• Aucun résultat trouvé

Article

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "Article"

Copied!
2
0
0

Texte intégral

(1)

AC T U A L I T É

8 9 8 R . D . C . 2 0 1 0 / 9 – N O V E M B R E 2 0 1 0 L A R C I E R

3. V ENNOOTSCHAPSRECHT /D ROIT DES SOCIÉTÉS

Wetgeving/Législation

VENNOOTSCHAPPEN

Besloten vennootschappen met beperkte aansprake- lijkheid – Algemeen

Koninklijk besluit van 27 mei 2010 tot vaststelling van de essentiële criteria van het

financiële plan van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ‘Starter’ […]

(BS 31 mei 2010)

Het KB regelt de inwerkingtreding – met ingang vanaf 1 juni 2010 – van de bepalingen inzake de S-BVBA die eerder dit jaar aan het W.Venn. werden toegevoegd.

Het KB legt verder ook de essentiële criteria vast van het financiële plan voor de oprichting van een S-BVBA. Het financiële plan dient minstens vier delen te bevatten:

(i) een beschrijving van de op te starten vennootschap, (ii) een geprojecteerde balans, (iii) een geprojecteerde resultatenrekening en (iv) een geprojecteerde vermo- gensstromentabel. In het KB wordt verder uiteengezet welke informatie elk van deze vier delen precies moet bevatten.

VENNOOTSCHAPPEN

Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid:

gemeenschappelijke bepalingen – Boekhouding ven- nootschap – Jaarverslag

Koninklijk besluit van 6 juni 2010 houdende aanduiding van de na te leven code inzake

deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen (BS 28 juni 2010)

Artikel 96 § 2 W.Venn. voorziet dat genoteerde vennoot- schappen in hun jaarverslag een corporate-governance verklaring moeten opnemen. In die verklaring moet de vennootschap aanduiden welke corporate governance- code ze toepast en, indien van toepassing, op welke pun- ten ze ervan afwijkt (met de onderbouwde redenen daar- voor).

Het KB van 6 juni 2010 bepaalt nu dat de Belgische cor- porate governance-code 2009 de enige code is die over-

eenkomstig artikel 96 § 2 W.Venn. moet worden toege- past.

David Haex

Advocaat Linklaters LLP

Rechtspraak/

Jurisprudence

H

O F V A N

C

A S S A T I E

28

M E I

2010

ONDERNEMING

Kruispuntbank van Ondernemingen Zaak: C.09.0528.F

Artikel 14 § 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprich- ting van een Kruispuntbank van Ondernemingen bevat een fundamenteel verschil tussen de Nederlandstalige en de Franstalige versie. In de Nederlandstalige versie leest de bepaling als volgt: “Indien de handels- of ambachts- onderneming wel in deze hoedanigheid is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar haar vor- dering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onder- neming op de datum van de inleiding van de vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschap- pelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven, is de vordering van die onderneming even- eens onontvankelijk. De onontvankelijkheid is evenwel gedekt, indien de onontvankelijkheid niet voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen.”

In de Franstalige versie is de laatste zin verschillend:

“Dans le cas où l’entreprise commerciale ou artisanale est inscrite en cette qualité à la Banque-Carrefour des Entreprises, mais que son action est basée sur une activité pour laquelle l’entreprise n’est pas inscrite à la date de l’introduction de l’action ou qui ne tombe pas sous l’objet social pour lequel l’entreprise est inscrite à cette date, l’action de cette entreprise est également non rece- vable. L’irrecevabilité est cependant couverte si aucune autre exception ou aucun autre moyen de défense n’est opposé comme fin de non-recevoir.”

De Franstalige versie lijkt te suggereren dat het niet vol- staat dat de verweerder zich enkel op de exceptie van artikel 14 § 4 beroept, maar dat de verweerder ook andere middelen tot onontvankelijkheid van de vorde- ring moet aanvoeren. Deze interpretatie van artikel 14

§ 4 werd gevolgd door het hof van beroep te Luik. Het

(2)

AC T U A L I T E I T

L A R C I E R T . B . H . 2 0 1 0 / 9 – N O V E M B E R 2 0 1 0 8 9 9

Hof van Cassatie heeft nu bevestigd dat de Nederlands- talige versie de correcte versie is en dat artikel 14 § 4 wel degelijk als enig middel tot onontvankelijkheid mag wor- den ingeroepen door de verweerder.

G

R O N D W E T T E L I J K

H

O F

16

S E P T E M B E R

2010

VENNOOTSCHAPPEN

Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aanspra- kelijkheid – Bestuur – Aansprakelijkheid

Zaak: nr. 102/2010

Het betreft een geschil tussen twee vennoten van een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprake-

lijkheid (CVOA), die elk respectievelijk 51% en 49%

van de aandelen van de CVOA bezitten. Op verzoek van de bodemrechter werd de volgende prejudiciële vraag voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof: “Vormt het feit dat de minderheidsvennoten van een CVOA niet de mogelijkheid hebben om een minderheidsvordering in te stellen, terwijl het W.Venn. wel in die mogelijkheid voor- ziet voor minderheidsaandeelhouders van een CVBA, BVBA of NV, een ongeoorloofde schending van het gelijkheidsbeginsel?”

Het Hof oordeelt dat het ontbreken van zulke mogelijk- heid om een minderheidsvordering in te stellen binnen de CVOA inderdaad de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.

David Haex

Advocaat Linklaters LLP

4. V ERVOER /T RANSPORT

Rechtspraak/

Jurisprudence

R

E C H T B A N K V A N K O O P H A N D E L

A

N T W E R P E N

26

M E I

2010

SCHIP EN SCHEEPVAART

Zeevaart – Aanvaring – Aansprakelijkheid – Inbreu- ken op scheepvaartreglement – Onzeewaardigheid Zaak: AR A/09/02594 en A/09/6322

Uit het technisch onderzoek na de aanvaring tussen de

‘Jade River’ en de ‘Zeehond’ blijkt dat de ‘Zeehond’

problemen heeft ondervonden met haar stuurgerei, waar- door het schip niet meer naar het roer luisterde en bak- boord uitdraaide in plaats van stuurboord.

Door bakboord uit te draaien in plaats van stuurboord is de ‘Zeehond’ niet aan stuurboordzijde van de vaargeul gebleven, wat een overtreding is van de vaarregels van het scheepvaartreglement. Deze overtreding en de aan- sprakelijkheid voor de schadelijke gevolgen ervan wordt niet uitgewist door het feit dat de overtreding veroor- zaakt werd door een technisch mankement (art. 3 scheep- vaartreglement). De eigenaar van het schip is aansprake- lijk voor de overtreding begaan door de bemanning, zowel op basis van de artikelen 1382-1384 BW als op basis van de artikelen 46 en 251 zeewet.

De problemen met het stuurgerei maken het schip boven- dien onzeewaardig, waarvoor de eigenaar van het schip eveneens instaat, zowel op basis van artikel 1384 BW als bewaarder van een gebrekkige zaak als op basis van artikel 1382 BW, aangezien het laten varen van een onzeewaardig schip een inbreuk is op artikel 3 § 1, van het politiereglement Benedenzeeschelde en derhalve een onrechtmatige daad.

R

E C H T B A N K V A N K O O P H A N D E L

O

U D E N A A R D E

15

J U N I

2010

VERVOER

Wegvervoer – Internationaal vervoer – CMR-Ver- drag – Berekening schadevergoeding – Vernietigings- en expertisekosten

Zaak: AR 2008/00871

Krachtens artikel 23 CMR wordt de schadevergoeding berekend op basis van de waarde van de goederen op de plaats en het tijdstip van de inontvangstneming ervan.

Het gaat derhalve om de waarde van de goederen ter bestemming, en deze waarde omvat ook de winst die de afzender maakt. De verkoopfactuur tussen de afzender en de bestemmeling kan derhalve gebruikt worden als berekeningsbasis voor de schadevergoeding.

De rechtbank oordeelt verder dat vernietigingskosten van de beschadigde goederen en expertisekosten geen

“met betrekking tot het vervoer gemaakte kosten” zijn,

Références

Documents relatifs

Het onderdeel dat ervan uit gaat dat de WAM-verzekeraar niet gehouden is tot vergoeding van de schade toegebracht door haar verzekerde, gehuwd onder het wettelijk stelsel, aan een

IUK heeft ook impliciete allocatie geïmplementeerd zodat IUK capaciteit kan aanbieden aan een vaste prijs, op elk moment binnen de bedrijfsuren van de Partner voor impliciete

De schade die eiseres geleden heeft, werd immers veroor- zaakt door het feit dat de vennootschap Simclar International in feite nooit enige bestelling geplaatst had bij eiseres

Het Hof is de mening toegedaan dat, ondanks het feit dat de kenmerken en waarden tussen vrije beroepsbeoefenaars en ondernemingen verschillen, dit niet verantwoordt dat voor de

Phase 1 : Téléchargez l’application Téléchargez l’application Kruidvat Smart Home dans Google Play store ou Apple App Store.. Phase 2 : Créez

- zich te schikken naar de gewestelijke regels in verband met de controle op de subsidies (de organieke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23 februari 2006

ingeroepen aansprakelijkheid van de makelaar, voor het feit dat deze tij- delijke polis werd opgezegd ten gevolge van beweerde fou- ten, gemaakt door de makelaar en een

Door deze standaardbrief werd de verzeke- ringnemer niet gewaarschuwd voor de voor hem concrete gevolgen van de niet-betaling van de premies, zodat deze brief, waarvan niet