RE C H T S P R A A K
L A R C I E R T . B . H . 2 0 1 3 / 9 – N O V E M B E R 2 0 1 3 8 7 5
H O F V A N C A S S A T I E 23 F E B R U A R I 2012
RECHTSVORDERING
Hoedanigheid – Vennootschappen – Naamloze vennoot- schap – Vennootschapsvordering en minderheidsvorde- ring – Schade aan het vennootschapsvermogen – Geen zelfstandig vorderingsrecht voor aandeelhouders Alleen de vennootschap heeft het recht om schadevergoeding te vorderen voor schade aan haar vermogen door de fout van een derde; voor deze schade komt aan de aandeelhouders geen zelfstandig vorderingsrecht toe, zelfs in afwezigheid van door de vennootschap ingestelde vordering tot schade- vergoeding.
ACTION EN JUSTICE
Qualité – Sociétés – Société anonyme – Action de la société et action minoritaire – Dommage causé au patri- moine de la société – Pas de droit d’action individuel des actionnaires
Seule la société a le droit de réclamer réparation d’un dom- mage causé à son patrimoine par la faute d’un tiers; un tel dommage n’ouvre pas de droit d’action individuel aux actionnaires, même en l’absence d’action en réparation intentée par la société.
F.L. en T.H. / KBC Bank NV
Zet.: E. Dirix (afdelingsvoorzitter), B. Deconinck, A. Smetryns, G. Jocqué en A. Lievens (raadsheren) OM: Ch. Vandewal (advocaat-generaal)
Pl.: Mrs. C. De Baets en J. Verbist
I. Rechtspleging voor het Hof
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel van 20 juli 2010.
Afdelingsvoorzitter E. Dirix heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Ch. Vandewal heeft geconcludeerd.
II. Cassatiemiddelen
De eisers voeren in hun verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan.
III. Beslissing van het Hof Beoordeling
Eerste middel EERSTEONDERDEEL
1. Het is niet tegenstrijdig te oordelen enerzijds dat de ven- nootschap Flih schade heeft geleden als aandeelhouder door het faillissement van de NV Coulier en anderzijds dat er voor deze schade geen aansprakelijkheidsvordering kan worden ingesteld.
Het onderdeel mist feitelijke grondslag.
TWEEDEONDERDEEL
2. Anders dan waarvan het onderdeel uitgaat, oordelen de appelrechters niet dat de vennootschap Flih waarvan zij aan-
nemen dat deze schade heeft geleden, beschikt over een schuldvordering tot vergoeding van de schade.
Het onderdeel mist feitelijke grondslag.
Tweede middel
VIERDEENZESDEONDERDEEL
3. De vennootschap is gerechtigd om schadevergoeding te vorderen van een derde door wiens fout het vennootschaps- vermogen werd aangetast. Voor deze schade aan het ven- nootschapsvermogen komt aan de aandeelhouders geen zelf- standig vorderingsrecht toe.
De onderdelen die van een andere rechtsopvatting uitgaan, falen naar recht.
EERSTE, TWEEDE, DERDEENVIJFDEONDERDEEL
4. Gelet op het antwoord op het vierde en zesde onderdeel, kunnen de onderdelen niet tot cassatie leiden en zijn zij bij- gevolg niet ontvankelijk.
Dictum Het Hof,
Verwerpt het cassatieberoep.
Veroordeelt de eisers in de kosten.
Bepaalt de kosten voor de eisers op 663,27 EUR en voor de verweerster op 175,27 EUR.
(...)