https://balkanknipsels.wordpress.com/2020/02/05/de-griek-van-primo-levi/
De Griek van Primo Levi
Posted on 5 februari 2020 by Michel De Dobbeleer
Hij heette Mordo Nahum en op het eerste gezicht was er niets bijzonders aan hem, behalve zijn schoenen (bijna nieuwe, elegante leren schoenen, een waar mirakel in die tijd en op die
plaats) […]. (1999: 242)
Het respijtis opgenomen in de bundel De getuigenissen (1999: 211-438; vert. Frida De Matteis-Vogels)
Die tijd en die plaats zijn de late winter van 1945, even buiten Auschwitz. Hier is de ik-verteller in Primo Levi’s Het respijt (La tregua) aan zijn odyssee begonnen, kort na de terugtrekking van de nazi’s uit hun beruchtste concentratiekamp. Die odyssee moet de ik-verteller (laten we hem maar in grote mate vereenzelvigen met de chemicus-kampoverlever-schrijver) naar zijn thuisstad Turijn brengen.
https://balkanknipsels.wordpress.com/2020/02/05/de-griek-van-primo-levi/
La tregua (ook vertaald als Het oponthoud) verscheen in 1963
Van Auschwitz, bij Krakau, naar de elegante hoofdstad van Piemonte duurt het volgens Google Maps tegenwoordig met de auto zo’n vijftien uur. Je rijdt dan via Tsjechië en Oostenrijk, waarbij je de Balkan dus letterlijk links laat liggen. Niet zo bij Levi. Het lot en de Sovjet-Russische Auschwitzbevrijders voerden de joodse Italiaan (1919-1987) via Pools-Oekraïens-Wit-Russisch- (opnieuw)Oekraïens-Moldavische omzwervingen uiteindelijk de Balkan binnen. Tenminste als we Roemenië benoorden de Donau tot de Balkan rekenen, maar dat doen we hier op Kibik! Hij zou heel Roemenië doorkruisen en op het kaartje zie je dat hij dan nog maar halfweg was. Maar dat weet Levi nog niet wanneer hij aan het begin van Het respijt ‘zijn Griek’ tegenkomt.
https://balkanknipsels.wordpress.com/2020/02/05/de-griek-van-primo-levi/
Er waren toen aanzienlijk minder landsgrenzen dan nu (Levi 1999: 213)
Deze Mordo Nahum blijkt een echte ‘Balkanpolyglot’. Ik vervolg mijn citaat: “Behalve zijn eigen taal sprak hij Spaans (zoals alle joden van Saloniki), Frans, een moeizaam, maar goed uitgesproken Italiaans, en zoals ik later zou merken, ook nog Turks, Bulgaars en een beetje Albanees” (ibid.).
Als lezer van dit hoofdstuk ‘De Griek’ (239-264) weet je niet wat je van die Mordo moet denken.
Levi zelf ook niet. Hij noemt hem, vanwege zijn wijsheid, “een Griek van formaat”, maar ook een
“gehaaide sjacheraar […] egoïstisch en koud” (248, 251). Toch voelt hij bij het afscheid spijt. Het hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, ook van formaat: “vele maanden later zou hij [Mordo] nog eens verschijnen, in het meest onwaarschijnlijke decor en de meest onverwachte incarnatie” (264).
Benieuwd naar meer (over deze) odyssee? Kom volgende week naar Literaire Duetten in Gent.
Geplaatst in Balkanknipsels | Tags: Griekenland, literatuur, Roemenië