• Aucun résultat trouvé

Herhalingsoefeningen - Dossier 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "Herhalingsoefeningen - Dossier 3"

Copied!
29
0
0

Texte intégral

(1)

20 april 2020

Herhalingsoefeningen - Dossier 3

Beste leerlingen,

We hopen dat jullie toch van die zo speciale paasvakantie hebben kunnen genieten en dat de voorbereiding van het tweede dossier niet te moeilijk was

Hier vind je de oplossingen voor het tweede dossier en dan het dossier 3. Dat zijn oefeningen voor één week. Probeer dus die reeks oefeningen tegen 29 april voor te bereiden.

Zoals voor de eerste twee dossiers zullen jullie volgende week de verbetering op de website van de school vinden.

Vergeet niet dat we bereikbaar via onze mailadressen blijven. Veel succes!

We hopen jullie zo snel mogelijk terug te zien.

Zorg goed voor jezelf en voor je familie.

Mevr. De Wulf en Lepage.

Voor de leerlingen van Mevrouw De Wulf:

Kan ik jullie vragen om op deze enquête voor vrijdag te antwoorden a.u.b.?

=> https://forms.gle/FqBvuqMAqDMHj9CP9

Voor de leerlingen van Mevrouw Lepage:

Kan ik jullie vragen om op deze enquête voor vrijdag te antwoorden a.u.b.?

=> https://forms.gle/HqSYBH3PXPL2XQ1p9

(2)

DOSSIER 2 : VERBETERING Hoofdstuk 3

1.

Complète les répliques du docteur.

Dokter: Wat ………scheelt………. er? / Wat is het probleem?

Patiënt: Ik ben al een paar dagen verkouden. Sinds gisterenavond heb ik ook koorts.

Dokter: Hebt u andere klachten?

Patiënt: Ja, ik heb ook vreselijke keelpijn.

Dokter: We gaan eens kijken. U heeft een keelontsteking.

Rust een dag of 2 thuis. Ik zal u een siroop voorschrijven.

Patiënt: Dank je wel, dokter. Wanneer zal ik genezen zijn?

Dokter: Binnen enkele dagen zou de pijn moeten verminderen en de koorts verdwijnen. Veel beterschap!

2.

Complète les répliques du docteur.

1. Ik heb koorts. Ik heb overal pijn en ik ben de hele tijd moe.

 Dat is duidelijk. Je hebt de griep!

2. Ik ben gevallen en ik heb pijn aan mijn rechtervoet. Ik kan er wel nog op stappen.

 Volgens mij is jouw enkel verstuikt en niet gebroken.

3. Ik heb krampen in mijn buik en ik moet de hele tijd naar het toilet.

(3)

4. Ik moet niezen, hoesten en ik heb een verstopte neus.

 Dat klinkt als zware verkoudheid.

5. Ik viel met de fiets op mijn arm. Ik kan die niet meer bewegen en het doet ongelooflijk veel pijn.

 Voorzichtig, veel kans dat die arm gebroken is.

3.

Regarde les photos. Puis, complète les phrases.

Dit meisje heeft keelpijn

Dit koppel is verkouden

Dit meisje heeft een verstopte neus / lopende neus / loopneus

Deze jongedame heeft waarschijnlijk een

oorontsteking.

De jongen heeft zijn pols verstuikt.

Het meisje moet de hele tijd hoesten.

(4)

4.

Qu'est-ce que c'est ? N'oublie pas l'article.

1. Een document dat je nodig hebt om medicatie te krijgen:

Het voorschrift

2. Het document dat je nodig hebt om je identiteit aan te tonen:

De identiteitskaart

3. Een doos met zware medicatie tegen bacteriële infecties:

De doos antibiotica

4. De persoon die de medicatie verkoopt:

De apotheker / de apotheekster

5. Wat rond de medicatie zit, waar die inzit:

De verpakking

5.

Remets les mots dans le bon ordre. N'oublie pas de conjuguer les verbes.

1. . - tijdens - nemen - de - één - maaltijd - pilletje Neem één pilletje tijdens de maaltijd.

2. ? - nodig - hebben - iets - nog - u - anders Hebt u nog iets anders nodig?

3. . - schrijven - op - ik - dosis - zullen - de - de - verpakking Ik zal de dosis op de verpakking schrijven.

4. . - willen - hij - tegen - zouden - de - iets - hoofdpijn.

Hij zou iets willen tegen de hoofdpijn.

Hij zou iets tegen de hoofdpijn willen.

5. ? - medicatie - ik - innemen - hoe - moeten - dikwijls - die Hoe dikwijls moet ik die medicatie innemen?

(5)

6.

Complète avec le bon mot.

1. De dokter waar je voor gewone kwaaltjes heengaat, is je huisarts 2. Een patiënt gaat bij de dokter op consultatie

3. Kun je even wachten in de wachtzaal?

4. Het slachtoffer werd met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht.

5. Als je te diep in je vinger snijdt, ga je best naar de spoed(dienst) 6. Ze heeft appendicitis. De dokter zal moeten opereren

7. Ik ga je een siroop voorschrijven tegen het hoesten.

8. Heeft u naast keelpijn nog klachten?

9. Röntgenfoto's maken ze op de radiografie.

10. Voor de diagnose, zal de dokter de patiënt eerst onderzoeken

7.

Qu'est-ce qu'on cherche ? Complète les phrases.

1. Je voelt je draaierig en duizelig. Je bent bang dat je gaat flauwvallen 2. Mensen met een pollenallergie hebben vaak een loopneus en moeten veel

niezen

3. Als je diarree hebt, heb je ook krampen in je buik.

4. Ik voel me misselijk Ik ben bang dat ik ga moeten overgeven.

5. Ahlem heeft overal pijn en koorts. Het is weer de tijd van het jaar. Ze heeft de griep

(6)

8.

Qu'est ce qui se passe ?

9.

Complète les phrases ci-dessous. Ajoute un article défini si nécessaire.

□ pijnstiller □ neusspray □ zuigtablet

□ multivitamine □ antibiotica □ ontsmettingsmiddel

1. Weet jij waar het ontsmettingsmiddel staat? Ik heb een schaafwonde op mijn knie.

2. Neem een zuigtablet tegen het hoesten. Dat kan helpen.

3. Je mag een neusspray niet te lang gebruiken. Dat kan verslavend zijn.

4. Misschien met je een pijnstiller nemen tegen de hoofdpijn.

5. Antibiotica helpen enkel bij bacteriële infecties, niet bij virussen.

De man heeft buikpijn

Tina heeft al dagen vreselijke hoofdpijn

Mijn zus moet al de hele ochtend overgeven

't Was te denken. Ik heb koorts

Ik moet de hele tijd mijn neus snuiten

(7)

10.

Lis les textes. Souligne les symptômes.

1. Bij hoge zomertemperaturen is voldoende afkoelen een must. Zo niet riskeer je een zonnesteek. Je lichaamstemperatuur kan oplopen tot 40-42° C. Sommige mensen raken ernstig verbrand door de zon en krijgen zelfs blaren. Onmiddellijk ingrijpen is noodzakelijk!

2. Hoewel soms zeer pijnlijk, zijn bijen- of wespensteken ongevaarlijk. Toch dient men op te letten, aangezien sommige mensen een ernstige allergische reactie kunnen ontwikkelen.

3. Het kan een schok voor je zijn, maar het is echt zo. Twintig procent van de mensen krijgen ongeveer tachtig procent van de muggenbeten. Of je aantrekkelijk bent voor een mug, hangt af van verschillende factoren. Het heeft onder meer te maken de geur die je verspreidt. Het is dus perfect mogelijk dat je met twee in de slaapkamer ligt en dat de ene veel meer gebeten wordt en de andere bijna nooit. De ene heeft ook veel meer jeuk dan de andere. Fair is het niet!

4. Een splinter komt het meest voor in de vinger of de hand, maar ook in de voet.

Het is belangrijk dat de splinter verwijderd wordt. Wanneer dit niet gebeurt, kan er een soms ernstige ontsteking ontstaan. Verwijder de splinter en vergeet de wonde niet goed te ontsmetten.

(8)

11.

Compréhension à la lecture :

Contexte : Voilà deux semaines que tu es en confinement en cause du coronavirus.

Tu t’es beaucoup informé sur le sujet via la presse francophone et tu te demandes si les informations sont les mêmes en Flandre. Curieux, tu décides donc de pousser tes recherches vers la presse néerlandophone.

Tâche : Lis l’article suivant : https://www.ketnet.be/karrewiet/13-maart-2020-alles-over- het-virus. Prends note en français des différentes questions et des réponses données (avec tes propres mots).

Vérifie avoir bien répondu à la consigne et à ne surtout pas avoir traduit tout le texte ou noté tout ce que tu as compris sans tenir compte de l’énoncé.

Base-toi sur les éléments du texte uniquement, n’ajoute pas d’informations que tu aurais apprises dans la presse sur ce sujet (il s’agit ici de vérifier ta

compréhension du texte)

1. Comment le Coronavirus est-il né/apparu ?

Le Coronavirus (comme beaucoup d’autres virus) viendrait probablement d’une chauve-souris.

2. D’où vient le nom Covid 19 ?

« co » pour Corona

« vi » pour virus

« d » pour disease (maladie en anglais)

« 19 » pour 2019

3. Combien temps cela dure-t-il avant de savoir si l’on a le Corona ? Cela peut prendre quelques jours avant de remarquer quelque chose (=cela s’appelle la période d’incubation).

Il est aussi possible d’être contaminé/infecté sans pour cela se sentir vraiment mal.

4. Quels sont les symptômes ?

Les symptômes sont les mêmes que pour une grippe ordinaire : fièvre, toux, fatigue, mal de gorge, douleur des voies respiratoires

5. Est-ce dangereux pour les enfants ?

Les enfants souffrent quand même moins de ce virus, mais si tu te sens malade, dis-le immédiatement à tes parents et téléphone au médecin

(9)

6. Comment est-on infesté par le Coronavirus ?

On attrape le Corona de quelqu’un qui est contaminé. Le virus se propage via gouttelettes. Lorsque quelqu’un tousse ou éternue, beaucoup de

gouttelettes sont libérées (produites), lorsque tu inhales ces gouttelettes tu peux être infesté/contaminé.

Besmet geraken met = être infesté par

7. Que se passe-t-il quand quelqu’un est contaminé ?

Quand une personne est contaminée, elle est placée 14 jours en

quarantaine. Elle est ainsi « coupée » du monde pour 2 semaines. Il est très important d’empêcher le contact avec d’autres personnes. Si les symptômes s’aggravent, la personne est hospitalisée.

8. Existe-t-il déjà un traitement ou vaccin ?

Il n’y a encore aucun remède ni vaccin contre le Corona. Cela prendra encore sûrement plus d’un an. Certains remèdes/médicaments peuvent agir, mais ils sont encore testés. La plupart des gens guérissent

habituellement d’eux-mêmes.

9. Quand le corona aura-t-il disparu ?

C’est très difficile à estimer parce que c’est un nouveau virus. Nous savons quand l’épidémie de grippe commence et se termine chaque

année. Il est possible que le Coronavirus disparaisse progressivement d’ici l’été, mais il est aussi possible qu’il ressurgisse l’hiver prochain. Les

experts pensent qu’il aura disparu d’ici mi ou fin mai, mais ce n’est pas certain.

(10)

12.

Compréhension à la l’audition

https://youtu.be/MOU7cGTDKUE

contexte : Tu viens d’arriver chez ta correspondante pour une semaine, mais malheureusement elle tombe malade. Tu l’accompagnes chez le docteur.

Tâche : Ecoute leur conversation pour pouvoir donner des nouvelles de ta correspondante à l’école. Pour cela, note :

- quatre symptômes de sa maladie ; - deux endroits précis où elle a mal ;

- si elle a de la fièvre quand elle est chez le docteur, et si oui, combien ; - le diagnostic du docteur ;

- quel médicament elle doit prendre, combien (de fois) et quand ; - trois conseils du médecin.

Symptômes : Mal à la gorge, tousse beaucoup, mal partout, très fatiguée, fièvre, froid et puis chaud.

Endroits où elle a mal : La gorge, la tête

Fièvre chez le docteur : Oui, chez le docteur elle avait 38,8 de fièvre.

Diagnostic : Très forte angine

Médicament : Des antibiotiques.

Combien ? 1 antibiotique 3x par jour.

Quand ? Avant le repas

Conseils : Beaucoup se reposer

Rester à l’intérieur/à la maison Bien se soigner.

(11)

13.

Luister naar het zelfde gesprek op Youtube en vul het in.

DOKTER Dag Kyra. Wat scheelt er?

KYRA Ik voel me niet goed, dokter. Ik heb keelpijn en hoest veel.

Eigenlijk heb ik overal pijn, en ik voel me ook moe.

DOKTER Heb je hoofdpijn?

KYRA Ja, een beetje.

DOKTER En koorts?

KYRA Ja, deze morgen had ik 38 graden.

DOKTER Oei, we zullen je koorts nu nog eens meten. 38,8. Dat is te veel.

KYRA Soms heb ik het warm, en dan ril ik weer van de kou.

DOKTER Keelpijn, koorts, je voelt je moe … Ik ga je onderzoeken. Eerst je longen. Adem eens diep in en uit. Neen, ik hoor niets speciaals.

KYRA Gelukkig maar...

DOKTER Ja. Nu ga ik nog eens in je keel kijken. Doe je mond open, Kyra.

Hmhm, dat ziet er minder goed uit.

KYRA Is het erg?

DOKTER Ik zie dikke, witte stippen. Dat is een zware keelontsteking. Ik zal antibiotica voorschrijven. Neem drie keer per dag een pilletje, voor het eten. Vergeet niet dat je bij antibiotica de hele doos moet uitnemen!

KYRA Goed, dat zal ik doen, dokter. Dank u.

DOKTER Het is ook beter dat je veel rust en binnenblijft. Je moet een paar dagen thuis blijven. Ik zal je een afwezigheidsattest geven.

KYRA Oei, mijn correspondente is hier voor een week en we gingen dinsdag op uitstap met de school. Ze gaat toch niet zonder mij gaan …

DOKTER Kyra, je gezondheid gaat voor. Het is jammer, maar ze zal door de leerlingen van je klas zeker goed opgevangen worden.

KYRA Ik begrijp het, er is niets aan te doen …

DOKTER Hier heb je het voorschrift voor de apotheker en het briefje voor de mutualiteit. Dat is dan 25 euro, alstublieft.

KYRA Dank u, dokter. Hier is 25 euro.

(12)

DOKTER Dank u. Kyra. Neem je geneesmiddelen en verzorg je goed. Blijf een paar dagen binnen en rust veel. Zo ben je binnen de week genezen.

KYRA Oké, dokter. Tot ziens.

DOKTER Dag Kyra.

(13)

Herhalingsoefeningen - Dossier 3

Hoofdstuk 2 Woordenschat

1. Complète les phrases par un synonyme des mots entre parenthèses.

2. Kom je me ……… (ophalen)?

3. Om ……… (welk uur, wanneer) zullen we gaan?

4. Heb je vanavond al ……… (wat te doen)?

5. ……… (Wat vind je van) woensdag?

2. Deux amis discutent de leur weekend. Remets les phrases du dialogue dans le bon ordre.

Dat kan! Wat stel je voor?

Ideaal, tot zaterdag!

Hey Lisa, heb je vrijdagavond al wat te doen?

Absoluut!

Familie gaat voor! En zaterdag?

Heb je zin om naar Copacabana, dat straatfestival in Sint- Amandsberg, te gaan?

Jammer genoeg wel, een familie-etentje, mijn grootouders komen op bezoek uit West-Vlaanderen.

Pik ik je op rond 20:00u?

(14)

3. Trouve les bonnes réponses.

1. Ik ben op dit rapport geslaagd voor wiskunde. :-)

2. Ik kan niet mee op weekend. Ik ben dan net zelf op reis.

3. Ga je mee naar Dour?

4. Komaan, zoiets doe je toch niet. Wie geeft er nu een cadeautje terug aan de persoon van wie hij het gekregen heeft.

5. Bedankt voor de vele hulp bij dat project voor Engels.

a. Inderdaad, wie?

b. Zo jammer!!!

c. Prima!

d. Geen enkel probleem.

e. Daar moet ik nog even over nadenken.

1 + …….. 2+ …….. 3+ …….. 4+ …….. 5+ ……..

(15)

4. Complète l'exercice en utilisant les expressions de la liste.

Tof - Dan kan ik niet - Zeker en vast - daar heb ik geen zin in – Dat vind ik echt niet leuk

1. Er zit een grote spin net boven mijn bed in mijn slaapkamer. ... !

………

2. Ze gaan voor Bianca's verjaardag bowlen. Ik moet nog een goed excuus vinden om niet mee te gaan.

Bowlen, neen,……… . 3. Laura : We gaan vrijdagmiddag samen pizza eten. Geen zin om

mee te gaan?

Nour : ………, ik moet een test inhalen voor natuurwetenschappen.

4. Pierre : Ik heb weekendwerk gevonden. Elke zondag werk ik nu bij de bakker op de markt.

Stijn : ………!

5. Sara : We gaan toch nog altijd samen iets drinken, eh, dit

weekend?

Ensar : ………! ;-)

5. Complète le dialogue avec les mots donnés.

Heb jij tips ? – Topadvies – vergeet – probeer niet – raad nodig

- Hey bro, ik heb je ………. . Mijn vriendin is jarig en ik heb geen idee wat ik haar kan geven. ………?

- Phoeh, daar moet ik even over nadenken. ……… te overdrijven. Niets te groot wat iedereen gemakkelijk kan geven als je maar genoeg geld hebt. Zoek iets leuks, dat toont dat je moeite hebt gedaan.

……… er ook geen kaartje bij te steken.

- Dank je wel, kerel! ……… . Nu nog iets vinden!

(16)

6. Regarde les photos. Complète les phrases par une des émotions de la liste

vrolijk - jaloers - boos - triest - zenuwachtig

Het meisje links voelt zich ………

op de andere twee meiden.

De bestuurster van de wagen is duidelijk

……… op de chauffeur voor haar.

Wie gaat het halen? De kandidaten zijn allemaal ……… .

't Is gedaan met haar vriendje. Charlotte is ……… . Gelukkig komt haar

beste vriendin haar troosten.

Het meisje danst ……… mee op de muziek. Zo'n leuk zicht!

(17)

7. Complète les réactions. Utilise les mots entre parenthèses.

N'oublie pas de conjuguer les verbes.

1. - Jozefien, ik weet echt niet of ik het haal dit jaar. Mijn punten zijn voor wiskunde echt slecht.

- (zorgen) ………! We zijn nog maar februari. Er is nog massa's tijd.

2. - Morgen gaan ze me bellen of ik die weekendjob bij Carrefour krijg of niet.

- Wij ……… voor je!

3. - Ik kom niet naar school vandaag, ik lig met griep in bed.

- (veel) ………!

6. - Ik doe vandaag een auditie om bij die band te mogen spelen. Ik hoop dat ik goed genoeg ben.

- (geloven) ……… . Break a leg!

(18)

8. Regarde les photos. Donne des réactions. Utilise les mots de la liste dans ta réaction

wereld - geduld - sterkte - succes - herstel

1. Het is het

……….. .

2. Hopelijk valt het ziekenhuiseten een beetje mee. ……….. !

3. Cruciale match.

……….. !

4. "Hij heeft nu nog niet geantwoord op mijn sms'je!"

“……… ! Hij antwoordt nog wel.”

5. Je vindt wel een andere job.

……….. !

(19)

Grammatica La phrase complexe

1- Omcirkel het voegwoord. Onderlijn ook het werkwoord in het tweede zinsdeel.

Entoure la conjonction. Souligne aussi le verbe dans la 2eme partie de la phrase (=celle qui suit la conjonction).

Noteer je antwoorden in de tweede kolom.

Wat vond jij van het Eurovisiesongfestival?

Een aantal reacties op Facebook.

 Finland vond ik keigoed omdat de choreografie indrukwekkend° was.

 Turkije had een talentvolle zangeres en de muzikanten speelden mooie muziek.

 Ik heb niet op Frankrijk gestemd, want de zanger zong vals.

 Zweden heeft gewonnen, maar ik vond Ierland beter.

 Ik vond het heel saai. Wat ik

volgend jaar doe? Ik lees een boek of ik ga naar de bioscoop.

 Ik wist niet dat België dit jaar niet deelnam.

 Ik heb niet gekeken, maar ik denk dat Duitsland het beste nummer°

had.

° indrukwekkend : impressionnant

° het nummer : het liedje

(20)

2- Verbind de zinnen die samen passen.

Relie les phrases qui vont ensemble

Noteer volledige zinnen in de derde kolom.

Tijdens de uitzending van het Eurovisiesongfestival werden alle deelnemende landen° voorgesteld. Een aantal landen zijn zeker een bezoekje waard.

1. Ik reis naar Griekenland omdat …

2. Zweden heeft een mooie natuur en …

3. In Zwitserland

kan je skiën, want …

4. Voor mediterraans eten reis je best naar

Spanje, maar …

5. Je zou graag door de Highlands trekken of …

6. Ierland? Iedereen weet dat …

7. Nederland is ideaal voor fietsers omdat …

 Je wil het monster van Loch Ness ontmoeten.

Schotland is ‘the place to be’.

 In de Alpen ligt er ’s winters veel

sneeuw.

 Kopenhagen is een moderne stad.

 Ik interesseer me voor geschiedenis.

 De sfeer in Dublin is heel aangenaam.

 Het is heel vlak.

 In Portugal eet je ook lekker.

1. Ik reis naar Griekenland omdat

………...

………

………

2. ………

………...

………

………

………...

3. ………...

………

………

………...

4. ………...

………...

………

………

5. ………...

………...

………

………

6. ………...

………...

………

………

7. ………...

………

(21)

3- Vier vrienden hebben nog niet beslist wat ze zaterdagavond zullen doen.

Quatre amis n’ont pas encore décidé ce qu’ils vont faire samedi soir.

Formuleer voorstellen met een voegwoord in elke zin.

Formule des propositions avec une conjonction dans chaque phrase.

Wat zullen ze zaterdagavond doen?

1. We kunnen samen naar de stad fietsen…

en naar de film | zouden | daar | we | kunnen gaan.

2. Ik zou graag samen met jullie naar een lekker restaurant gaan

maar heb | geen zakgeld meer | ik.

3. Ik weet … dat zijn | de moeite waard° | de concerten van Hooverphonic.

4. Zaterdagavond gaan we natuurlijk naar de bioscoop …

want ik / heel graag | ‘The Sound of Metal’

met Matthias Schoenearts | wil | zien.

5. Het is mijn verjaardag op zaterdag …

dus° gaan | waarom | we | niet eerst | een pizza | eten?

6. Het lijkt me een superidee om naar de film te gaan …

omdat een talentvolle° acteur | Matthias Schoenaerts | is.

7. We kunnen met de fiets naar de stad gaan …

of als het regent | kunnen | nemen | de tram | we.

° Matthias Schoenaerts is een bekende Vlaamse acteur. (‘The Sound of Metal’ 2016)

° de moeite waard zijn : en valoir la peine

° talentvol : talentueux

° dus (conjonct. coordinat.): donc

1. We kunnen samen naar de stad fietsen en ...…

………

2. Ik zou graag ……….

………

3. ………

4. ………

5. ………

6. ………

7. ………

(22)

L’ordre des mots dans la phrase interrogative

1- Zet de woorden in de juiste volgorde om een vraagzin te maken.

Place les mots dans le bon ordre pour former une phrase interrogative.

De woorden na de pijl zijn het antwoord op je vraag.

Les mots après la flèche sont la réponse à ta question

Quiz me quick!

1. de eerste voet –wie – gezet? – op de maan - heeft ➔ Neil Armstrong

2. rondvaren – in Venetië – men – kan – Waarmee ➔ een gondel

3. in de Romeinse tijd? – wat – de Latijnse naam van Parijs– was ➔ Lutetia

4. meer dan 30 miljoen inwoners? – België – heeft ➔ nee, minder

5. als je een spiegel breekt? – hoeveel jaren ongeluk – je – krijg ➔ 7

6. een nationaal gerecht? – is – in welk land – spaghetti ➔ Italië

7. van de groep K3? – hoe – de zangeressen - heten ➔ Hanne, Klaasje, Marthe

1. ………

2. ………

3. ………

4. ………

5. ………

6. ………

7. ………

(23)

2- Vind de vragen die bij deze antwoorden passen. De vraag moet gaan over wat onderstreept wordt.

Retrouve les questions qui correspondent aux réponses. La question doit porter sur ce qui est souligné.

K3!

1. …

➔ Er zijn drie meisjes in deze groep.

2. …

➔ De drie meisjes heten Hanne, Marthe en Klaasje.

3. …

➔ Ja, ze hebben veel succes in Vlaanderen en Nederland.

4. …

➔ Deze muziekgroep bestaat nu bijna 20 jaar.

5. …

➔ Ja, deze meisjes kunnen goed zingen.

6. …

➔ K3 zingt voor de kinderen.

7. …

➔ Hun grootste succes is het liedje MaMasé.

1. ………

2. ………

3. ………

4. ………

5. ………

6. ………

7. ………

(24)

La place du verbe dans la phrase

1- Onderstreep de vervoegde werkwoorden van de hoofdzinnen in het blauw.

Onderstreep de werkwoorden van de bijzinnen in het rood.

Souligne les verbes conjugués des phrases principales (P1) en bleu.

Souligne les verbes conjugués des phrases subordonnées (P2) en rouge.

Hobby’s – Getuigenis van Samir

Ik speel nu geen tennis meer, want ik nam aan te veel toernooien deel. Ik heb dan besloten om badminton in een club te gaan spelen, omdat ik er slechts° twee keer per week naartoe moet gaan. Deze sport vind ik echt geweldig! Als ik niet kan gaan, dan voel ik me slecht!

°slechts : seulement

(25)

2-

Schrijf de zinnen verder aan de hand van de elementen tussen haakjes.

Continue (à écrire) les phrases à l’aide des éléments entre parenthèses.

Pretpark Hey Paul,

Ik heb me gisteren super goed geamuseerd, want (1 zijn | naar Walibi | we | vertrokken | met een paar vrienden).

Ik had Pieter-Jan niet gevraagd om mee te komen omdat (2 nog twee examens | hij | had) en (3 van zijn ouders | elke dag| studeren | moest | hij).

De zon scheen maar (4 was | niet zo warm | het), dus (5 onze dikke jassen | mee | we | hadden). De sfeer was heel plezant!

Iedereen vond dat (6 vaker | dit | we | doen | moeten)!

Wat doe jij tijdens dit verlengd° weekend? Als (7 morgen | mooi weer | het | is), kunnen we misschien naar zee gaan? Zou je dat leuk vinden? Laat me weten!

Groetjes, Karim

1 ………

2 ………

3 ………

4 ………

5 ………

6 ………

7 ………

°verlengd weekend : long weekend

(26)

3-

Schrijf de zinnen verder aan de hand van de elementen tussen haakjes.

Continue (à écrire) les phrases à l’aide des éléments entre parenthèses.

Wie gaat naar Lotte’s fuif?

Pia : Ik ga misschien, als (1- terug naar huis | de ouders van Floris | kunnen | me | brengen).

Sarah : Nee, omdat (2- ga | al | naar een Chiro fuif | ik).

Karsten : Ja, natuurlijk en (3- voor Lotte | een verrassing | organiseren | ik | zal).

Fleur : Ja, als (4- gaan | mijn ouders | er… mee | akkoord).

Kasper : Nee, want (5- liever | tv | ik | kijk).

Abdel : Ik kan niet komen. Ik weet dat (6- is | voor Lotte | niet tof | het ), maar (7- zaterdag | een belangrijke voetbalwedstrijd | ik | heb).

1 ………

2 ………

3 ………

4 ………

5 ………

6 ………

7 ………

er = cela

er + mee = avec cela mee est en fait le met de « akkoord gaan met »

(27)

CA:

Mensen in quarantaine getuigen

1- Luister naar dit document en antwoord op de volgende vragen:

Ecoute ce document et réponds aux questions suivantes:

=> https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/03/13/vlamingen-over-hun-leven-in-quarantaine/

Algemene vragen :

1. De quel type de document s’agit-il ?

………

………

2. Quel est le sujet principal de ce document ? Donne le titre du document et puis explique avec tes mots.

………..

………..

………..

3. Combien y a-t-il d’intervenants et qui sont-ils ? Donne un maximum d’informations (nom, prénom, âge, rôle dans le document, etc.)

………..

………..

………..

………..

Specifieke vragen :

1. Comment Gaulthier et Herman ont-ils été infectés ?

………

………

2. Quelles précautions prennent Gaulthier et sa famille ? (5 informations détaillées)

………

………

………

………

(28)

………

………

………

………

3. Et Herman ? Quelles précautions sont prises autour de lui ? (1 grande information à développer)

………

………

………

………

4. Que fait Herman pour s’occuper ? (3 informations)

………

………

………

………

5. Quels sont les symptômes que Gaulthier et Herman ont ? (Détaille au maximum)

Gaulthier :

………

………

Herman :

………

………

2-

Wat betekenen de volgende woorden? Gebruik de context om je te helpen.

Que signifient les mots suivants ? Utilise le contexte pour t’aider.

1. besmet zijn : ………

2. ernstig : ………

3. in dat geval : ………

4. de afgelopen drie dagen : ………

5. zich vervelen : ………

6. eigenlijk : ………

7. verlaten : ………

8. ontsmetten : ………

(29)

11. ziek zijn : ………

12. het valt mee : ………

13. koorts hebben : ………

14. hoesten : ………

15. niezen : ………

3-

Wat kan je over die werkwoordsvormen zeggen? Vul de tabel in.

Que peux-tu dire sur ces formes verbales ? Complète le tableau.

Indique l’infinitif Verbe irrégulier ? De quel temps s’agit-il ? wij spraken

hij kwam terug hij raakte

hij was geweest

Références

Documents relatifs

Sommige boten worden niet louter bemand door jongeren met dromen, maar ook door jongeren met zorgen. Het besef dat er in onze samenleving, in ons onderwijs jongeren zijn die

Het gevaar van zo’n ‘kind eerst’ benadering is dat ouders al te snel als slechte ouders worden bestempeld, aangezien ouders die te maken krijgen met uithuisplaatsingen van

Elia couvrira la capacité de réserve positive mFRR requise restante (après avoir tenu compte du partage de réserves et des offres d’énergie d’équilibrage

Het komt overeen met hetgeen is bepaald in artikel 3 (zie punten 41 en volgende). 133 In het geval van nationaliteit is, evenals in het geval van gewone verblijfplaats, het

65 Ook de overdracht van asielzoekers naar vooraf als veilig bestempelde landen (bv. Egypte of Tunesië) zou kunnen leiden tot schendingen van het verbod op

”Een priv´ edistributienet is elke elektriciteitslijn, of elk net voor distributie van elektriciteit dat niet wordt uitgebaat door een door de VREG aangewezen netbeheerder noch door

De tech- nologische mogelijkheden om uiteindelijk de zelfvoorziening en zelfconsumptie van energie te verhogen (zoals ge¨ıntroduceerd in het IWT TETRA-project Decongestie van

Rekening houdend echter met de stijging van de kostprijs van het risico3 met 31,6% in vergelijking met dezelfde periode van het voorgaande jaar, bedraagt het resultaat vóór