• Aucun résultat trouvé

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DE BELGIQUE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DOC /001 SOMMAIRE INHOUD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DE BELGIQUE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DOC /001 SOMMAIRE INHOUD"

Copied!
10
0
0

Texte intégral

(1)

C

HAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE

B

ELGIQUE

B

ELGISCHE

K

AMER VAN

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

13 maart 2007 13 mars 2007

PROJET DE LOI WETSONTWERP

concernant certains services bancaires betreffende bepaalde bankdiensten

SOMMAIRE

1. Résumé . . . 3

2. Exposé des motifs . . . 4

3. Avant-projet . . . 6

4. Avis du Conseil d’État . . . 7

5. Projet de loi . . . 9

INHOUD 1. Samenvatting . . . 3

2. Memorie van toelichting . . . 4

3. Voorontwerp . . . 6

4. Advies van de Raad van State . . . 7

5. Wetsontwerp . . . 9

DE SPOEDBEHANDELING WORDT DOOR DE REGERING GEVRAAGD OVEREENKOMSTIGARTIKEL80VANDE GRONDWET.

LEGOUVERNEMENTDEMANDELURGENCECONFORMÉMENTÀLARTICLE

80DELA CONSTITUTION.

(2)

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R E K A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

De Regering heeft dit wetsontwerp op 13 maart 2007 ingediend.

De «goedkeuring tot drukken» werd op 16 maart 2007 door de Kamer ontvangen.

Le Gouvernement a déposé ce projet de loi le 13 mars 2007.

Le «bon à tirer» a été reçu à la Chambre le 16 mars 2007.

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et du n° consécutif

QRVA : Questions et Réponses écrites

CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu intégral (couverture verte)

CRABV : Compte Rendu Analytique (couverture bleue) CRIV : Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte

rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (avec les annexes) (PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

PLEN : Séance plénière

COM : Réunion de commission

MOT : Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes :

Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : publicaties@deKamer.be

cdH : Centre démocrate Humaniste

CD&V : Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO : Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales

FN : Front National

MR : Mouvement Réformateur

N-VA : Nieuw - Vlaamse Alliantie

PS : Parti socialiste

sp.a - spirit : Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht.

Vlaams Belang : Vlaams Belang

VLD : Vlaamse Liberalen en Democraten

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer

QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV : Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft) CRABV : Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen)

(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN : Plenum

COM : Commissievergadering

MOT : moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

(3)

Favoriser la mobilité des clients est un facteur im- portant dans l’effort visant à aboutir à plus de concur- rence entre les établissements de crédit. La clôture gratuite d’un compte est un facteur de concurrence, qui favorise la mobilité

Het bevorderen van de mobiliteit van klanten is een belangrijke factor in het streven naar meer concur- rentie tussen kredietinstellingen. Het kosteloos afslui- ten van een rekening is een factor in de concurrentie die de mobiliteit stimuleert.

RÉSUMÉ SAMENVATTING

(4)

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R E K A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

MEMORIE VAN TOELICHTING

Het bevorderen van de mobiliteit van klanten is een belangrijke factor in het streven naar meer concurrentie tussen kredietinstellingen. De afgelopen jaren werden reeds een aantal initiatieven genomen die deze mobili- teit beogen te stimuleren. Daarbij kan worden verwe- zen naar de organisatie van de verhuisdienst van de Belgische Vereniging van Banken, in navolging en uit- voering van het herenakkoord van 9 februari 2004 tus- sen de overheid en de banken.

Nochtans moet worden vastgesteld dat meer inspan- ningen nodig zijn om de mobiliteit tussen krediet- instellingen te bevorderen. Zo is, naast de administra- tieve last die een verandering van bank met zich meebrengt, ook de daaraan verbonden kost een belem- merende factor voor de mobiliteit of voor het afsluiten van een rekening.

Het kosteloos afsluiten van een rekening is een factor in de concurrentie die de mobiliteit stimuleert. Dit is trou- wens ook de richting genomen door de Europese Com- missie in het voorstel van richtlijn betreffende betalings- diensten in de interne markt (COM(2005) 603 van 01.12.2005). Met name artikel 34, § 1 voorziet dat «aan de opzegging van een raamcontract (…) mogen voor de betalingsdienstgebruiker geen kosten verbonden zijn».

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

Art. 1

Dit artikel behoeft geen verdere commentaar.

Art. 2

Dit artikel definieert kredietinstelling en consument.

De gegeven definitie van consument stemt aldus, wat de natuurlijke personen betreft, overeen met deze van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.

Art. 3

Deze bepaling bevat het principe dat voor de sluiting van de zicht- of spaarrekening geen kosten mogen wor- den aangerekend. Zoals ook de Raad van State in zijn advies stelt, geldt de kosteloosheid voor elke operatie die het gevolg is van het afsluiten.

EXPOSÉ DES MOTIFS

Favoriser la mobilité des clients est un facteur impor- tant dans l’effort visant à aboutir à plus de concurrence entre les établissements de crédit. Ces dernières an- nées, un certain nombre d’initiatives ont déjà été prises qui visent à stimuler cette mobilité. On peut renvoyer à cet égard à l’organisation du service de mobilité ban- caire de l’Association belge des banques, en exécution du gentlemen’s agreement du 9 février 2004 entre les pouvoirs publics et les banques.

Pourtant, force est de constater que davantage d’ef- forts sont nécessaires pour favoriser la mobilité entre les établissements de crédit. Ainsi, outre la charge ad- ministrative qu’entraîne un changement de banque, les frais y afférents constituent également un facteur qui décourage la mobilité ou la clôture d’un compte.

La clôture gratuite d’un compte est un facteur de con- currence, qui favorise la mobilité. C’est également la direction prise par la Commission européenne dans la proposition de directive relative concernant les services de paiement dans le marché intérieur ( COM(2005) 603, du 1.12.2005). L’article 34, § 1er notamment prévoit que

«Pour l’utilisateur de services de paiement, la résilia- tion d’un contrat-cadre (…) n’entraîne aucun frais «

COMMENTAIRE DES ARTICLES

Art. 1

Cet article n’appelle aucun commentaire particulier.

Art. 2

Cet article définit les notions d’établissement de cré- dit et de consommateur. La définition du consomma- teur est, en ce qui concerne les personnes physiques, la définition prévue dans la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protec- tion du consommateur.

Art. 3

Cette disposition instaure le principe selon lequel il est interdit de facturer des frais pour la clôture du compte à vue ou du compte épargne. Comme le souligne le Conseil d’État la gratuité vise l’ensemble des opérations liées à la clôture.

(5)

Wat de spaarrekening betreft worden bedoeld, de spaarrekeningen zoals omschreven in artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1997 tot uitvoering van het WIB 1992.

Art. 4

Gelet op het algemeen principe vervat in artikel 3, zal het positieve saldo zonder bijkomende kosten, aan de consument moeten worden uitbetaald.

Art. 5

Het is logisch dat de consument die een jaarlijkse beheerskost heeft betaald aan de kredietinstelling, een terugbetaling moet krijgen van een deel van de kosten.

Met name dat deel dat overeenstemt met de kosten voor de resterende maanden vanaf het afsluiten. Dit artikel voorziet daarom in een pro rata terugbetaling van de betaalde beheerskosten van de zicht- of spaarrekening.

Art. 6

De inwerkingtreding van de wet is voorzien de eerste dag van de vijfde maand na de publicatie van de wet.

Het is logisch dat aan de kredietinstelling de nodige tijd wordt verleend om zich aan de nieuwe wettelijke regels aan te passen.

De minister van Consumentenzaken,

Freya VAN DEN BOSSCHE Les comptes d’épargnes visés sont ceux qui tombent

sous l’application de l’article 2 de l’arrêté royal du 27 août 1997 pris en exécution du CIR 1992.

Art. 4

Le solde positif existant au moment de la clôture sera payé au consommateur sans frais supplémentaires, compte tenu du principe général de l’article 3.

Art. 5

Il est logique que le consommateur qui a payé les frais de gestion à l’établissement de crédit doive obtenir un remboursement d’une partie des frais, à savoir la partie correspondant aux frais pour les mois restants à courir après la clôture. Cet article prévoit dès lors un remboursement au prorata des frais de gestion payés pour le compte à vue ou le compte épargne.

Art. 6

L’entrée en vigueur est prévue le premier jour du cinquième mois suivant la publication de la loi. Il con- vient d’accorder le temps nécessaire à l’établissement de crédit pour mettre en œuvre les nouvelles disposi- tions légales.

La ministre de la Protection de la Consommation,

Freya VAN DEN BOSSCHE

(6)

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R E K A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

VOORONTWERP VAN WET

onderworpen aan het advies van de Raad van State

Voorontwerp van wet betreffende bepaalde bankdiensten

Art. 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder:

1° kredietinstelling: de kredietinstelling zoals gedefinieerd bij artikel 1 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.

2° consument: iedere natuurlijke persoon die in het kader van deze wet, handelt met een oogmerk dat kan worden ge- acht vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachte- lijke activiteiten.

Art. 3

Het afsluiten van een zichtrekening of spaarrekening is kosteloos voor de consument. De kredietinstelling zal het po- sitieve saldo van de zichtrekening of spaarrekening, zonder bijkomende kost aan de consument uitbetalen hetzij storten op een door de consument aangegeven bankrekening.

Art. 4

Na het afsluiten van een zichtrekening of spaarrekening is de kredietinstelling ertoe gehouden de door de consument op jaarbasis betaalde beheerskosten voor de zichtrekening of spaarrekening pro-rata terug te betalen.

Art. 5

Deze wet treedt in werking de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarop zij in het Belgisch Staats- blad wordt bekendgemaakt.

AVANT-PROJET DE LOI soumis à l’avis du Conseil d’État

Avant-projet de loi concernant certains services bancaires

Art. 1er

La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.

Art. 2

Pour l’application de la présente loi, il y a lieu d’entendre par:

1° établissement de crédit: l’établissement de crédit tel que défini à l’article 1er de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit.

2° consommateur: toute personne physique qui, dans le cadre de la présente loi, agit dans un but pouvant être consi- déré comme étranger à ses activités commerciales, profes- sionnelles ou artisanales.

Art. 3

La clôture d’un compte à vue ou d’un compte épargne est gratuite pour le consommateur. L’établissement de crédit paiera à ce dernier, sans frais supplémentaires, le solde positif du compte à vue ou du compte épargne, soit le versera sur un compte bancaire indiqué par le consommateur.

Art. 4

Après la clôture d’un compte à vue ou d’un compte épar- gne, l’établissement de crédit est tenu de rembourser au pro- rata les frais de gestion du compte à vue ou du compte épar- gne payés par le consommateur sur base annuelle.

Art. 5

La présente loi entre en vigueur le premier jour du deuxième mois qui suit le mois de sa publication au Moniteur belge.

(7)

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE ADVIES 40.773/1

De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 22 juni 2006 door de Minister van Consumentenzaken ver- zocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een voorontwerp van wet «betreffende bepaalde bankdiensten», heeft op 11 juli 2006 het volgende advies ge- geven:

STREKKING VAN HET VOORONTWERP VAN WET In het om advies voorgelegde voorontwerp van wet wordt bepaald dat het afsluiten van een zicht- of spaarrekening koste- loos is voor de consument en dat aan deze laatste het positieve saldo zonder bijkomende kosten moet worden uitbetaald of ge- stort (lees: overgeschreven) op een door de consument aange- geven bankrekening (artikel 3 van het ontwerp). Beheerskosten die de consument op jaarbasis voor de afgesloten zicht- of spaar- rekening heeft betaald, worden pro rata (1) door de krediet- instelling aan de consument terugbetaald (artikel 4 van het ontwerp).

ONDERZOEK VAN DE TEKST Artikel 1

Het is vanuit wetgevingstechnisch oogpunt gebruikelijk om het eerste artikel van een normatieve tekst voluit aan te ge- ven. Men schrijve derhalve: «Artikel 1. Deze wet regelt ...».

Artikel 3

1. In de eerste zin van artikel 3 van het ontwerp wordt bepaald dat het afsluiten van een zichtrekening of spaar- rekening kosteloos is voor de consument. Zoals door de ge- machtigde van de Regering werd verduidelijkt, wordt in die bepaling een algemeen en absoluut principe omschreven, waarvan de tweede zin van artikel 3 de bevestiging uitmaakt.

Ter wille van de duidelijkheid kan worden overwogen om het voornoemde principe in een afzonderlijk artikel onder te bren- gen.

2. De tweede zin van artikel 3 - die, indien wordt inge- gaan op de suggestie gedaan onder 1, in een nieuw artikel 4 zou moeten worden opgenomen - luidt: «De kredietinstelling zal het positieve saldo van de zichtrekening of spaarrekening, zonder bijkomende kost aan de consument uitbetalen hetzij storten op een door de consument aangegeven bankreke- ning».

AVIS DU CONSEIL D’ÉTAT AVIS 40.773/1

Le CONSEILD’ÉTAT, section de législation, première cham- bre, saisi par le Ministre de la Protection de la Consomma- tion, le 22 juin 2006, d’une demande d’avis, dans un délai de trente jours, sur un avant-projet de loi «concernant certains services bancaires», a donné le 11 juillet 2006 l’avis suivant:

PORTÉE DE L’AVANT-PROJET DE LOI

L’avant-projet de loi soumis pour avis dispose que la clô- ture d’un compte à vue ou d’un compte épargne est gratuite pour le consommateur et que le solde positif doit lui être payé ou versé sans frais supplémentaires sur un compte bancaire qu’il indique (article 3 du projet). L’établissement de crédit est tenu de rembourser au prorata (1) les frais de gestion du compte à vue ou du compte épargne clôturé payés par le consomma- teur sur une base annuelle (article 4 du projet).

EXAMEN DU TEXTE Article 1er

Il est d’usage, en légistique, de mentionner le premier arti- cle d’un texte normatif en toutes lettres. Dès lors, on écrira:

«Article 1er. La présente loi règle ...».

Article 3

1. La première phrase de l’article 3 du projet dispose que la clôture d’un compte à vue ou d’un compte épargne est gra- tuite pour le consommateur. Comme l’a précisé le délégué du gouvernement, cette disposition définit un principe général et absolu dont la seconde phrase de l’article 3 constitue la con- firmation. Par souci de précision, on pourrait envisager d’énon- cer le principe précité dans un article distinct.

2. La seconde phrase de l’article 3 - qui, dans l’hypothèse où la suggestion faite au point 1 serait accueillie, devrait figu- rer dans un nouvel article 4 - s’énonce comme suit: «L’établis- sement de crédit paiera à ce dernier, sans frais supplémentai- res, le solde positif du compte à vue ou du compte épargne, soit le versera sur un compte bancaire indiqué par le consom- mateur».

1 D.w.z. voor het gedeelte van de beheerskosten dat overeenstemt met de kosten voor de resterende maanden vanaf het afsluiten van de zicht- of spaarrekening.

1 À savoir la partie des frais de gestion correspondant aux frais pour les mois restants à dater de la clôture du compte à vue ou du compte épargne.

(8)

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R E K A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Volgens de gemachtigde van de regering dient de consu- ment terugbetaling te krijgen van het volledige positieve saldo, met inbegrip van alle interesten waarop hij ingevolge de wet- telijke en reglementaire bepalingen en de algemene voorwaar- den recht heeft. Eveneens ter wille van de duidelijkheid kan worden overwogen om het begrip «positieve saldo», in de aangehaalde bepaling, op die wijze te expliciteren.

Artikel 4

In tegenstelling tot wat het geval is in artikel 3 van het ont- werp, zoals het om advies is voorgelegd, wordt in artikel 4 niet gerefereerd aan het kosteloze karakter van de in die bepaling bedoelde operatie. De gemachtigde van de regering verdui- delijkte in dat verband:

«De verplichte pro rata terugbetaling van de beheerskosten betreft het terugbetalen door de bankinstelling aan de consu- ment van «onverschuldigde» beheerskosten die de bank- instelling reeds heeft aangerekend en ontvangen. Voor elke operatie die het gevolg is van het afsluiten van de rekening, dus ook voor de pro rata terugbetaling van de beheerskosten, geldt de voorwaarde van de kosteloosheid, zoals vervat in de eerste zin van artikel 3».

Teneinde te voorkomen dat, door middel van een a contrarioredenering, uit artikel 4 van het ontwerp zou kunnen worden afgeleid dat de erin bedoelde operatie niet volledig kosteloos is, wordt ook in die bepaling best uitdrukkelijk mel- ding gemaakt van het kosteloze karakter van de betrokken operatie.

De kamer was samengesteld uit de Heren

M. VAN DAMME, kamervoorzitter, J. BAERT,

W. VAN VAERENBERGH, staatsraden, A. SPRUYT,

M. RIGAUX, assessoren van de afdeling wetgeving, Mevrouw

A. BECKERS, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door Mevr. K. BAMS, auditeur.

DEGRIFFIER, DEVOORZITTER, A. BECKERS M. VAN DAMME

Selon le délégué du gouvernement, le consommateur doit obtenir le remboursement du solde positif intégral, y compris l’ensemble des intérêts auxquels il a droit en vertu des dispo- sitions légales et réglementaires ainsi que des conditions gé- nérales. Toujours par souci de clarté, on pourrait envisager de préciser ainsi la notion de «solde positif» dans la disposition citée.

Article 4

Contrairement à l’article 3 du projet, tel qu’il est soumis pour avis, l’article 4 ne fait pas référence à la gratuité de l’opé- ration visée dans cette disposition. Le délégué du gouverne- ment a précisé à cet égard:

«De verplichte pro rata terugbetaling van de beheerskosten betreft het terugbetalen door de bankinstelling aan de consu- ment van «onverschuldigde» beheerskosten die de bankinstelling reeds heeft aangerekend en ontvangen. Voor elke operatie die het gevolg is van het afsluiten van de rekening, dus ook voor de pro rata terugbetaling van de beheerskosten, geldt de voorwaarde van de kosteloosheid, zoals vervat in de eerste zin van artikel 3».

Afin d’éviter qu’un raisonnement a contrario ne permette d’inférer de l’article 4 du projet que l’opération visée n’est pas complètement gratuite, mieux vaudrait ainsi faire mention ex- pressément de cette gratuité dans cette disposition.

La chambre était composée de Messieurs

M. VAN DAMME, président de chambre, J. BAERT,

W. VAN VAERENBERGH, conseillers d’État, A. SPRUYT,

M. RIGAUX, assesseurs de la section de législation,

Madame

A. BECKERS, greffier.

Le rapport a été présenté par Mme K. BAMS, auditeur.

La concordance entre la version néerlandaise et la version française a été vérifiée sous le contrôle de M. J. BAERT.

LEGREFFIER, LEPRÉSIDENT, A. BECKERS M. VAN DAMME

(9)

WETSONTWERP

ALBERT II, KONINGDER BELGEN, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

ONZE GROET.

Op voordracht van Onze minister bevoegd voor Consumentenzaken,

HEBBEN WIJBESLOTENENBESLUITEN WIJ :

Onze minister van Consumentenzaken is belast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Kamer van volksvertegenwoordigers in te dienen:

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Voor de toepassing van deze wet moet worden ver- staan onder:

1° kredietinstelling: de kredietinstelling zoals gedefi- nieerd bij artikel 1 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.

2° consument: iedere natuurlijke persoon die in het kader van deze wet, handelt met een oogmerk dat kan worden geacht vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten.

Art. 3

Het afsluiten van een zichtrekening of spaarrekening is kosteloos voor de consument.

Art. 4

De kredietinstelling zal het positieve saldo, met inbe- grip van alle intresten waarop hij of zij ingevolge de wettelijke en reglementaire bepalingen en de algemene PROJET DE LOI

ALBERT II, ROIDES BELGES, A tous, présents et à venir,

SALUT.

sur la proposition de Notre ministre qui a la Protec- tion des Consommateurs dans ses attributions,

NOUSAVONSARRÊTÉETARRÊTONS:

Notre ministre de la Protection de la Consommation est chargé de présenter en Notre nom aux Chambres législatives et de déposer à la Chambre des représen- tants le projet de loi dont la teneur suit:

Article 1er

La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.

Art. 2

Pour l’application de la présente loi, il y a lieu d’en- tendre par:

1° établissement de crédit: l’établissement de crédit tel que défini à l’article 1er de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit.

2° consommateur: toute personne physique qui, dans le cadre de la présente loi, agit dans un but pouvant être considéré comme étranger à ses activités commer- ciales, professionnelles ou artisanales.

Art. 3

La clôture d’un compte à vue ou d’un compte épar- gne est gratuite pour le consommateur

Art. 4

L’établissement de crédit paiera au consommateur, sans frais supplémentaires, le solde positif du compte à vue ou du compte épargne y compris l’ensemble des

(10)

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R E K A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

voorwaarden recht heeft , van de zichtrekening of spaar- rekening, zonder bijkomende kost aan de consument uitbetalen hetzij overschrijven op een door de consu- ment aangegeven bankrekening van een krediet- instelling die gevestigd is in de Europese Unie.

Art. 5

Na het afsluiten van een zichtrekening of spaar- rekening is de kredietinstelling ertoe gehouden de door de consument op jaarbasis betaalde beheerskosten voor de zichtrekening of spaarrekening terug te betalen pro- rata het aantal volledige kalendermaanden vanaf de maand volgend op de datum van het afsluiten van de rekening tot het einde van de periode waarvoor de beheerskosten werden betaald.

Art. 6

Deze wet treedt in werking de eerste dag van de vijfde maand die volgt op de maand waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 9 maart 2007.

ALBERT VAN KONINGSWEGE :

De minister van Consumentenzaken, Freya VAN DEN BOSSCHE intérêts auxquels il a droit en vertu des dispositions lé-

gales et réglementaires ainsi que des conditions géné- rales, soit le versera sur un compte bancaire d’un éta- blissement de crédit établi dans l’Union européenne, indiqué par le consommateur.

Art. 5

Après la clôture d’un compte à vue ou d’un compte d’épargne, l’institution de crédit est tenu de rembourser les frais de gestion payés par le consommateur, sur base annuelle, pour le compte à vue ou le compte d’épargne, et ce au prorata du nombre entier de mois calendaires à compter du mois suivant la date de clôture du compte jusqu’à la fin de la période pour laquelle les frais de gestion ont été payés.

Art. 6

La présente loi entre en vigueur le premier jour du cinquième mois qui suit le mois de sa publication au Moniteur belge.

Donné à Bruxelles, le 9 mars 2007.

ALBERT PAR LE ROI :

La ministre de la Protection de la Consommation, Freya VAN DEN BOSSCHE

Centrale drukkerij – Deze publicatie wordt uitsluitend gedrukt op volledig gerecycleerd papier Imprimerie centrale – Cette publication est imprimée exclusivement sur du papier entièrement recyclé

Références

Documents relatifs

De plus, la législation fiscale américaine prévoit même une exonération de cette plus-value latente au moment de la succession. Les droits de succession seraient donc prélevés

Artikel 14 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof voorziet \ echter in een controle liapriorill op de uitgaven, doordat geen enkele betalings- opdracht door

Le projet à l’examen dispose que les dispositions relatives à l’information en cas de fermeture d’entreprises, l’indemnité de fermeture, l’indemnité en cas de

De commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt heeft eveneens met 8 stemmen voor en 2 onthoudingen, zonder verslag, het wetsontwerp tot wijziging

3. Ten slotte is er nog een verhoging met 341,6 miljoen frank voor de voorgaande jaren, die voortvloeit uit de regularisering van de uitgaven van.. dépenses faites par nos postes

modifiant la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage et la loi du 3 janvier 1933 relative

Dans un délai de trois jours à compter du moment où il a fait son choix, le pouvoir adjudicateur communique, par lettre recommandée, une copie conforme de la décision motivée

- personnel statutaire définitif et stagiaire +5,0 44,2 cnd Dépenses permanentes pour achats de biens non. durables et