241.SCHOUKENS.Wolven.10241.doc
Ook binnen woongebieden blijft de wolf een strikt
beschermde soort
De voorbije maanden is de toon van het Vlaamse wolvendebat verscherpt. Een nieuwe lading dode schapen leidde tot bijkomende bezorgdheid bij de landbouwsector. Voor het eerst werd de vraag luidop geopperd of de wolf wel thuishoort in het verstedelijkte Vlaanderen. Een arrest van het Hof van Justitie van 11 juni 2020 maakt duidelijk dat het antwoord op die vraag onomwonden ‘ja’
luidt.
Hendrik Schoukens
laanderen is op milieuvlak zelden een modelleerling gebleken. En aanvankelijk was het dat ook niet toen het ging over de terugkeer van de wolf naar onze contreien. Ondanks herhaaldelijke aanmaning, draalde de Vlaamse regering met het uitwerken van een concreet wolvenplan om onze regio voor te bereiden op de komst van Ysengrijn. Maar eens het zover was, schoot men alsnog in actie. De wolf werd ijlings toegevoegd aan het lijstje met strikt beschermde soorten van het soortenbesluit. En er werd op participatieve wijze een zogenaamd wolvenplan uitgewerkt, dat een vergoedingsregime in de stijgers zette voor veehouders die schade zouden lijden door de wolf. Ook werd een regeling getroffen voor het ‘wolfproof’ maken van bestaande omheiningen. Niemand minder dan Wouter Beke, de burgemeester van Leopoldsburg, organiseerde samen met Welkom Wolf een infoavond over wolven.
Géén enkele politicus pleitte voor het sluiten van de grenzen voor de wolf. Een unicum in Europa, waar in vrijwel elk land er wel politici zijn die ongenuanceerd positie innemen tegen de wolf. Het verschil met het migratiedebat valt vaak niet te maken. De wolf wordt verkeerdelijk getagd als een ‘migrant’, terwijl men vergeet dat de soort vooral verdwenen is in onze regio’s omdat we de soort genadeloos uitgeroeid hebben de voorbije eeuwen.
V
Maar de hoerastemming begon het voorbije jaar te keren. De onopgehelderde verdwijning van wolvin Naya zette de sluimerende tegenstellingen tussen de jachtsector en natuurbeschermers op scherp. Er werd met de vinger gewezen naar enkele recalcitrante jagers, die zich niet al te nauw aan de jachtregelgeving hielden. Men suggereerde de aanwezigheid van de eerste homebred Vlaamse wolvenroedel zou leiden tot onnodige pottenkijkers. Het is echter afwachten wat het gerechtelijk onderzoek uitwijst. Ondertussen legde minister Demir de jacht tijdens het voortplantingsseizoen aan banden in militair gebied. Maar het gaat ook in de andere richting: bij elk schaap, veulen of koe die dood worden aangetroffen, wordt nu met beschuldigende vinger richting de wolf gewezen. Dat is niet altijd terecht. Want uit het onderzoek van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoeken blijkt dat loslopende honden vaak de schuldige zijn. Die honden blijken bovendien schapen vaak als speeltje te aanzien, wat het lijden van de schapen nog vergroot. Nederlands onderzoek toonde aan dat er in 2019 meer schapen gedood werden door loslopende honden dan door wolven.
BESCHERMDE SOORT
De voorbije weken nam het debat een nieuwe wending. Online polls verschijnen op krantenwebsite waarbij wordt gepolst naar de mening van ‘jan-met-de-pet’ over het voortbestaan van de zwervende wolf Billy. Voor het eerst uitten bepaalde belangengroepen - zoals de Vlaamse vereniging voor shetlandponyhouders - twijfels bij de verenigbaarheid van de wolf met het Vlaamse landschap. Te verstedelijkt voor de wolf, luidt het oordeel. De Boerenbond is vooralsnog iets voorzichtiger in haar communicatie. Maar toch valt ook daar een verschuiving in tonaliteit te merken, aangezien het in menig persbericht ook over ‘probleemwolven’ gaat, terwijl duidelijk is dat heel wat problemen eenvoudigweg kunnen worden voorkomen door betere omheining en voorbereiding. Het risico op een kruising van wolf met honden - de zogenaamde hybridisatie - speelt vooralsnog minder in onze context. Bepaalde jagers opperen dat populatiecontrole aan de orde is, waarbij dan ook jagers een voorname rol zouden kunnen spelen.
Maar interessant genoeg heeft het Hof van Justitie zich het voorbije half jaar tweemaal moeten buigen over de relatie wolf-mens. Een eerste zaak had betrekking op Finse managementjacht, bedoeld om het draagvlak bij de bevolking voor de wolf te verhogen. In het Engels duidt men het soms aan als ‘killing wolves to save them’. De these luidt dat het beperkt afschieten van wolven ook de illegale stroperij doet afnemen. Het Hof van Justitie aanvaardde principieel wel dat zo’n tolerance hunting kan binnen het afwijkingskader voorzien binnen artikel 16, lid 1, e) van de habitatrichtlijn. Maar dan
241.SCHOUKENS.Wolven.10241.doc
moest de Finse overheid wel aantonen dat er géén andere alternatieven voorlagen om de illegale stroperij tegen te houden.
Bovendien moet het gaan om een science-based beleid: bij eventuele twijfel mogen géén wolven sneuvelen. Tot slot kan men enkel individueel geïdentificeerde wolven uitschakelen die géén cruciale rol spelen in het voortbestaan van een wolvenroedel. Géén mass killings dus. Een erg strikt carcan, dat quasi onmogelijk toe te passen valt in een context zoals de onze, waarin de populaties nog géén duurzaam karakter hebben bereikt.
WOLF IN BEWOOND GEBIED
Maar een recent arrest van 11 juni 2020 in een Roemeense zaak is zo mogelijk nog actueler. De zaak handelde over een wolf die gevangen werd in een dorp dat zich tussen twee grotere Natura 2000-gebieden bevond. Die zones waren onder meer beschermd voor de wolf. De wolf in kwestie was al enkele dagen aanwezig op het terrein van een dorsbewoner en speelde samen met de honden van de bewoner. De wolf werd verdoofd en verplaatst richting een omheind dierenreservaat, waarin ook mishandelde dieren uit zoo’s terecht komen. Maar als bij wonder ontsnapte de wolf tijdens het transport. Een Roemeense ngo liet het er niet bij en diende een gerechtelijke klacht in omdat de vangst van de wolf zonder vergunning was gebeurd. De rechter vroeg zich af of er ook een noodzaak tot derogatie bestaat wanneer men wolven wegvangt die zich buiten hun natuurlijke habitat bevinden.
Het Hof besluit dat dit wel het geval is. De beschermde gebieden die lidstaten voor wolven moeten aanduiden, omvatten enkel de meest essentiële delen van hun habitat. Het natuurlijke verspreidingsgebied van een adaptieve soort als de wolf gaat veel ruimer. En ingevolge de strikte beschermingsvoorschriften uit artikel 12, lid 1 van de habitatrichtlijn zijn wolven over het hele grondgebied van een lidstaat beschermd. Het verbod op het doden of vangen van een wolf is met andere woorden ook van toepassing wanneer een wolf binnen een door de mens bewoond gebied wordt waargenomen.
Hoewel dat allemaal erg vrij evident lijkt, is het symbolische karakter van de uitspraak niet te onderschatten. Het Hof wijdt uitvoerige overwegingen aan de onderbouwing van de strikte bescherming van bedreigde soorten, zoals de wolf.
Het besluit dat het doel van de lidstaat niet bereikt zou worden wanneer wolven enkel op bepaalde, restrictieve plekken zouden worden beschermd. Het stipt anderzijds wel aan dat eventuele conflicten tussen mens en wolf wel kunnen worden gereguleerd via de derogatieclausule binnen artikel 16, lid 1 van de habitatrichtlijn. Een correcte toepassing daarvan had de vangst van de wolf kunnen ‘legaliseren’, maar blijkbaar liet de Roemeense wetgeving dat niet toe. Het heeft er dan ook alle schijn van dat de vangst van de wolf illegaal was naar Europees recht.
RECHT OP EIGENDOM
Tegen die achtergrond is het duidelijk dat een eventuele versoepeling van het Vlaamse wolvenbeleid niet voor morgen is.
De grenzen mogen niet dicht voor de wolf, die ook in Vlaanderen een inheemse soort is en blijft. De weg voorwaarts is inzetten op co-existentie tussen mens en wilde natuur. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de belangen van schapenhouders en jagers. Maar finaal moet de ecologie het wel halen van de ratio. De stelling dat een wolf dierenleed zou veroorzaken door een weerloos schaap op te peuzelen slaat op niets. Morele denkkaders toepassen binnen de dierenwereld is absurd. Noch de wolf, noch het schaap hebben morele verplichtingen ten opzichte van mekaar. Men zou natuurlijk wel kunnen stellen dat zowel wolven als schapen bepaalde rechten bezitten binnen ons menselijke rechtssysteem. Dat lijkt op een eerste zicht bevreemdend. Maar de habitatrichtlijn erkent op impliciete wijze het recht op leven en eigendom (habitat) van de wolf door aan de mens het verbod tot het doden van een wolf of het beschadigen van een wolvenhol op te leggen. Twee zijden van eenzelfde medaille, zeg maar. Idem dito voor de schapen, maar dan vis-à- vis de mens op basis van de dierenwelzijnswetgeving.
In de Verenigde Staten zijn al verscheidene rechtszaken namens beschermde soorten opgestart, terwijl het hof van beroep in Antwerpen in 2019 besliste dat huisdieren niet louter zaken zijn en ook zekere rechten hebben. Ook het recent hervormde burgerlijk wetboek gaat in die zin. Maar zelfs al zou men de wolf als een rechtssubject erkennen, dan kan men niet zover gaan om de wolf ook bepaalde plichten op te leggen. Dat doen we namelijk ook niet voor kinderen en geesteszieken, terwijl ook niemand betwist dat die zekere rechten hebben. De rechtsfilosoof Joseph Raz bepleitte eerder de interest theory, die inhoudt dat het hebben van een zeker belang voldoende is om een recht te claimen.
Dat wolven overigens erg gevoelige en sociale wezens zijn, met op roedelniveau redelijk vaste territoria maakt de vergelijking met de menselijke soort niet helemaal van de pot gerukt. Erkent de habitatrichtlijn op indirecte wijze het recht op eigendom (habitat) van de wolf, zelfs in door de mens bewoonde gebieden? Men zou geneigd zijn die vraag bevestigend te beantwoorden op basis van de recente rechtspraak. Maar voorbij deze interessante, rechtsfilosofische bespiegelingen is de belangrijkste les uit de rechtspraak dat de tijd waarin we ‘slechte’ of ‘schadelijke’ soorten vlotjes over de kling konden jagen, definitief achter ons ligt. En dat lijkt maar goed ook in deze tijden van ongezien biodiversiteitsverlies.
Hendrik Schoukens is milieuadvocaat en assistent aan de UGent.
HvJ 11 juni 2020, zaak C-88/19
241.SCHOUKENS.Wolven.10241.doc
http://curia.europa.eu
Morele denkkaders toepassen binnen de dierenwereld is absurd. Noch de wolf, noch het schaap hebben morele verplichtingen ten opzichte van mekaar.