• Aucun résultat trouvé

VI. DE BEOORDELING VAN DE AANPAK VAN ELIA

VI.2 De uitvoering van het arrest van 6 februari 2013: nood aan een pragmatische

VI.2.3 De cascade van de nettarieven naar de eindafnemers

39. Een ‘eenvoudige’, éénmalige teruggave van het geheel van de nettarieven die door het arrest van 6 februari 2013 vernietigd werden, is in de Belgische elektriciteitsmarkt anno 2013, in het bijzonder omwille van de voornoemde combinatie van omstandigheden én met respect van de tarifaire cascade van nettarieven naar de eindafnemers toe én met respect van alle essentiële elementen van het arrest (cfr. randnummer 33 supra), niet enkel erg complex zijn, zij zou eveneens zo goed als onoverkomelijke problemen met zich meebrengen die de basis van de concrete tariefregulering in het gedrang zou brengen. Deze zijn het gevolg van, de toepassing van het stelsel van de ‘cascade’ van de nettarieven.

40. Met het begrip ‘cascade’ worden in middens van de regulering van elektriciteitstarieven twee begrippen benoemd:

(i) enerzijds op gebied van de berekening van de nettarieven, nl. de cascade van de kosten van hogere spanningsniveaus naar de lagere omdat ook elektriciteit op het transmissienet fysisch loopt van hogere naar lagere spanningsniveaus;

(ii) anderzijds in verband met het traject dat de facturen van de verschillende segmenten van de bedrijfskolom volgen op weg naar de eindgebruiker.

Zoals hierna toegelicht, vormt de toepassing van de tweede betekenis hier de hinderpaal, nl.

de flow van de onderscheiden componenten van de eindfactuur.

41. De ontvlechting van de onderscheiden segmenten van de bedrijfskolom was en is nog steeds de basisvoorwaarde voor de toepassing van het systeem van gereguleerde toegang (Third Party Access) tot het net dat de hoeksteen vormde voor de Europese liberaliseringsrichtlijnen. Ook de Belgische wetgever heeft de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt sinds het begin volgens dat principe gestuurd: door het losmaken van de segmenten “transmissie” en “distributie” en het gebruik van gereguleerde nettarieven voor die netten, zou de concurrentie gaan spelen in de segmenten ‘verkoop’ en ‘levering’.

In vergelijking met een geïntegreerde bedrijfskolom, gaf dergelijke ontvlechting vanzelfsprekend aanleiding tot bijkomende transacties tussen de verschillende entiteiten en ontstonden bijkomende contractuele relaties en dito facturaties.

Het zijn de concrete werkwijzen die toegepast worden bij die facturaties die de grootste hinderpaal vormen voor een ‘recht toe/recht aan’ teruggave van alle vernietigde nettarieven.

42. Eén en ander in verband met deze problematiek wordt verduidelijkt in de onderstaande figuur 1.

Figuur 1: de stroom van de elementen van de elektriciteitsfactuur naar de eindafnemers (Bron: CREG)

Figuur 1 toont aan dat de (eind)afnemers van elektriciteit – met als enige uitzondering deze die rechtsreeks aangesloten zijn op het Elia TSO net - alle elementen van hun eindfactuur krijgen van hun leverancier die daartoe vooraf:

(i) een factuur voor het element commodity, ( de elektronen) C , had gekregen van de producent;

(ii) voor het geheel van de kosten van de Transmissienetbeheerder en van de Distributienetbeheerder D een factuur had gekregen van de distributienetbeheerder. Deze laatste had zelf ook vooraf van de Transmissienetbeheerder de factuur T gekregen voor zijn gebruik van het transmissienet.

Probleem hier is dat niet de eindafnemer maar wel zijn de distributienetbeheerder de factuur van Elia kreeg voor het gebruik van het transmissienet door de distributienetbeheerder: Elia stuurt dus een factuur T naar de distributienetbeheerder voor diens globale afname, die deze omvormt tot een redelijke factuurkost T’ voor diens individuele netgebruiker, de eindafnemer.

43. Het voorgaand schema is van toepassing voor alle nettarieven die ten laste gelegd worden van de afname (‘Load’).

Problematisch is dus dat:

(i) Elia de eindafnemers niet als ‘klant’ kent, noch hun geraamd afnameprofiel, noch hun werkelijke afname, noch de rol die zij hebben gespeeld in het globale pakket dat hun distributienetbeheerder afgenomen heeft van Elia;

(ii) de eindafnemer voor de nettarieven bereiken in de meeste gevallen enkel mogelijk is via de leverancier. Die laatste heeft daartoe – in functie van alle bestaande nettarieven van distributienetbeheerders informatica-systemen ontwikkeld die leiden tot de voorschot- en eindfacturen. Maar als een groot gedeelte van die eindafnemers – zoals zich in 2012 en 2013 heeft voorgedaan - een keuze voor een andere leverancier heeft gemaakt, bestaat er noch nu, noch op 11 april 2013, noch op 1 juni 2013, een contractuele relatie tussen die eindgebruiker en zijn vroegere leverancier en dus ook geen facturatie- noch crediteringskanaal voor de nochtans beoogde herstelling als gevolg van het arrest van 6 februari 2013.

44. Voor de transmissienettarieven die niet ten laste van de afnemers werden gelegd, maar ten laste van de productie (Injectietarieven) geldt Figuur 1 niet. Dat gedeelte van de nettarieven zijn daar niet op aangeduid. Deze vormen voor de producent een kost die hij op basis van de eigen commerciële politiek in de prijs van zijn commodity moet terugverdienen.

45. De (inverse) cascade van kosten, in het bijzonder voor het herstel van de doorberekende transmissienetkosten ten laste van de afname van de netten, is in de praktijk dus niet haalbaar.

Niet voor niets hebben de producenten en de leveranciers in het kader van de consultatie over de wijziging van de Tarifaire Methoden, via de brief van FEBEG van 5 maart 2013 en nog bevestigd in de overlegvergadering van 15 maart 2013, uitdrukkelijk aangedrongen om elke retroactieve aanpassing naar die afnemers toe te vermijden. In de brief van 5 maart 2013 hielden zij eraan dat als volgt te preciseren:

“Gelet op het hoge aantal leverancierswissels, verhuizingen, … in 2012 en 2013 zijn retroactieve aanrekeningen aan de klanten immers bijzonder moeilijk. De impact voor de leverancier en de klanten moet tot een minimum beperkt worden door het

eventuele verschil tussen de vernietigde tarieven en de nieuwe tarieven te verrekenen in de resterende tariefperiode”.

46. De CREG deelt de mening van FEBEG en is van oordeel dat dergelijke werkwijze ( te weten voor de eindafnemers enkel een tariefaanpassing vanaf 1 juni 2013), niet alleen de enige is die in de praktijk haalbaar is maar dat deze – mits een correcte vertaling door Elia in haar correctief tariefvoorstel – met behulp van de systemen die gewoonlijk gebruikt worden, kunnen leiden tot correcte, kostenreflectieve, transparante en niet-discriminerende nettarieven. Deze leiden voor het geheel van de regulatoire periode 2012-2015 tot het door het Hof van Beroep vereiste ‘billijke evenwicht tussen de verschillende kostenveroorzakers en genieters van de diensten‘ [cfr. Randnummer 33 (v) supra].

Deze werkwijze wordt overigens nog gefaciliteerd door het feit dat – vermits het enkel bepaalde injectietarieven zijn die uitdrukkelijk als onwettig bestempeld werden – de herstelling normaliter zal leiden tot een gemiddelde verhoging van de afnametarieven. Het niet corrigeren van de afnametarieven voor het gedeelte van de regulatoire periode dat al voorbij is, dwingt dan niet tot een globale verhoging voor het verleden voor de vele afnemers.

Het feit van in de loop van eenzelfde regulatoire periode – wat de afnametarieven betreft - getrapte (en dus geen constante) nettarieven toe te passen, schaadt de marktwerking niet. In tegenstelling tot injectietarieven hebben zij immers geen invloed op dat deel van de factuur, dat onderhevig is aan de mededinging.

47. De CREG is van oordeel dat dergelijke werkwijze een billijke toepassing is van het arrest van 6 februari 2013. Daarmee wordt ook tegemoet gekomen aan de doelstelling die Febeliec op 15 maart 2013 formuleerde14 in het kader van de consultatie over de wijziging van de Tarifaire Methoden, nl. een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de netkosten over de verschillende netgebruikers.

14 Febeliec, e-mail van 15 maart 2013 (19:40) aan CREG