FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN
EN LEEFMILIEU
[C − 2008/24166]
N. 2008 — 1362
11 MAART 2008.—Protocolakkoord tussen de Federale Overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de oprichting van een permanente stuurgroep en subwerkgroepen in de schoot van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid om de voorbe- reiding en de coördinatie van de internationale activiteiten van Belgiëte verzekeren in bepaalde internationale organen m.b.t. de volksgezondheid
Overwegende dat Belgiëeen Federale Staat is en dat de thema’s in verband met volksgezondheid die op de agenda staan van de Europese Unie en bepaalde Internationale organen zoals de Raad van Europa, de Wereldgezondheidsorganisatie, het Gezondheidscomitévan de OESO, het ECDC, bevoegdheden betreffen van zowel de Federale Staat, als de Gemeenschappen en de Gewesten.
Overwegende dat voor het bepalen van een Belgisch standpunt of voor het nemen van een initiatief in deze organen een eigen inbreng van de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten nood- zakelijk is, weliswaar in het kader van een voorafgaand overleg zodat een gemeenschappelijk Belgisch standpunt of actie mogelijk wordt gemaakt.
Overwegende dat het daartoe noodzakelijk is om in de schoot van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid de manier te regelen waarop de Federale Overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten kunnen samenwerken om deze coördinatie mogelijk te maken.
De Federale Overheid, vertegenwoordigd door haar regering, in de persoon van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;
De Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door haar Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
De Waalse Gewestregering, vertegenwoordigd door haar Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijkheid van Kansen;
De Franse Gemeenschapsregering, vertegenwoordigd door haar Minister van Gezondheid, Kinderen en Jeugdhulp;
De Duitstalige Gemeenschapsregering, vertegenwoordigd door haar Minister van Vorming en Tewerkstelling, Sociale Aangelegenheden en Toerisme;
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschaps- commissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door haar twee leden, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid;
Het College van de Franstalige Gemeenschapscommissie van Brussel Hoofdstad, vertegenwoordigd door het lid bevoegd voor Gezondheids- beleid,
zijn overeengekomen wat volgt :
Artikel 1. In de schoot van de Interministeriële Conferentie Volks- gezondheid wordt een permanente (stuur)werkgroep opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van de voormelde ministers die deel uitmaken van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid.
Deze permanente werkgroep wordt belast met de voorbereiding en de coördinatie van de internationale activiteiten inzake volksgezond- heid in organen zoals de Europese Unie, de Raad van Europa, de Wereldgezondheidsorganisatie, het Gezondheidscomitévan de OESO, enz.
De permanente werkgroep wordt regelmatig samengeroepen door de Federale overheid of op vraag vanéén van haar leden.
Van iedere vergadering van de permanente werkgroep wordt een verslag opgesteld door de Federale Overheid dat via mail aan alle leden van de permanente werkgroep wordt bekend gemaakt. De leden krijgen dan vijf werkdagen om hun eventuele opmerkingen kenbaar te maken. Het aangepast verslag wordt dan opnieuw via mail verstuurd.
Indien er geen verdere opmerkingen zijn wordt dit verslag als goedgekeurd beschouwd.
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE
ET ENVIRONNEMENT
[C − 2008/24166]
F. 2008 — 1362
11 MARS 2008.— Protocole d’accord entre l’Autorité fédérale, les Communautés et les Régions concernant la création d’un groupe de pilotage permanent et de sous-groupes de travail au sein de la Conférence interministérielle Santé publique pour assurer la préparation et la coordination des activités internationales de la Belgique dans certains organes internationaux dans le domaine de la santépublique
Considérant que la Belgique est unétat fédéral et que les thèmes relevant de la santé publique qui sont à l’ordre du jour de l’Union européenne et de certains organes internationaux, tels que le Conseil de l’Europe, l’Organisation mondiale de la santé, le Comitéde la santéde l’OCDE, l’ECDC, concernent des compétencesàla fois de l’Etat fédéral, des Communautés et des Régions.
Considérant que pour déterminer une position belge ou prendre une initiative au sein de ces organes, une contribution spécifique de l’Etat fédéral, des Communautés et des Régions s’impose, certes dans le cadre d’une concertation préalable, pour qu’une position ou une action communes de la Belgique soient possibles.
Considérant qu’il est nécessaireà cettefin de régler au sein de la Conférence interministérielle Santépublique la manière dont l’Autorité fédérale, les Communautés et les Régions peuvent collaborer pour permettre cette coordination.
L’Autorité fédérale, représentée par son gouvernement, en la per- sonne de la ministre des Affaires sociales et de la Santépublique;
Le Gouvernementflamand, représentépar sa Ministre du Bien-être, de la Santépublique et de la Famille;
Le Gouvernement Régional wallon, représentépar son Ministre de la Santé, de l’Action sociale et de l’Egalitédes Chances;
Le Gouvernement de la Communauté franc¸aise, représentépar sa Ministre de la Santé, de l’Enfance et de l’Aideàla Jeunesse;
Le Gouvernement de la Communautégermanophone, représentépar son Ministre de la Formation et de l’Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme;
Le Collège réuni de la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale, représenté par deux membres compé- tents pour la Politique de santé;
Le Collège de la Commission communautaire franc¸aise de Bruxelles- Capitale, représenté par le membre compétent pour la Politique de santé,
sont convenu de ce qui suit :
Article 1er. Il est créé au sein de la Conférence interministérielle Santépublique un groupe de travail (de pilotage) permanent composé de représentants des ministres précités, qui font partie de la Conférence interministérielle Santépublique.
Ce groupe de travail permanent est chargéde préparer et coordonner les activités internationales de santépublique au sein d’organes tels que l’Union européenne, le Conseil de l’Europe, l’Organisation mondiale de la santé, le Comitéde la santéde l’OCDE, etc.
Le groupe de travail permanent est convoqué régulièrement par l’Autorité fédérale ou à la demande explicite d’un des membres du groupe de travail.
L’Autoritéfédérale dresse de chaque réunion du groupe de travail permanent un rapport qui est communiquépar courrielàl’ensemble des membres du groupe de travail permanent. Les membres disposent alors de cinq jours ouvrables pour faire part de leurs remarques éventuelles. Le rapport adapté est ensuite renvoyé par courriel.
En l’absence d’autres remarques, le rapport est considéré comme approuvé.
21935
BELGISCH STAATSBLAD—23.04.2008—MONITEUR BELGE
Art. 2. De permanente werkgroep kan subwerkgroepen oprichten voor specifieke beleidsthema’s zoals o.a.(1) de voorbereiding van bestuursvergaderingen van het Europees Centrum voor Preventie en beheersing van ziekten (ECDC), (2)de internationale activiteiten rond mentale gezondheid, (3) voeding, (4) tabakspreventie, (5) alcohol, (6) Social Protection Committee, enz.
Iedere subwerkgroep bestaat uit experten die aangeduid worden door de leden van de permanente werkgroep.
Een subwerkgroep wordt samengeroepen door de Federale Overheid op vraag vanéén van haar leden of op vraag vanéén van de leden van de permanente werkgroep.
Van iedere vergadering van een subwerkgroep wordt een verslag opgesteld door de Federale Overheid dat via mail aan alle leden van de subwerkgroep en aan alle leden van de permanente werkgroep wordt verstuurd.
De leden van de permanente werkgroep worden op de hoogte gehouden van alle activiteiten en initiatieven die door een subwerk- groep worden verricht. De leden van de permanente werkgroep hebben tevens de mogelijkheid om opmerkingen of bemerkingen te maken bij de werkzaamheden of aanwezig te zijn op vergaderingen van een subwerkgroep.
Art. 3. Dit protocol van akkoord wordt afgesloten voor onbepaalde duur en loopt ten einde op de dag waarop één van de bevoegde overheden de stopzetting van dit protocol vraagt.
Art. 4. Dit Protocol van akkoord werd opgemaakt en ondertekend te Brussel, op 11 maart 2008.
Voor de Federale Overheid :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX
Voor de Vlaamse Regering :
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin S. VANACKERE
Voor de Waalse Gewestregering : De Minister van Gezondheid, Sociale Actie
en Gelijkheid van Kansen, D. DONFUT
Voor de Franse Gemeenschapsregering : De Minister van Gezondheid, Kinderen en Jeugdhulp,
Mevr. C. FONCK
Voor de Duitstalige Gemeenschapsregering : De Minister van Vorming en Tewerkstelling,
Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES
Voor het Verenigd College
van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid,
G. VANHENGEL Voor het Verenigd College
van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid,
B. CEREXHE Voor het College
van de Franstalige Gemeenschapscommissie voor Brussel Hoofdstad :
bevoegd voor Gezondheidsbeleid, B. CEREXHE
Art. 2. Le groupe de travail permanent peut créer des sous-groupes de travail pour des thèmes politiques spécifiques tels que, entre autres (1) la préparation de réunions administratives du Centre européen de prévention et de contrôle des maladies (CEPCM), (2) les activités internationales dans le domaine de la santémentale, (3) l’alimentation, (4) la prévention du tabagisme, (5) l’alcool, (6) le comitéde la protection sociale, etc.
Chaque sous-groupe de travail se compose d’experts désignés par les membres du groupe de travail permanent.
Un sous-groupe de travail est convoquépar l’Autoritéfédéraleàla demande d’un des membres du groupe de travail permanent.
L’Autoritéfédérale dresse de chaque réunion d’un sous-groupe de travail un rapport qui est envoyépar courrielàl’ensemble des membres du sous-groupe de travail et du groupe de travail permanent.
Les membres du groupe de travail permanent sont tenus informés de toutes les activités et initiatives menées par un sous-groupe de travail.
Les membres du groupe de travail permanent ont également la possibilité de faire des remarques ou observations concernant les travaux ouêtre présents aux réunions d’un sous-groupe de travail.
Art. 3. Le présent protocole d’accord est conclu pour une durée indéterminée et expire le jour oùl’une des autorités compétentes en sollicite la cessation.
Art. 4. Le présent protocole d’accord aété établi et signé àBruxelles, le 11 mars 2008.
Pour l’Autoritéfédérale :
La Ministre des Affaires sociales et de la Santépublique, Mme L. ONKELINX
Pour le Gouvernementflamand :
Le Ministre du Bien-être, de la Santépublique et de la Famille, S. VANACKERE
Pour le Gouvernement régional wallon : Le Ministre de la Santé, de l’Action sociale
et de l’Egalitédes Chances, D. DONFUT
Pour le Gouvernement de la Communautéfranc¸aise : La Ministre de la Santé, de l’Enfance et de l’Aideàla Jeunesse,
Mme C. FONCK
Pour le Gouvernement de la Communautégermanophone : Le Ministre de la Formation et de l’Emploi,
des Affaires sociales et du Tourisme, B. GENTGES
Pour le Collège réuni
de la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale :
Le membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de santé,
G. VANHENGEL Pour le Collège réuni
de la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale :
Le membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de santé,
B. CEREXHE Pour le Collège
de la Commission communautaire franc¸aise de Bruxelles-Capitale : Le membre du Collège, compétent pour la Politique de santé,
B. CEREXHE