• Aucun résultat trouvé

Article

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "Article"

Copied!
2
0
0

Texte intégral

(1)

AC T U A L I T E I T

L A R C I E R T . B . H . 2 0 1 1 / 9 – N O V E M B E R 2 0 1 1 9 5 1

Deze wijzigingen kaderen in de implementering van de Capital Requirements Directive III (‘CRD III’

genoemd). De aanpassingen werden overeengekomen in het kader van de ‘European Banking Authority’ (opvol- ger van het ‘Committee of European Banking Supervi- sors’ of ‘CEBS’).

De nieuwe regels treden vanaf 31 december 2011 in wer- king.

Elke Jansens

Advocaat Nauta Dutilh; Wetenschappelijk medewerkster VUB (BuCo/Ecor)

FINANCIEEL RECHT

Financiële markten – Marktregels

FSMA – Vragen en antwoorden over ongedekt verkopen van effecten –

25 augustus 2011

De FSMA is op grond van de artikelen 2, § 2 en 3, van het koninklijk besluit van 23 september 2008 bevoegd om de werkingssfeer van voornoemd koninklijk besluit nader te verduidelijken. In het licht van deze bevoegd- heid heeft zij bepaald dat vanaf 12 augustus 2011 de notie ‘ongedekte transacties’ uitgebreid wordt door de dekking met geleende aandelen niet langer als een volle- dige dekking te beschouwen. Hierdoor zijn niet langer enkel ‘naked’ maar ook ‘covered’ (aandelen- of deriva- ten)transacties met betrekking tot financiële instellingen die zijn aangeduid in het koninklijk besluit verboden. De bestaande netto-economische baisseposities vallen niet onder het toepassingsgebied van dit verbod, maar mogen niet worden uitgebreid. De bestaande rapporteringsver- plichtingen blijven van kracht, ook voor deze posities.

De beslissing werd bekendgemaakt in een persbericht van 11 augustus 2011 en de bedoelde verduidelijking werd opgenomen in de “vragen en antwoorden over ongedekt verkopen van effecten” die beschikbaar is op de website van de FSMA.

Régine Feltkamp

Advocaat Modo Advocaten; Docent VUB (BuCo/Ecor) Yves T’Jampens

Advocaat Modo Advocaten

Rechtspraak/Jurisprudence H

O F V A N

C

A S S A T I E

27

J U N I

2011

FINANCIEEL RECHT

Overnamebod – Uitkoopaanbiedingen Zaak: nr. C.09.0290.F

Het arrest van 27 juni 2011 van het Hof van Cassatie han- delt over de taken van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (‘FSMA’, tot 1 april 2011 de

‘CBFA’ of ‘Commissie voor Bank-, Financie- en Assu- rantiewezen’ genoemd) in het kader van een openbaar uitkoopbod (ook een ‘squeeze out’ genoemd). Een open- baar uitkoopbod is een procedure die een aandeelhouder die meer dan 95% van de aandelen van een vennootschap bezit, toelaat om de andere aandeelhouders uit te kopen.

De andere aandeelhouders hebben geen keuzerecht en hun aandelen gaan automatisch over naar de bieder op het einde van de procedure.

Er bestond onduidelijkheid over de vraag of de FSMA de door de bieder geboden prijs kan controleren. Het Hof van Cassatie heeft op 27 juni 2011 bevestigd dat de FSMA de prijs van het overnamebod zelf niet mag vast- stellen, doch wel moet controleren of “de geboden prijs zodanig is dat hij de belangen van de uit te kopen effec- tenhouders veilig stelt”.

Elke Jansens

Advocaat Nauta Dutilh; Wetenschappelijk medewerkster VUB (BuCo/Ecor)

H

O F V A N

C

A S S A T I E

23

J U N I

2011

FINANCIEEL RECHT

Vermogensbeheer en beleggingsadviseurs – Beleg- gingsovereenkomst – Voorafgaande voorwaarde – Schriftelijke overeenkomst – Doestellingen van de cliënt – Aanvaard financieel risico

Zaak: nr. C.09.0468.F

De feiten die ten grondslag liggen aan deze zaak hebben betrekking op het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 (BS 20 augustus 1991) over het vermogensbeheer en het beleggingsadvies zoals het van toepassing was alvorens het werd opgeheven door het koninklijk besluit van 3 juni 2007.

Artikel 19 van het voormelde koninklijk besluit bepaalde dat vooraleer een overeenkomst van vermogensbeheer of

(2)

AC T U A L I T É

9 5 2 R . D . C . 2 0 1 1 / 9 – N O V E M B R E 2 0 1 1 L A R C I E R

beleggingsadvies kon worden gesloten, de vennoot- schappen voor vermogensbeheer en de vennootschapen voor beleggingsadvies aan hun cliënten de nodige toe- lichting moesten vragen over hun ervaring inzake beleg- gingen en hun doelstellingen wat betreft de gevraagde diensten. Artikel 8, § 2, 2° van hetzelfde koninklijk besluit stelde in dat verband nog dat vennootschappen voor beleggingsadvies geen diensten van beleggingsad- vies mochten verlenen alvorens met de cliënt een schrif- telijke overeenkomst werd gesloten waarin onder meer de doelstellingen van de cliënt inzake het advies over- eenkomstig het voornoemde artikel 19 werden opgeno- men.

In de overeenkomst tussen de vennootschap voor beleg- gingsadvies en diens cliënt bleek uit het eerste artikel dat het vermogen van de cliënt werd onderzocht en op basis van de doelstellingen van de cliënt en de vijf bestaande basisoffertes hem een algemeen beleggingsprogramma werd aangeboden. Het tweede artikel omschreef de vijf basisoffertes waarvan de cliënt de aandelenportefeuille met 100% aandelen en dus een hoog risicogehalte heeft gekozen. Hetzelfde artikel voorzag vervolgens dat de cliënt uitdrukkelijk aan de vennootschap voor beleg- gingsadvies de opdracht gaf om hem advies te geven

over het beheer van diens goederen die onderworpen waren aan de overeenkomst.

De cliënt beklaagde zich over het feit dat zijn doelstellin- gen niet uitdrukkelijk in de overeenkomst waren opgeno- men zoals voorzien in artikel 8, § 2, 2° van het voor- noemd koninklijk besluit en de overeenkomst daarom nietig moest worden verklaard. Het hof van beroep was evenwel van oordeel dat de doelstellingen van de cliënt wel degelijk in de overeenkomst waren opgenomen aan- gezien deze de keuze had gemaakt voor een aandelenpor- tefeuille met hoog risico en dat hij in dat verband advies wou over het beheer ervan zoals bepaald in de overeen- komt. Het Hof van Cassatie heeft, in lijn met zijn uit- spraak van 24 februari 2011, het arrest van het hof van beroep verbroken, stellende dat het begrip doelstellingen van de cliënt inzake advies werd verward met de doel- stellingen van beleggingsinstrumenten waarvoor de cliënt kiest en het financieel risico dat hij bereid is daar- mee te nemen.

Régine Feltkamp

Advocaat Modo Advocaten; Docent VUB (BuCo/Ecor) Yves T’Jampens

Advocaat Modo Advocaten

3. V ENNOOTSCHAPSRECHT /D ROIT DES SOCIÉTÉS

Wetgeving/Législation VENNOOTSCHAPPEN

Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid:

gemeenschappelijke bepalingen – Organen – Raad van bestuur – Aantal vrouwelijke leden

Wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische

overheidsbedrijven, het Wetboek van Vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in

de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij

(BS 14 september 2011)

De wet introduceert minimumquota om de diversiteit te garanderen in de samenstelling van de raden van bestuur van autonome overheidsbedrijven, van vennootschappen

waarvan de effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (genoteerde vennoot- schappen) en van de Nationale Loterij.

Een nieuw artikel 518bis wordt toegevoegd aan het W.Venn. Dit artikel vereist dat ten minste één derde van de leden van de raad van bestuur van een genoteerde ven- nootschap van een ander geslacht moet zijn dan de ove- rige leden. Voor de toepassing van deze 1/3 minimum- vereiste, wordt het resultaat van de berekening afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal. Indien aan deze minimumvereiste niet is voldaan, moet de eerstvolgende bestuurder die wordt benoemd van het ondervertegen- woordigde geslacht zijn. Is dit niet het geval, dan is de benoeming nietig. Deze verplichting treedt in werking vanaf de eerste dag van het zesde boekjaar dat start na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad.

Voor genoteerde vennootschappen waarvan de free float minder dan 50% bedraagt of voor kleinere genoteerde vennootschappen die aan bepaalde criteria voldoen, tre- den voormelde verplichtingen pas in werking vanaf het achtste boekjaar na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Voor vennootschappen waarvan de effecten voor het eerst worden genoteerd, geldt de 1/3 minimum- vereiste vanaf het zesde boekjaar na hun notering.

Références

Documents relatifs

In de mate dat artikel 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Ingeval zich een noodsituatie of een uitzonderlijke uitvalsituatie of een ongewone uitvalsituatie voordoet, zoals gedefinieerd in de Technische Reglementen of het

Artikel 9 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 bepaalt dat voor faillissementen geopend vóór de inwer- kingtreding van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juni 1999 houdende benoeming van de leden van het College van geneesheren voor de functie “intensieve zorg”, gewijzigd door het

De eeuw van onze kinderen: Nederland is er nog niet klaar voor De economen van ABN AMRO hebben vastgesteld dat de economische structuur van ons land nog te zwak is om over te dragen

PRIVATE BANKING Delen Investments AvH 78,75% realiseerde in het eerste kwartaal 2017 een stijging van het totaal beheerd vermogen met 5,2% tot 39.742 miljoen euro, tegenover

Deze aangroei wordt hoofdzakelijk verklaard door de winst die AvH over het eerste semester van 2016 heeft gerealiseerd verminderd met de uitkering van het dividend van 1,96 euro

Het hof oordeelt dat uit artikel 3, c) en d) van de (…) prima facie lijkt voort te vloeien dat voor één en hetzelfde product (dat in artikel 1 b) van de (…) wordt gedefinieerd als