
2. Ken jij een plek in de stad waar je draadloos kunt surfen?
3. Eerst heb ik het vriendenverzoek van mijn moeder geweigerd.
Nadien heb ik het toch aanvaard.
4. Mijn ouders vinden draadloos surfen niet gezond. Bij ons thuis gebruiken we nog steeds kabels.
5. Veel studenten hebben tegenwoordig hun eigen laptop. Enkele jaren geleden was dat niet zo.
6. Ik zou graag af en toe met vrienden uitgaan, maar mijn ouders willen dat ik in het weekend thuisblijf.
7. Van mijn profielsite heb ik vernomen dat onze leraar wiskunde voor twee weken afwezig is. Wist je het al?
Schrijven (OB p. 88) :
“Rédiger une comparaison en néerlandais entre les vacances dans le passé (= vroeger) et actuellement (= tegenwoordig) ».
N’hésitez pas à m’envoyer votre texte par mail (stephanie.brandhof@saintdominique.be).