• Aucun résultat trouvé

5 ème ndls L1 (5A- 5C- 5D- 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "5 ème ndls L1 (5A- 5C- 5D- 5"

Copied!
8
0
0

Texte intégral

(1)

5 ème ndls L1 (5A- 5C- 5D- 5E) Bonjour à tous !

J’espère que vous vous portez bien et que le confinement n’est pas trop difficile à vivre…

Vu que nous sommes contraints de rester à la maison jusqu’au 3 mai minimum, je vous envoie quelques consignes de travail et correctifs.

En annexe, vous trouverez des exercices de révision et le correctif : il s’agit de grammaire de base.

Vous trouverez aussi les corrections des exercices sur les chapitres 6,7,8 et 9 (comme Maureen avait demandé !).

En ce qui concerne la fin de l’année scolaire, j’espère vraiment pouvoir vous en parler en « face à face » mais nous verrons…

En attendant, prenez soin de vous et profitez au mieux du confinement ! A très bientôt,

AF Seredynski

Voici mon adresse e-mail au cas où vous auriez des questions, besoin d’infos, etc … : afhumblet@hotmail.com

N’hésitez pas !

(2)

« HERHALINGSOEFENINGEN » (1)

1. CONJUGUE LE VERBE ENTRE PARENTHESES AU BON TEMPS ET METS LES DIFFERENTES FORMES VERBALES AU BON ENDROIT :

Vorig jaar (we – zijn – impft) op vakantie in Frankrijk. Ik (kennismaken – impft) met enkele jongeren. Ik (zich amuseren – passé-comp.) goed en ik (leren – impft) ook veel Frans. Op een dag (ze – uitnodigen – impft) om iets

buitengewoons te doen. We (moeten aantrekken – impft) eerst een speciale uitrusting met gezichtsbescherming (= avec une protection pour le visage).

We (vormen – impft) twee ploegen en na een tijdje (allemaal – schieten – impft) met verfpistolen. Wat een leuke ervaring! Je (moeten proberen – cond. présent)!

Zeker (je- vinden- ind. présent) die activiteit fantastisch! Ik (hopen – ind.

présent) dat ik (krijgen – ind. présent) dit jaar nog een keer de kans om met verfballetjes en een verfpistool te spelen. Ik (horen zeggen – passé-comp.)dat ze (aanleggen – futur-simple) binnenkort in onze buurt een terrein.

2. CORRIGE LE TEXTE SUIVANT. IL Y A UNE ERREUR DANS CHAQUE PHRASE :

De vakantie is nu al enkel dagen voorbij. Het is nu tijd om aan school denken. Ik

heb een nieuwe ringmap gekoopt. Voor de rest ik wacht op de instructies van de

leerkrachten. Mijn hoofdvakken zijn engels en wiskunde. Aardrijkskunde en

geschiedenis zijn mijn lievelingvakken. Ik heb een hekel aan lichamelijk

opvoeding. Tijdens de middagpauze ik moet op school blijven. Volgens mijn

(3)

ouders ben ik te jong voor naar de stad te gaan. Ik moet achttien hebben om dat te mogen doen!

3. METS CES PHRASES A LA FORME NEGATIVE : Moeder is boos.

Het is al tien uur.

Dit jaar gaan we met vakantie naar de bergen.

Mijn broer werkt slecht op school.

Vader heeft een nieuwe jas nodig.

Het eten is klaar.

Het kindje is nog ziek.

Ik heb iets te doen.

4. ACCORDE LES ADJECTIFS SI NECESSAIRE ET APPORTE LES MODIFICATIONS ORTHOGRAPHIQUES QUI S’IMPOSENT:

1. Ilse heeft bruin… ogen.

2. Weet je of vader die nieuw… auto gaat kopen?

3. De wagen van de Heer De Groot is rood… . 4. Volgens mij is dat geen oud… gebouw.

5. Ik heb een ruim… slaapkamer.

6. Die groep geeft meestal leuk… concerten.

7. Het is vandaag erg mooi… weer.

8. Ik heb altijd goed… resultaten gehad.

9. Zie je dat hoog… boom daar?

10. Solange is een grappig… tiener.

(4)

5. COMPLETE AU MOYEN D’UNE PREPOSITION :

1. Ik doe mee … … … het feest.

2. Ik ben dol … … … tennis.

3. Ik doe veel … … … sport.

4. … … … school studeer ik Spaans en ik houd er veel … … … . 5. Ik ben verleden week … … … Brugge gegaan.

6. Neem je deel … … … die wedstrijd?

7. … … … in juli is het altijd warm.

6. COMPLETE AU MOYEN DE « DIE » OU « DAT » :

1. Ik denk … … … de directeur afwezig is.

2. Het apparaat … … … u besteld hebt, zal ik volgende week krijgen.

3. Hier zijn de boeken … … … ik nodig heb.

4. Waar is de secretaresse … … … de brief zal tikken?

5. Heb je de uitnodigingen … … … ik moet sturen?

6. Het is de eerste keer … ik haar ontmoet.

7. RECONSTITUE LE TEXTE CI-DESSOUS EN REMETTANT DANS L’ORDRE LES DIFFERENTS ELEMENTS DE CHAQUE PHRASE : 1. Een vriend / zocht / naar een witte jas / voor beroepskleding / van mij / in een

winkel / die medicijnen studeert, / .

2. Eindelijk / dat hem paste / hij / een exemplaar / vond / . 3. De winkelier / behulpzaam / merkte / op / :

4. “ / Dat / een / jas / uitstekende / , meneer / is / . 5. Mijn / is / ook / zoon / slager / ! / ”

(5)

“VERBETERING”

1. Vorig jaar waren we op vakantie in Frankrijk. Ik maakte kennis met enkele jongeren. Ik heb me goed geamuseerd en ik leerde ook veel Frans. Op een dag nodigden ze me uit om iets buitengewoons te doen. We moesten eerst een speciale uitrusting met gezichtsbescherming aantrekken. We vormden twee ploegen en na een tijdje schoot allemaal met verfpistolen. Wat een leuke ervaring! Je zou moeten proberen. Zeker vind je die activiteit fantastisch. Ik hoop dat ik dit jaar nog een keer de kans krijg om met verfballetjes en een verfpistool te spelen. Ik heb horen zeggen dat ze binnenkort in onze buurt een terrein zullen aanleggen.

2. De vakantie is nu al enkele dagen voorbij. Het is nu tijd om aan school te denken. Ik heb een nieuwe ringmap gekocht. Voor de rest wacht ik op de instructies van de leerkrachten. Mijn hoofdvakken zijn Engels en wiskunde.

Aardrijkskunde en geschiedenis zijn mijn lievelingsvakken. Ik heb een hekel aan lichamelijke opvoeding. Tijdens de middagpauze moet ik op school blijven.

Volgens mijn ouders ben ik te jong om naar de stad te gaan. Ik moet achttien zijn om dat te mogen doen.

3. Moeder is niet boos. / Het is nog geen tien uur. / Dit jaar gaan we niet met vakantie naar de bergen. / Mijn broer werkt niet slecht op school. / Vader heeft geen nieuwe jas nodig. / Het eten is niet klaar . / Het kindje is niet meer ziek. / Ik heb niets te doen.

4. bruine / nieuwe / rood / oud / ruime / leuke / mooi / goede / hoge / grappige

5. aan / op / aan / op / van / naar / aan / in

6. dat / dat / die / die / die / dat

7. Een vriend van mij die medicijnen studeert, zocht in een winkel naar een witte

jas voor beroepskleding. Eindelijk vond hij een exemplaar dat hem paste. De

winkelier merkte behulpzaam op: “ Dat is een uitstekende jas, meneer. Mijn zoon

is ook slager!”

(6)

9.3. VERBETERING:

Joachim rijdt weg totdat hij zich in een vertrouwde omgeving bevindt. Hij stopt bij de frietkraam waar hij vaak kwam eten en dan op de stoep dichtbij het appartement waar hij jarenlang heeft gewoond.

Plotseling prikken tranen in zijn ogen en hij beslist Tante Mimi op te bellen. Gelukkig neemt ze onmiddellijk op en klinkt blij hem te horen.

Wanneer Joachim in haar kapsalon aankomt, pakt Tante Mimi hem stevig vast en geeft hem een dikke zoen op zijn wang . Ze is echt tevreden. Toch wordt ze plots ernstig / serieus want ze moet met Joachim over zijn vader praten.

Zij heeft een voorstel voor Joachim: hij mag een tijdje bij haar wonen en zijn vader is het eens.

Tante Mimi laat pizza brengen en ontkurkt een fles wijn want het is vanavond feest . Dan wordt er gebeld: Joachims vader brengt hem zijn spullen : zijn draagbare tv, mappen en schriften. Alleen zijn materiaal om aan zijn brommer te sleutelen zal hij volgende week krijgen.

Bij Meneer de Smet is er geen teken / spoor van boosheid meer. Hij zwijgt zelf wijs en zegt niets over de toekomende eksamens.

Voordat ze afscheid van elkaar nemen, geeft Joachim een boksstoot op de arm van zijn vader die op zijn schouder klopt.

Wanneer zijn vader weg is, staart Joachim wezenloos naar zijn spullen die hij kort geleden heeft verhuisd. Hij lijkt op een dolende reiziger die op zoek naar iets is.

Maar wat zoekt hij eigenlijk?

(7)

“VERBETERING SAMENVATTING HOOFDSTUKKEN 6-7-8”

Op de volgende dag toert Joachim rond het sportcomplex. Hij zou graag met Joeri over het fuifje van verleden zaterdag spreken.

Eindelijk ontmoet hij hem en ze beginnen te babbelen. Volgens Joeri was het feestje een sukses dankzij de “snoepjes” maar volgens Joachim was het vooral te danken aan de kwaliteit van de muziek.

Toen Joachim het feestje op die zaterdag verliet, gingen de anderen naar de Flash( een discotheek op de grote weg naar Brussel) want hun doel was zeker niet te gaan slapen…

Joeri stelt Joachim voor op de volgende zaterdag naar de Flash te gaan. Joeri’s voorstel spreekt Joachim aan maar hij zal er met zijn eigen brommer / bromfiets naartoe rijden omdat hij om drie uur thuis moet zijn.

Op de volgende zaterdag worden Ella en de vader van Joachim op een receptie uitgenodigd zodat Jana en Joachim alleen zijn. Jana denkt / vertelt dat ze de Schepers wild en heel speciaal vindt.

Later in de avond rijdt Joachim naar de Flash waar Anouk en Joeri op hem wachten. Ze

verwelkomen hem met een “bolletje”. Joachim aanvaardt het en laat zich meedeinen op het ritme van de muziek.

- - - Op de volgende zaterdag heeft Meneer de Smet zijn familie uitgenodigd om in de tuin te barbecuen. Joachim houdt zich nuttig bezig bij het klaarmaken van de maaltijd maar op het moment dat iedereen een likeurtje zit te nippen , gaat hij er onbemerkt vandoor. Hij wil lol maken met zijn vrienden in de discotheek.

Als hij aankomt, herkent de portier hem en hij vindt het groepje terug niet ver van de bar. Anouk stelt Joachim een cocktail voor maar hij weigert zoals gewoonlijk. Aangezien Anouk niet echt begrijpt waarom Joachim zo reageert, vertelt hij over de dood / alcoholproblemen van zijn moeder en zijn belofte om nooit geen druppel alcohol te slikken.

Gelukkig heeft Joachim niets tegen “snoepjes” en hij koopt “superbollen” die langer duren maar ook veel duurder zijn.

De hele nacht blijven Anouk en Joachim dichter en dichter dansen. Eindelijk komen ze in de knalgele auto van Anouk terecht en kussen en strelen elkaar …

--- Het is zeven uur in de morgen en Joachim komt eindelijk naar huis terug. Hij hoopt dat Ella en zijn vader nog in bed liggen en probeert zo weinig mogelijk lawaai / geluid te maken opdat ze hem niet horen.

Eigenlijk zit Ella in de keuken een koffie te drinken en zijn vader vraagt onmiddellijk : “Waar was je de hele nacht?”

(8)

Meneer de Smet beschouwt de Flash als een drugshol , een hoerenkot en wordt heel kwaad als Joachim erkent dat hij daar was.

Bovendien verwijt hij zijn zoon dat hij geen toelating / toestemming vroeg om naar de discotheek te gaan. Zoals gewoonlijk verwijt Joachim zijn vader zijn gebrek aan menselijkheid en hij herhaalt / zegt dat het beter was bij zijn moeder …

Bijna onbewust rijdt hij richting Ooievaarslaan en komt bij Anouk en Joeri terecht.

Hoewel er daar niemand lijkt te zijn, parkeert hij zijn brommer. Hij ziet de auto van Anouk en stapt erin om te slapen.

Even later maakt Joeri hem wakker en vraagt hem wat hij wil. Joachim zou graag met Anouk spreken maar zij zeker / blijkbaar niet! Ze zegt dat kussen en elkaar strelen tot uitgaan behoort . ---

Références

Documents relatifs

Je reviens vers vous avec des exercices portant sur le dernier point de grammaire que nous aurions dû voir cette année scolaire ci : « les pronoms relatifs / adverbes pronominaux

/ Het huis waar ik als kind in gewoond heb, bestaat niet meer.. De fiets waarmee ik tien jaar gereden heb, heb

• Soit la proposition commence par un complément (dans ce cas, on inverse la position du sujet et du verbe conjugué pour que le verbe conjugué reste en 2 ème position = inversion)

Hij verklaart dat (ze zijn nog nooit naar Amsterdam geweest).. Ik herinner me dat (ze zijn met hun buren

Wat interesse in onderwijsinstellingen buiten het hoger onderwijs betreft zien we significant meer interesse bij doctorandi in de exacte wetenschappen in vergelijking met

Als ik toen – die avond toen ik tweeën- twintig was – ook maar het minste compro- mis had gesloten, zou ik dan, mijn eigen aard in acht genomen, uiteindelijk toch niet hebben

Met andere woorden: de bouw van een eenvoudige constructie op privéterrein – die in één dag kan worden gezet en in dezelfde tijdspanne (zonder verdere gevolgen voor de

Vooral de afwezigheid van een evidence-based integraal en geïntegreerd alcohol- beleid, bestaande uit de meest effectieve maatregelen om schadelijk alcoholgebruik te beperken en met