• Aucun résultat trouvé

Het is in zekere zin overduidelijk om te beweren dat we leven in een daadwerkelijk digitale wereld die altijd ‘aan’ staat. We worden onrustig als we geen verbinding kunnen maken om het nieuws te volgen, te zoeken naar een restaurant in de buurt of alleen maar om naar onze Facebook accounts te kijken. Maar hoe vaak, ondanks ons voortdurend gebruik van deze digitale middelen, denken we bewust na over hoe we deze gebruiken, hoe betrouwbaar de informatie is die ze ons bieden, hoe verantwoordelijk we om zouden moeten gaan met het posten van commentaar of foto’s betreffende de sociale activiteiten van onze vrienden? Het beeld van de toekomst is het Internet der Dingen, waar alle systemen die onze wereld op dit moment controleren onderling verbonden zullen worden zodat informatie uit het ene systeem de reactie van een ander systeem zal bepalen. Tijdens een recente presentatie in Estland door Jürgo-Sören Preden, directeur van het onderzoekslaboratorium voor proactieve technologieën aan de Technische universiteit van Tallinn, gaf hij het voorbeeld van het koffieapparaat in mijn keuken dat sensorische signalen oppikt, mijn medische database checkt, de informatie verwerkt en een kop koffie maakt die precies de juiste hoeveelheid cafeïne bevat afgestemd op mijn gezondheid.

In een dergelijke wereld dienen jonge mensen zeker de competentie te ontwikkelen om niet alleen in staat te zijn de digitale informatie die hen omringd te interpreteren maar om ook te handelen naar digitaal materiaal en deze te kunnen manipuleren, om kritisch te zijn over de toepassing ervan, in staat te zijn de betrouwbaarheid te analyseren en er macht over te hebben in plaats van dat deze hen de baas is.

Dit proces zou in de belevenis van een kind zo vroeg mogelijk moeten beginnen en het project Talking pictures deed precies dat. Tijdens een project met leerlingen op de onderbouw van de basisschool werden er foto’s, evenals modellen, stop-frameanianimatie en video gebruikt als taal om de verhalen die zij wilden vertellen over te brengen en te interpreteren. De jonge leerlingen leerden dat dingen niet altijd zijn wat ze lijken: foto’s kunnen gemanipuleerd worden om verschillende perspectieven te tonen. Ze leerden om tekens en symbolen te interpreteren en produceerden een videowoordenboek met populaire woorden en zinnen in hun taal.

Het andere project, Historische verhalen, onderzocht het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog, vanuit het gezichtspunt van verschillende getuigenissen. Dit maakt het zeker mogelijk voor leerlingen om te begrijpen dat informatie varieert en dat informatie, afhankelijk van het gezichtspunt of de bedoeling van de persoon die het vertelt, gebruikt worden op verschillende wijzen en voor verschillende doeleinden.

A N N E G I L L E R A N - S E N I O R P E D A G O G I S C H A D V I S E U R

leercompetentie

Leercompetentie is het vermogen om een leerproces te beginnen en vol te houden, zijn eigen leerproces te organiseren, onder andere door efficiënt time- en informatiemanagement, zowel individueel als in groepen. De competentie omvat bewustzijn van het eigen leerproces en zijn behoeften, de vaststelling van de beschikbare mogelijkheden en het vermogen om obstakels te overwinnen teneinde met succes te leren. Deze competentie veronderstelt de verwerving, verwerking en assimilatie van nieuwe kennis en vaardigheden en het zoeken naar en gebruik maken van studiebegeleiding. Leercompetentie impliceert voor de lerenden het voortbouwen op eerdere leer- en levenservaringen om kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties te gebruiken en toe te passen: thuis, op het werk, bij onderwijs en opleiding. Motivatie en zelfvertrouwen zijn van essentieel belang voor iemands competentie.

Essentiële kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot deze competentie:

Als het leren op specifieke werk- of carrièredoeleinden gericht is, moet iemand kennis bezitten van de vereiste competenties, kennis, vaardigheden en kwalificaties.

In ieder geval veronderstelt leercompetentie dat iemand weet en begrijpt welke leerstrategieën zijn voorkeur hebben en wat de sterke en zwakke punten in zijn vaardigheden en kwalificaties zijn, en dat hij in staat is de beschikbare onderwijs- en opleidingsmogelijkheden en studieadvisering en/of -begeleiding te vinden.

Leercompetentie vereist om te beginnen de vaardigheid om fundamentele basisvaardigheden te verwerven, zoals lezen en schrijven, rekenen en ICT-vaardigheden die voor verder leren nodig zijn. Op basis hiervan moet iemand in staat zijn nieuwe kennis en vaardigheden te ontsluiten, te verwerven, te verwerken en te assimileren. Dit vereist een efficiënt management van het leerproces en de loopbaan- en arbeidspatronen, en met name het vermogen om in het leren te volharden, zich gedurende langere periodes te concentreren en kritisch na te denken over de leerdoelen. Men moet in staat zijn tijd uit te trekken voor zelfstandig leren en zelfdiscipline aan de dag te leggen, maar in het kader van het leerproces ook met anderen samen te werken, voordeel te trekken uit een heterogene groep en het geleerde met anderen te delen. Men moet in staat zijn zijn eigen leerproces te organiseren, zijn eigen werk te beoordelen en zo nodig advies, informatie en hulp te zoeken.

Een positieve attitude omvat de motivatie en het zelfvertrouwen om een leven lang met succes verder te leren. Een probleemoplossingsgerichte attitude ondersteunt zowel het leren als iemands vermogen met obstakels en veranderingen om te gaan. Het verlangen om eerdere leer- en levenservaringen toe te passen en de nieuwsgierigheid om naar leermogelijkheden te zoeken en het geleerde in uiteenlopende levenssituaties toe te passen zijn essentiële onderdelen van een positieve attitude.

D E F I N I T I E

G E P R E S E N T E E R D E P R O J E C T E N

Documents relatifs