• Aucun résultat trouvé

Révisions grammaticales ‘oefenboek’ – CORRECTIF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "Révisions grammaticales ‘oefenboek’ – CORRECTIF"

Copied!
11
0
0

Texte intégral

(1)

Révisions grammaticales ‘oefenboek’ – CORRECTIF

 Les verbes pronominaux, réfléchis et réciproques p.238-240 Ex 1

1) zich 2) ons 3) zich 4) zich 5) je 6) me 7) zich 8) je 9) zich Ex 2

1) Margot wast zich elke avond …

2) De leerlingen van mijn klas vervelen zich als de leraars … 3) Jan heeft zich verkleed om naar de verjaardagsfuif … 4) Ik herinner me niet meer …

5) Voelt u zich niet lekker?

6) Heb je je al geschminkt?

7) Ik moet me haasten, …

8) Jullie herinneren je toch dat … Ex 3

1) me 2) zich 3) zich 4) ons 5) me 6) zich 7) je 8) zich Ex 4

1) elkaar 2) elkaar 3) ons 4) zich 5) elkaar

(2)

6) elkaar 7) zich 8) elkaar

 L’imparfait p.245-248 Ex 1

Praatte leerde wilde lette ontmoette Maakte kende werkte hoorde begroette Voelde logeerde gebruikte herkende

Ex 2

1) Vorig jaar werkte mijn vader bij een bank.

2) Vorig jaar wandelde ik graag … 3) Vorig jaar antwoordde ik nooit op … 4) Vorig jaar speelde mijn zus … 5) Vorig jaar woonden we in een … 6) Vorig jaar maakte ik veel fouten.

7) Vorig jaar mistte mijn vriend af en toe … 8) Vorig jaar lachten we veel …

9) Vorig jaar rookte nog.

10) Vorig jaar fietste mijn vriendin elke dag 11) Vorig jaar voelde ik me niet goed … 12) Vorig jaar logeerde ik twee weken … 13) Vorig jaar wilde ik leraar worden.

14) Vorig jaar studeerden we graag … 15) Vorig jaar hoorde mijn broertje … Ex 3

1) Had 2) Maakten 3) Vertelden 4) Zaten 5) Zagen

6) Vertrouwden 7) Duurden Ex 6

1) Las 2) Had

(3)

3) Lag 4) Was 5) Sliep 6) Deed 7) Vonden Ex 7

1) Bestond 2) Had

3) Beluisterde 4) Speelde 5) Toonde 6) Herkende 7) Leek Ex 8

1) Was, droeg 2) Kocht 3) Mocht 4) Moesten 5) Gaf / gaven 6) Trok

7) Deed / deden 8) Kon

 Le passé composé p. 249-254 Ex 1

1) Ik heb getennist.

2) Ik heb langs het kanaal gefietst.

3) Ik heb in het bos gewandeld.

4) Ik heb activiteiten georganiseerd.

5) Ik heb met vrienden gespeeld.

6) Ik heb in de tuin gewerkt.

7) Ik heb met vrienden lol gemaakt.

8) Ik heb veel gedroomd.

9) Ik heb met de buren gepraat.

Ex 2

1) Ik heb twee steden bezocht.

2) Ik heb veel tv-gekeken.

(4)

3) Ik heb in het kanaal gezwommen.

4) Ik ben laat naar bed gegaan.

5) Ik heb nieuwe schoolspullen gekocht.

6) Ik heb oma een bezoek gebracht.

7) Ik heb vader in de garage geholpen.

8) Ik heb boeken gelezen.

Ex 3

1) Ik heb tot elf uur willen uitslapen.

2) Ik heb om zeven uur moeten opstaan.

3) Ik heb een uur gaan zwemmen.

4) Ik heb voor school willen werken.

5) Ik heb niet naar de bioscoop kunnen gaan.

6) Ik heb bij vrienden gaan logeren.

7) Ik heb moeten nablijven.

Ex 4

1) Ik heb Engels leren spreken.

2) Ik ben in de tuin gaan werken.

3) Ze is tot tien uur blijven slapen.

4) Hij heeft om negen uur willen opstaan.

5) Hij heeft dat niet kunnen doen.

6) Heeft ze van haar ouders mogen tv-kijken.

7) Ik heb de buren zien verhuizen.

Ex 8

1) Heb … gedacht 2) Hebben … geholpen 3) Heeft … genomen 4) Heeft … teruggebracht 5) Heeft … ingeschreven 6) Hebben … bezocht

7) Hij heeft hem gevraagd stil te zitten.

8) Is … gebleven

9) Heb … teruggevonden 10) Heeft … gezien Ex 9

1) Heb … gebruikt 2) Heb … opgeslagen 3) Heb … ingetikt 4) Heb … verstuurd 5) Heeft … teruggestuurd

(5)

6) Heb … teruggebeld 7) Hebben … verteld 8) Hebben … gelachen Ex 10

1) Ik heb nooit piercings gedragen.

2) Ik heb veel over dat onderwerp gelezen.

3) Ik heb er met mijn ouders over gepraat.

4) Mijn vriendin heeft er veel geld aan besteedt.

5) Ze heeft geen ontsteking gekregen.

6) Haar dokter heeft het goed gedaan.

7) Hik heeft daar een speciale opleiding voor gevolgd.

Ex 11

1) Ik heb mijn vrienden van de basisschool opgezocht.

2) Ik heb ze aan mijn profiel toegevoegd.

3) Ik heb gekeken wat de anderen aan het doen waren.

4) Ik heb grappige films met anderen gedeeld.

5) Ik heb commentaar op de foto’s van mijn vrienden gegeven.

6) Ik heb anderhalf uur op mijn lievelingsnetwerksite gezeten.

7) Ik heb mijn profiel veranderd.

8) Ik heb filmpjes op youtube geplaatst.

9) Ik heb nieuwe trailers bekeken.

10) Ik heb diverse spelletjes gespeeld.

 Révision OVT / VTT p. 262-264 Ex 1

1) Ik heb hem vorige week teruggezien.

2) We hebben vandaag om zes uur opgestaan.

3) Hij heeft de hele vakantie in Duistland doorgebracht.

4) Ze zijn tot middernacht opgebleven.

5) Hij heeft de dokter geroepen.

6) Ze is secretaresse geworden.

7) Heeft de lerares Frans gegeven?

8) Hij heeft nooit strafwerk gekregen.

9) De lessen zijn een uur later begonnen.

10) Mijn cijfer voor Nederlands is beter geworden.

Ex 2

1) Sliep 2) Kreeg 3) Zei

(6)

4) Vonden 5) Moest 6) Vergat 7) Vond Ex 3

1) Wist 2) Kon 3) Onthielden 4) Had 5) Bracht 6) Schreef 7) Koos Ex 4

1) Om vijf uur ben ik naar het zwembad gegaan.

2) Hij heeft om zes uur besloten tv te kijken.

3) Hik heeft een zwarte trui gedragen.

4) Ze heeft met de directeur gesproken.

5) Hij heeft goedkope viltstiften uitgezocht.

6) We hebben onze bovenkleding in de vestiaire opgehangen.

7) Ik heb mijn abonnement verloren.

Ex 5 1) At 2) Dronk 3) Deed 4) Keek 5) Waste 6) Hielp 7) Moest 8) Ging Ex 6

1) Kocht 2) At 3) Zag 4) Kon 5) Liep 6) Ontmoette 7) Gaf 8) Nam 9) Liet

(7)

10) Bracht

 Ordre des mots dans la phrase p. 274

1) Ze is zaterdag met haar vriendin met de bus naar de bioscoop om naar de nieuwe film van Johnny Depp te kijken.

2) Ik vind dat goede vrienden elkaar moeten helpen als iemand in nood is.

3) Vorige maand zijn onze buren met hun huisdieren naar de Ardennen gereden.

4) Ze denkt dat haar vriend betrouwbaar is omdat hij haar alles vertelt.

5) De beste eigenschap van Arno is dat hij bereid is iedereen te helpen die het nodig heeft.

6) Volgend jaar zullen we met het vliegtuig op vakantie naar Turkije gaan.

 Les auxiliaires p. 279-281 Ex 1

1) Wil 2) Kan 3) Kan 4) Wil 5) Mag 6) Zal 7) Moet 8) Willen 9) Wil 10) Zullen Ex 2

1) Wil 2) Mag 3) Moet 4) Zullen 5) Kan 6) Moet 7) Zal 8) Mogen 9) Zal 10) Wil

(8)

 La négation p. 283-286 Ex 1

1) Mijn oma heeft geen profiel …

2) Voor mijn ouders is Facebook niet belangrijk.

3) Ze kan haar gsm niet missen.

4) Ze doen niet graag …

5) Mijn vader doet niet aan sport.

6) Ik ben geen echte …

7) Mijn vader wil niet dat ik een … 8) Zijn laptop is geen twee jaar oud.

9) Filmpjes bekijken is mijn favoriete bezigheid niet.

10) Mijn broer wil niet met … Ex 2

1) Het is nog geen drie uur.

2) Mijn filmpjes staan nog niet online.

3) Ik heb nog geen nieuwe vrienden gevonden.

4) Ik weet nog niet wat ze …

5) Ik heb nog geen drie grappige filmpjes gevonden.

6) Ik log nog niet regelmatig.

7) Heb je nog geen commentaar … 8) Heeft hij Silke nog niet aan … 9) Ik ben er nog niet lang mee bezig.

10) Heb je die films nog niet bekeken.

Ex 3

1) Heb je nooit aan een …

2) De trainingen vinden niet meer in de … 3) Heb je nog niet aan kitesurf gedaan?

4) Mijn vriend is geen echte durver.

5) Ik speel nog geen zes jaar muziek.

6) Ze blijft nooit heel lang … 7) Ze zou niet graag ….

8) Hij brengt niet veel tijd …

9) We hebben nog geen rockconcert … 10) Heb je nog nooit op straat …

11) Parapente ? ik voel er echt niets voor.

12) Welke sporten heb je nog niet beofend?

Ex 4

1) Ze zijn niet meer in de mode.

2) Ik ken geen andere voorbeelden van trends meer.

(9)

3) Ik voel niets meer.

4) Het doet niet meer pijn.

5) Roep de dokter niet meer.

6) Ik heb mijn gsm-kaart niet meer opgeladen.

7) Ik kan mijn gsm niet meer missen.

8) Mijn moeder betaalt niet meer voor de kosten.

9) Ik heb je boek nergens meer gezien.

10) Ik ben vanavond niemand meer op.

11) Ik heb hem nooit meer ontmoet.

Ex 5

1) Niet meer 2) Niet meer 3) Niet meer 4) Geen … meer 5) Niet meer 6) Niet … meer 7) Geen … meer Ex 6

1) Ik heb de film nog niet gezien.

2) Ik heb nog geen e-boeken gelezen.

3) Er bestaan nog geen romans in e-boekvorm.

4) Hij is nog niet aangekomen.

5) Ze is nog geen vijftien jaar oud.

6) Hij heeft nog geen lenerspas.

7) De bibliotheek is nog niet open.

Ex 7

1) Ik heb dat boek geen tweede keer meer gelezen.

2) Ik lees geen sprookjes meer.

3) Ik heb geen lievelingschrijver meer.

4) Ik wil geen honderd bladzijden meer lezen.

5) Hij mag geen andere boeken meer lenen.

6) De bibliothecaris is niet meer ziek.

7) Ik wil dat boek vanavond niet meer lezen.

 Heel, hele, helemaal – alles, al, alle, allemaal p.287-289 Ex 1

1) Hele

(10)

2) Hele 3) Heel 4) Heel 5) Heel 6) Helemaal 7) Heel 8) Hele 9) Hele 10) Heel Ex 2

1) Heel 2) Heel 3) Hele 4) Heel 5) Hele 6) Heel 7) Helemaal 8) Helemaal 9) Heel 10) Hele Ex 3

1) Al 2) Alles 3) Alle 4) Allemaal 5) Alle 6) Alle 7) Alle 8) Alles 9) Al 10) Alle Ex 4

1) Alles 2) Allemaal 3) Alle 4) Al 5) Alle 6) Allemaal 7) Alles 8) Allemaal

(11)

9) Alles 10) Al

Références

Documents relatifs

Pour chaque photo ou dessin, tu feras un petit texte explicatif en quelques phrases, en néerlandais bien entendu �!. Par exemple : Qui est la personne sur la photo ou dessin,

Complète la phrase par le participe passé du verbe régulier.. Ik heb om halfacht

a) Morgen zie ik mijn vrienden terug. Relie les phrases avec “omdat”. a) Ik ken niemand in mijn school.. Ik ben

Mots à repérer Informations en français concernant ces activités. Lever Verre Haie

’s Avonds heb ik nog mijn huiswerk gemaakt : een reeks oefeningen voor wiskunde, niet echt mijn lievelingsvak.. Rond 10 uur lag ik

/ Het huis waar ik als kind in gewoond heb, bestaat niet meer.. De fiets waarmee ik tien jaar gereden heb, heb

3. Eerst heb ik het vriendenverzoek van mijn moeder geweigerd. Nadien heb ik het toch aanvaard. Mijn ouders vinden draadloos surfen niet gezond. Bij ons thuis gebruiken we nog steeds

Toen mijn kinderen vegetariër werden, besloot ik ook vegetarisch te eten. Ik wilde ze toch verantwoord laten eten en ik heb me toen verdiept in het vegetarisch