AC T U A L I T É
5 4 R . D . C . 2 0 1 3 / 1 – J A N V I E R 2 0 1 3 L A R C I E R
derden kunnen worden gedelegeerd en een aantal nieu- wigheden inzake revisoraal toezicht.
Koninklijk besluit van 11 oktober 2012 betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht (BS 18 oktober 2012, inwerkingtreding op zelfde datum)
KREDIETINSTELLING
Toezicht op de kredietinstellingen – Algemeen – Herfi- nanciering – Belgische covered bonds – Uitgifte
ETABLISSEMENT DE CREDIT
Contrôle des établissements de crédit – Généralités – Refinancement – Covered bonds belges – Emission Dit KB vult de regeling verder aan die de wetgever bij wet van 3 augustus 2012 heeft ingevoerd voor de uit- gifte van zogeheten Belgische ‘covered bonds’ in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Belgische covered bonds zijn schuldinstrumenten die enkel uitgegeven kunnen wor- den door kredietinstellingen en die gedekt worden door bepaalde activa (‘dekkingswaarden’) die krachtens de wet, onder welbepaalde voorwaarden, als een afge- scheiden bijzonder vermogen beschouwd worden, zon- der dat deze activa evenwel in een afzonderlijke rechts- persoon worden ondergebracht. De wet van 3 augustus 2012 onderwerpt de samenstelling van de dekkings- waarden aan een reeks voorwaarden. Voormeld KB van 11 oktober 2012 legt verder de kwantitatieve en kwali- tatieve criteria vast die bepalen of een actief als dek- kingswaarde kan worden aangewend, legt beperkingen op per categorie van activa en bepaalt aan de hand van twee testen het minimale dekkingsniveau van de covered bonds. Het KB legt eveneens de regels vast voor het bijhouden van het register van de dekkingswaarden en betreffende de portefeuillesurveillant. Het KB bepaalt verder dat de aangehouden dekkingswaarden maximaal 8% van de activa van de uitgevende kredietin- stelling mogen bedragen.
Koninklijk besluit van 11 oktober 2012 betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstel- ling naar Belgisch recht (BS 18 oktober 2012, inwer- kingtreding op zelfde datum)
KREDIETINSTELLING
Toezicht op de kredietinstellingen – Herfinanciering – Belgische covered bonds – Portefeuillebeheerder ETABLISSEMENT DE CREDIT
Contrôle des établissements de crédit – Refinancement – Covered bonds belges – Gestionnaire de portefeuille Ook dit KB vult verder de regeling aan die bij de wet van 3 augustus 2012 werd ingevoerd voor de uitgifte van zogeheten Belgische ‘covered bonds’. Krachtens het nieuwe artikel 64/13 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen
dat door deze wet werd ingevoerd, moet door de Natio- nale Bank van België een portefeuillebeheerder worden aangesteld bij de kredietinstelling die Belgische covered bonds heeft uitgegeven wanneer er tegen de uitgevende instelling een in artikel 57 van de wet van 22 maart 1993 bedoelde maatregel wordt getroffen die volgens de Nationale Bank van België een negatieve impact kan heb- ben op de betrokken Belgische covered bonds, wanneer er ten aanzien van de uitgevende instelling een liquida- tieprocedure wordt geopend of wanneer de Nationale Bank van België van mening is dat de beoordeling van de positie van de uitgevende kredietinstelling de belangen van de houders van de betrokken Belgische covered bonds ernstig in gevaar kan brengen. De Nationale Bank van België kan ook een portefeuillebeheerder aanstellen wanneer de uitgevende kredietinstelling geschrapt wordt van de lijst van kredietinstellingen die deze instru- menten mogen uitgeven. Vanaf zijn aanstelling staat de portefeuillebeheerder in voor het volledige beheer van het bijzonder vermogen en beschikt hij van rechtswege over alle nodige of nuttige bevoegdheden om dit beheer te voeren, ook om zonder enige beperking alle mogelijke daden van beschikking te stellen.
Het voormeld KB van 11 oktober 2012 legt, in uitvoering van het nieuwe artikel 64/14 van de wet van 22 maart 1993, de vereisten vast waaraan moet worden voldaan om te kunnen worden aangesteld als portefeuillebeheer- der, bepaalt welke handelingen de portefeuillebeheerder mag stellen om de verbintenissen na te leven die zijn opgenomen in de voorwaarden met betrekking tot de uitgifte van de covered bonds en legt de rapporterings- verplichting ten opzichte van de Nationale Bank van Bel- gië vast.
Wet van 3 augustus 2012 tot wijziging van artikel 3,
§ 1, 3° van de wet van 12 juni 1991 op het consumen- tenkrediet (BS 19 september 2012; inwerkingtre- ding 20 september 2012)
CONSUMENTENRECHT
Consumentenkrediet – Definities en toepassingsgebied DROIT DE LA CONSOMMATION
Crédit à la consommation – Définitions et champ d’appli- cation
De wet op het consumentenkrediet sluit in artikel 3 bepaalde kredietovereenkomsten uit van haar toepas- singsgebied. Dit is het geval voor de zogeheten minikre- dieten die in de wet consumentenkrediet omschreven werden als kredietovereenkomsten zonder interest waarbij het krediet binnen een termijn van 2 maanden moet worden terugbetaald, en waarbij de kredietgever kosten vraagt die lager zijn dan 50 EUR per jaar. Met voormelde wet wordt deze definitie aangepast. De wet- gever heeft ervoor gekozen om het jaarbedrag van 50 EUR te vervangen door een maandbedrag van 4,17 EUR, dat indexeerbaar is in functie van de index van
AC T U A L I T E I T
L A R C I E R T . B . H . 2 0 1 3 / 1 – J A N U A R I 2 0 1 3 5 5
de consumptieprijzen. De kosten die in aanmerking komen voor de berekening zijn de totale kosten van het krediet voor de consument zoals bedoeld in artikel 1, 5°
van de wet op het consumentenkrediet.
Ministerieel besluit van 28 september 2012 tot bepaling van de voorwaarden tot erkenning van de ondernemingen, gespecialiseerd in financierings- huur (BS 25 september 2012; inwerkingtreding op zelfde datum)
CONSUMENTENRECHT
Consumentenkrediet – Bijzondere regels kredietover- eenkomst – Financieringshuur
DROIT DE LA CONSOMMATION
Crédit à la consommation – Règles particulières concer- nant le contract de crédit – Crédit-bail
Voormeld MB heft het MB van 23 februari 1968 met zelfde titel op en legt opnieuw de erkenningsvoorwaar- den vast. De aanvragen tot erkenning van de onderne- mingen gespecialiseerd in financieringshuur, bepaald in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in financierings- huur, moeten schriftelijk ingediend worden bij de dienst Krediet en Schuldenlast van de Algemene Directie Regu- lering en Organisatie van de Markt bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Het ministerieel besluit waarbij de erkenning wordt toegekend, moet bij uittrek- sel in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.
Per 31 december van elk jaar moet de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie een lijst opstellen van deze ondernemingen die eveneens in het Belgisch Staats- blad wordt gepubliceerd.
3. V
ENNOOTSCHAPSRECHT/D
ROITDESSOCIÉTÉS David Haex13
Wetgeving/Législation
Adviezen Commissie voor Boekhoudkundige Nor- men
BOEKHOUDING EN JAARREKENINGEN
Eigen vermogen – Geconsolideerde jaarrekening – Immateriële vaste activa
COMPTABILITE ET COMPTES ANNUELS
Fonds propres – Comptes consolidés – Immobilisations incorporelles
De Commissie voor Boekhoudkundige Normen heeft on- langs opnieuw enkele interessante adviezen gepubliceerd.
Een eerste advies handelt over de overdracht van eigen- vermogensbestanddelen, verricht in het kader van een fusie, een splitsing of een partiële splitsing, in boekhoud- kundige continuïteit en fiscale continuïteit. De Commis- sie wil hiermee de wijziging van artikel 78 KB/W.Venn.
(gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 november 2011) verder toelichten.
In een tweede advies interpreteert de Commissie artikel 114 W.Venn. dat bepaalt dat de mogelijke vrijstel- ling van de verplichting om een geconsolideerde jaarre- kening vervat in artikel 113, § 1 W.Venn. niet van toepas- sing is wanneer alle of een deel van de aandelen die zijn uitgegeven door één van de vennootschappen die moe- ten worden geconsolideerd, zijn genoteerd in de zin van artikel 4 W.Venn. Volgens de Commissie moet voor de toepassing van artikel 114 W.Venn. enkel worden nage- gaan of de vennootschap die zich op de vrijstelling wenst te beroepen alsook haar dochterondernemingen zijn genoteerd. Er moet niet worden nagegaan of de moeder- vennootschap die hogerop de bevrijdende (cf. art. 113 W.Venn) geconsolideerde jaarrekening opstelt is geno- teerd.
In een laatste advies licht de Commissie de boekhoud- kundige verwerking van de immateriële vaste activa toe.
Rechtspraak/Jurisprudence
Hof van Cassatie 5 oktober 2012 Zaak: C.11.0398.N
VENNOOTSCHAPPEN
Naamloze vennootschap – Geschillen SOCIETES
Société anonyme – Conflits
Op 9 december 2010 velde het Hof van Cassatie een belangrijk principearrest inzake de uitsluiting van aan- deelhouders. Het Hof oordeelde toen dat de waarde van de over te dragen aandelen moet worden geraamd op het tijdstip waarop de rechter de overdracht ervan beveelt, aangezien het recht op betaling van de prijs van de aan- delen ontstaat op het tijdstip van de eigendomsover- dracht ervan. Het Hof voegde hier echter een tweede – meer open geformuleerd – luik aan toe door te stellen dat de raming van de prijs moet gebeuren met het oog op continuïteit, waarbij geen rekening mag worden gehou- den met de invloed van het gedrag van partijen op de toe- stand die tot het instellen van de vordering heeft geleid en op de daaropvolgende heropleving van de vennoot- schap.
In een beslissing van 5 oktober 2012 licht het Hof nu een tipje van de sluiter wat het tweede luik betreft. In casu werden twee aandeelhouders verplicht om hun aande- len in twee nv’s over te dragen aan de overige aandeel- houders-eisers ingevolge een beslissing van het hof van beroep te Gent van 17 maart 2008. De aandelen werden
13. Advocaat te Brussel.