• Aucun résultat trouvé

Gestructureerde kredietinstrumenten

Dans le document Fortis Jaarrekening 2007 (Page 185-188)

14 Segmentinformatie

19.4 Gestructureerde kredietinstrumenten

Fortis houdt als onderdeel van zijn beleggingsportefeuille zogenaamde Gestructureerde kredietinstrumenten (GKI) aan.

Gestructureerde kredietinstrumenten zijn waardepapieren, die gecreëerd worden door het herverpakken van kasstromen uit financiële contracten en bevatten Obligaties gedekt door overige activa (ABS), Obligaties gedekt door hypotheken (MBS) en Schuldpapieren met onderpand (CDO’s). De exposure met betrekking tot Gestructureerde kredietinstrumenten wordt in de jaarrekening verantwoord naar categorie van financieel instrument zoals Voor verkoop beschikbare beleggingen, Beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening, Activa aangehouden voor handelsdoeleinden en als Vorderingen op klanten. De exposure omvat activa die gerelateerd zijn aan de Amerikaanse ‘subprime’ hypothecaire leningen.

De netto-exposure van de wereldwijde portefeuille van Fortis aan Gestructureerde kredietinstrumenten is per 31 december 2007 als volgt samengesteld:

Totaal netto Totaal netto exposure exposure Bank Verzekering excl. SPE activa incl. SPE activa

GKI begrepen in Activa gehouden voor handelsdoeleinden (noot 16) 3.249 3.249 3.886

GKI begrepen in Vorderingen op klanten (leningen beschikbaar voor verkoop) (noot 18) 212 212 212 GKI begrepen in Beleggingen voor verkoop beschikbaar (noot 19.2) 31.790 1.393 33.183 33.495 GKI begrepen in Beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen

in de resultatenrekening (noot 19.3) 1.942 1.487 3.429 3.553

Overige 6.169 6.169 6.169

Totaal 43.362 2.880 46.242 47.315

Overige betreft voornamelijk de activa pools van Scaldis zoals verantwoord onder Overige activa bij het Bankbedrijf.

Scaldis wordt volledig geconsolideerd door Fortis en is een entiteit die zich richt op het aankopen van verdisconteerbare activa met een beleggingskwaliteit, sub-beleggingskwaliteit danwel niet-gewaardeerde activa. De activa-pools omvatten de continue financiering van activa van derden zoals consumenten- en autoleningen, handelsdebiteuren, hypotheken en leasedebiteuren.

De activa van Special Purpose Entities (SPE’s) houden verband met beleggingen van Fortis-maatschappijen in Schuldbewijzen van Special Purpose Entities die zijn opgezet door Fortis met als doel activa secutarisatie of uitgifte van Gestructureerde kredietinstrumenten. Deze beleggingen zijn verantwoord in de balans van Fortis. De exposure van de SPE’s wordt in de balans voornamelijk verantwoord onder de balansposten Vorderingen op klanten (hypothecaire leningen) en Vorderingen op banken (Omgekeerde terugkoopovereenkomsten).

Op 11 januari 2006 is IFRS 7, Financiële Instrumenten: informatieverschaffing, goedgekeurd door de Europese Commissie. IFRS 7 wordt door Fortis sinds 1 januari 2007 toegepast en bevat toelichtingsvereisten met betrekking tot de wijze waarop reële waarden van financiële activa, geheel of gedeeltelijk, worden bepaald: direct door referentie aan gepubliceerde marktprijzen in een actieve markt of geschat op basis van waarderingsmethoden die zijn gebaseerd op veronderstellingen die niet zijn gebaseerd op beschikbare en waarneembare marktgegevens.

Gestructureerde kredietinstrumenten worden hoofdzakelijk gewaardeerd tegen reële waarde. De Gestructureerde kredietinstrumenten die niet tegen reële waarde zijn gewaardeerd, hebben voornamelijk betrekking op de activa pools van Scaldis en zijn gewaardeerd tegen amortisatiewaarde. De waardering van de reële waarde van de financiële activa, die deel uitmaken van de Gestructureerde kredietinstrumentenportefeuille kan als volgt worden gerubriceerd;

• categorie 1: de reële waarde wordt, geheel of gedeeltelijk, bepaald op basis van referentie aan gepubliceerde prijsnoteringen in een actieve markt

• categorie 2: de reële waarde wordt, geheel of gedeeltelijk, bepaald op basis van een waarderingstechniek waarbij de aannames zijn gerelateerd aan beschikbare en waarneembare marktgegevens

• categorie 3: de reële waarde wordt, geheel of gedeeltelijk, bepaald op basis van een waarderingstechniek waarbij de aannames niet zijn gerelateerd aan beschikbare en waarneembare marktgegevens.

De rubricering binnen de reële waarde hiërarchie is gebaseerd op het laagste niveau van input dat significant is voor de reële waarde waardering. Noot 36 ‘Reële waarde van financiële activa en financiële verplichtingen bevat een omschrijving van de waarderingsmethoden die worden toegepast voor het bepalen van de reële waarde van activa en verplichtingen.

De onderstaande tabel geeft de financiële instrumenten weer die begrepen zijn in de Gestructureerde kredietinstrumentenportefeuille naar categorie van reële waarde waardering met als doel inzicht te geven in de input voor de waardering van de reële waarde per 31 december 2007:

Bank Verzekering Totaal

Categorie 1 60% 99% 63%

Categorie 2 33% 1% 30%

Categorie 3 7% 7%

De vermelde percentages zijn gebaseerd op de netto-exposure, inclusief obligaties gedekt door overige activa welke gehouden worden bij SPE’s van Fortis.

Gedurende het tweede halfjaar van 2007 veranderden de marktomstandigheden voor de Gestructureerde kredietinstrumenten dramatisch hetgeen leidde tot een significante achteruitgang in de waarneembaarheid van marktprijzen voor activa primair gerelateerd aan Amerikaanse subprime hypothecaire leningen, inclusief door activa gedekte effecten (ABS) en schuldbewijzen met onderpand (CDO’s). Onder deze markomstandigheden was het niet langer mogelijk de door Fortis zelf gecreëerde CDO-portefeuille te waarderen op basis van de gepubliceerde prijsnoteringen omdat deze niet langer beschikbaar waren. Ten gevolge hiervan werd een waarderingstechniek toegepast op basis van het contante-waarde-model.

Net als bij andere financiële activa hanteert Fortis een tweestappen aanpak voor het toetsingsproces van bijzondere waardeverminderingen van financiële instrumenten. Eerst vindt een beoordeling plaats of er objectieve bewijzen bestaan dat een actief een bijzondere waardevermindering dient te ondergaan. De beoordeling van objectief bewijs geschiedt op basis van waarneembare gegevens (‘triggers’) van verliesgevende gebeurtenissen.

De door Fortis gecreëerde verplichte triggers voor CDO-producten die kunnen leiden tot een bijzondere waardevermindering, zijn de volgende:

• voor alle tranches die Fortis bezit elk voorval onder de overeenkomst van in gebreke blijven van de uitgever van de CDO

• het verlagen van het kredietwaardigheidsoordeel van een tranche onder de beleggingskwaliteit.

Indien een verplichte trigger is geraakt, dan wordt het instrument verondersteld een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan.

Naast de verplichte triggers wordt er ook gebruik gemaakt van schattingselementen:

• de overwaarde van het onderpand daalt onder de 100%

• de interestafdekking daalt onder de 100%

• een verlaging van de waardering van een willekeurige tranche met 1 of meer graden ten opzichte van de oorspronkelijke waardering

• de reële waarde daalt onder 80% van de aankoopprijs.

Indien een schattingselement wordt geraakt, dan vindt een nadere analyse van de kredietkwaliteit plaats. Bijzondere waardeverminderingen van activa worden bepaald als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen.

Gedurende 2007 werden de testen om de bijzondere waardeverminderingen te schatten voor de zogenaamde Super Senior Exposure welke zijn uitgegeven door Fortis, gebaseerd op een kasstroomanalyse welke rekening houdt met waarneembare en niet-waarneembare gegevens voor relevante benchmark instrumenten, geleden cumulatieve verliezen in hypotheekpools en de waarschijnlijkheid van in gebreke blijven van het onderliggende ABS-CDO onderpand. De input voor het waarderingsmodel bestaat in hoofdzaak uit informatie van hypotheekverstrekkers. Deze informatie wordt aan het eind van iedere maand verkregen en geeft inzicht in de kasstromen in de voorgaande maand met betrekking tot de hypotheken welke onderliggend zijn aan de relevante obligaties. Het model beoordeelt het risiconiveau van de onderliggende hypotheekportefeuille en schat de reële waarde in van de posities.

Het model is gebaseerd op de schattingen van cumulatieve verliezen voor de diverse buckets (RMBS en CDO’s) welke in de verschillende CDO-structuren zijn begrepen. Het model beschouwt een waarde per CDO-bucket en geeft een waardering voor de RMBS buckets op basis van de volgende stappen:

• berekening van het in gebreke zijnde deel voor elke portfolio

• extrapolatie van cumulatieve in gebreke ratio’s van de hypotheekpool over de looptijd gebruik makend van een default curve gebaseerd op marktgegevens

• calculatie van de huidige waarde van de kasstromen.

Fortis heeft echter ingeschat dat de uitkomst van het model gebaseerd op historische marktgegevens de snelle neergang van de subprime markt in de Verenigde Staten onvoldoende reflecteerde. Dientengevolge is besloten om een stress scenario in beschouwing te nemen, gebruik makend van diverse stress testing veronderstellingen, inclusief een hoger cumulatief verlies dan de historische marktgegevens, om het niveau van bijzondere waardeverminderingen te bepalen.

Alhoewel het Fortis stressed kastroommodel is aangepast voor de huidige marktomstandigheden en wordt gewaardeerd op basis van de meest recente informatie die ook door andere marktparticipanten wordt gebruikt, hebben zulke modellen inherente beperkingen en kunnen verschillende veronderstellingen en input van gegevens leiden tot een verschillende kijk op de omvang van een bijzondere waardevermindering. De bijzondere waardeverminderingen op Gestructureerde kredietinstrumenten worden verantwoord in de resultatenrekening in de lijn Wijzingingen in de bijzondere waardeverminderingen (noot 46).

Veranderingen van de reële waarde van Gestructureerde kredietinstrumenten worden verantwoord onder Activa gehouden voor handelsdoeleinden of Beleggingen met waardeveranderingen in de reële waarde worden toegelicht in het hoofdstuk Overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen in de resultatenrekening (noot 41).

Dans le document Fortis Jaarrekening 2007 (Page 185-188)

Documents relatifs