• Aucun résultat trouvé

Article

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "Article"

Copied!
2
0
0

Texte intégral

(1)

AC T U A L I T E I T

L A R C I E R T . B . H . 2 0 1 2 / 5 – M E I 2 0 1 2 5 3 9

– over een masterdiploma of gelijkwaardige ervaring beschikken;

– een grondige kennis hebben verworven van de inhoud en de toepassing van de gedragsregels (hiervoor dient de kandidaat te slagen voor een examen dat die kennis test);

– beschikken over de nodige professionele betrouwbaar- heid;

– een rechtsbijstandsverzekering afgesloten hebben.

Daarnaast voorziet het FSMA-reglement ook dat de erkende compliance officers zich minstens om de drie jaar moeten bijscholen. De verplichte erkenning geldt alleen voor de personen die aan het hoofd staan van de compliance functie binnen een financiële instelling en rechtstreeks aan de effectieve leiding van die instelling rapporteren.

Compliance officers die de functie al bekleedden vóór 1 april 2011, moeten geen examen meer afleggen, maar dienen wel aan de andere erkenningsvereisten te vol- doen.

C.C.

Wet van 13 november 2011 betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval

VERZEKERINGEN

Landverzekering – Persoonsverzekering – Vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een tech- nologisch ongeval

ASSURANCES

Assurances terrestres – Assurances de personnes – Indemnisation des dommages corporels et moraux con- sécutifs à un accident technologique

Bij wet van 13 november 2011 betreffende de vergoe- ding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval (BS24 februari 2012) werd een regeling ingevoerd waarbij schade door technologische rampen kan worden vergoed zonder dat de slachtoffers moeten wachten tot de aansprakelijkheden zijn vastge- steld. In de parlementaire werken wordt uitdrukkelijk verwezen naar de schadeverwekkende gasexplosies te Gellingen (2004) en Luik (2010). De wet treedt op 1 november 2012 in werking.

De regeling geldt ten gunste van de slachtoffers (en hun rechthebbenden) van een zogenaamd ‘uitzonderlijk schadegeval’. Met een uitzonderlijk schadegeval wordt bedoeld een grote technologische ramp die als dusdanig wordt erkend door een Comité van wijzen en waarbij een probleem rijst met de vaststelling van de burgerlijke aan- sprakelijkheid. De wet is enkel van toepassing op uitzon- derlijke schadegevallen die zich in België voordoen.

Slachtoffers die aan de voorwaarden voldoen kunnen een provisionele en zelfs definitieve schadevergoeding krijgen bij het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds die overeenkomstig de regels van het gemeen recht wordt bepaald, rekening houdend met de uitzonderlijke aard van de schade. Het Gemeenschappelijk Motorwaar- borgfonds treedt dan immers ten bedrage van de schade- loosstelling die het heeft uitgekeerd, in de rechten en vorderingen van de schadeloos gestelde persoon tegen de burgerrechtelijk aansprakelijke persoon of op de betrokken aansprakelijkheidsverzekeraar.

De financiering van het Gemeenschappelijk Motorwaar- borgfonds gebeurt in eerste instantie door het geheel van burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeraars die bij vaststelling van een uitzonderlijk schadegeval door het fonds worden verzocht om stortingen te verrichten naar rata van hun marktaandeel. De bedoeling is echter wel dat de financiële last uiteindelijk gedragen wordt door de burgerrechtelijk aansprakelijke persoon, dan wel door het Rampenfonds.

De wet doet uitdrukkelijk geen afbreuk aan het recht van slachtoffers om schadevergoeding overeenkomstig de gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsregels te beko- men.

C.C.

Nouvel article 110/1 dans la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre (LCAT), en ce qui concerne la désignation du bénéficiaire d’un contrat d’assurance vie (loi du 13 janvier 2012)

ASSURANCE

Assurances terrestres – Assurances de personnes – Assurances vie – Désignation bénéficiaire au profit des

‘héritiers légaux’

VERZEKERING

Landverzekering – Persoonsverzekering – Levensverze- kering – Aanwijzing van de beneficiaris ‘wettige erfge- naam’

Par une loi du 13 janvier 2012 (MB 24 février 2012), un article 110/1 a été inséré dans la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre (LCAT), en ce qui con- cerne la désignation du bénéficiaire d’un contrat d’assu- rance vie.

Cet article est libellé comme suit: “Lorsque les héritiers légaux sont désignés comme bénéficiaires sans indication de leurs noms, les prestations d’assurance sont dues, jusqu’à preuve du contraire ou sauf clause contraire, à la succession du preneur d’assurance.”

Le but de cette nouvelle disposition est de répondre aux problèmes pratiques posés par les clauses désignant de manière générique les ‘héritiers légaux’ du preneur comme bénéficiaires d’un contrat d’assurance vie

(2)

AC T U A L I T É

5 4 0 R . D . C . 2 0 1 2 / 5 – M A I 2 0 1 2 L A R C I E R

(décès), lorsque ces héritiers légaux sont des parents éloignés avec lesquels le preneur n’a parfois plus de con- tact et que ce dernier a rédigé un testament en faveur d’une personne n’ayant pas cette qualité (compagnon ou compagne de vie, p. ex.).

L’article 110/1 de la LCAT entend faire en sorte que, dorénavant, un tel héritier testamentaire, qui fait partie de la succession du preneur sans être un héritier légal, puisse également jouir de la prestation d’assurance vie, conformément à l’intention présumée du défunt. Il réserve toutefois la possibilité de preuve ou de clause contraire.

La loi du 13 janvier 2012 est entrée en vigueur le 5 mars 2012. Elle s’applique à tout contrat d’assurance vie con- clu à partir de cette date. S’agissant des contrats en cours, le preneur a jusqu’au 5 mars 2014 pour déclarer explici- tement, à l’initiative de l’assureur, qu’il renonce à l’appli- cation de l’article 110/1, par le biais d’un avenant à la police, signé par lui et par l’assureur. Il appartient donc aux assureurs de prendre contact avec leurs clients con- cernés afin de les inviter à se prononcer à ce sujet.

J.-M.B.

8. E

CONOMISCH

S

TRAFRECHT

/D

ROITPÉNAL

ÉCONOMIQUE

Dirk Libotte

13

Rechtspraak/Jurisprudence

Corr. Brussel 27 maart 2012 VOORAFGAANDE TITEL SV.

Lasthebber ad hoc – Strafrechtelijke aansprakelijkheid rechtspersoon – Faillissement van de rechtspersoon TITRE PRÉLIMINAIRE C.I.CR.

Mandataire ad hoc – Responsabilité pénale de la per- sonne morale – Faillite de la personne morale

Artikel 2bis van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat ingeval de strafvordering wordt ingesteld tegen een rechtspersoon en tegen degene die bevoegd is om de rechtspersoon te vertegen- woordigen, wegens dezelfde of samenhangende feiten, de rechtbank een lasthebber ad hoc aanwijst om de rechtspersoon in de strafprocedure te vertegenwoordi- gen. Deze maatregel werd ingegeven door de bekommer- nis om belangenconflicten te vermijden in hoofde van de natuurlijke persoon bevoegd om de rechtspersoon te vertegenwoordigen.

In toepassing van deze bepaling stelde de correctionele rechtbank van Brussel bij vonnis van 12 januari 2012 een lasthebber ad hoc aan voor een rechtspersoon waar- van ook de zaakvoerder werd vervolgd wegens dezelfde feiten. Enkele weken later werd de rechtspersoon even- wel failliet verklaard, en werd door de rechtbank van koophandel een curator aangesteld. De vraag stelde zich vervolgens of de belangen van de rechtspersoon verder door de curator dan wel door de lasthebber ad hoc dien- den te worden behartigd. In een tussenvonnis van 27 maart 2012 oordeelde de rechtbank dat de rechtsper- soon verder diende te worden vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc. De rechtbank steunde zich daarbij op de overweging dat, eens een lasthebber ad hoc is aan- gesteld, diens mandaat voortduurt tot op het ogenblik dat een definitieve beslissing is gewezen over de straf- procedure ten aanzien van de rechtspersoon, zelfs indien de rechtspersoon in de loop van de procedure failliet wordt verklaard. Daarnaast merkt de rechtbank op dat de curator optreedt voor de schuldeisers en niet voor de gefailleerde vennootschap zodat hij, indien hij de straf- rechtelijke verdediging van de vennootschap zou moe- ten waarnemen, mogelijk zou kunnen geconfronteerd worden met tegenstrijdige belangen. Uit dit alles leidt de rechtbank af dat de curator “niet dezelfde waarborgen als de lasthebber ad hoc” biedt bij de uitoefening van de rechten van verdediging van de vennootschap.

9. M

EDEDINGINGSRECHTENGEREGULEERDE SECTOREN

/D

ROITDELACONCURRENCEET SECTEURSRÉGULÉS

Nathan Cambien

14

Rechtspraak/Jurisprudence

Raad voor de Mededinging 31 januari 2012

Belgacom NV van publiek recht / Wireless Technologies BVBA

Beslissing: 2012-C/C-03 Zaak: MEDE-C/C-11/0010 MEDEDINGING

Belgisch mededingingsrecht – Concentraties – Voor- waarden en verplichtingen

CONCURRENCE

Droit belge de la concurrence – Concentrations – Condi- tions et charges

Op 23 december 2011 verklaarde de Raad voor de Mede- dinging de overname door Belgacom van Wireless Tech- nologies – de onderneming die in België onder de merk- naam ‘The Phone House’ (‘TPH’) telecomwinkels uitbaat – toelaatbaar onder voorwaarden. Een van die voor-

13. Advocaat te Brussel. 14. Advocaat Eubelius Brussel; medewerker K.U.Leuven.

Références

Documents relatifs

nautaires, départementaux et régionaux ainsi que parlementaires, membres de droit, l’ Association construit l’avenir des territoires et des populations de montagne.. Les

Le créancier muni d'un titre exécutoire constatant une créance liquide et exigible peut en poursuivre l'exécution forcée sur les biens de son débiteur dans les conditions propres

Vu l’arrêté du 19 décembre 2011 relatif au programme d’actions national à mettre en œuvre dans les zones vulnérables afin de réduire la pollution des eaux par les nitrates

Si elle reflète bien l’engagement physique et mental des athlètes, ironiquement, la devise des Jeux olympiques modernes imaginés par Pierre de Coubertin peut tout aussi bien

Thérapie génique de l’œil, prothèses rétiniennes, imagerie oculaire à haute résolution, développement de substituts de cornée…. Une nouvelle ère thérapeutique est

Ainsi, il souligne deux points majeurs : d ’ une part l ’ excès de douleur exprimé par les patients dou- loureux et dépressifs repose sur des corrélats biochimiques qu ’ il

Plusieurs mécanismes ont été proposés quant à l ’ origine de l ’ hydrothorax hépatique : fuite liquidienne à partir du canal thoracique, passage de liquide d ’ ascite dans

Nous allons utiliser la théorie C-K pour l’appliquer à ce cas concret d’innovation conjointe entre deux organisations diffé- rentes, à savoir un distributeur et