Cross border capital market
litigation
Menu
• 1°) Inleiding – situering
• 2°) 2 praktijkgevallen :
– Vordering tegen een revisor –
professionele investeerder - secundaire markt – internationale bevoegdheid
– Vordering tegen emitten –
I. Inleiding
• Capital market litigation doet reeks
ipr-vragen rijzen - vb.
– Internationale bevoegdheid in geval van
vordering door investeerder tegen emitterende vennootschap nav foute inschatting in prospectus – Toepasselijk recht op vordering van investeerder
tegen revisor van beursgenoteerd bedrijf nadat resultaten van laatste 3 j. van bedrijf
herberekend moeten worden
– Mogelijkheid om ipr-instrumenten te gebruiken indien vordering van investeerder tegen
controleautoriteit omwille van gebrekkig toezicht?
I. Inleiding
• Onderwerp tot nu toe te weinig toegelicht –
weinig dialoog tussen ipr-mensen en specialisten financieel recht
• Bijkomende moeilijkheden :
– 'wirwar' aan ipr-instrumenten (Rome I, Rome II, EEX-Vo, enz.) - met uitsluitingen
(bijv.consumenten) en verwijzingen
– Kwalificatieperikelen – veelheid aan relaties, soms contractueel, soms buitencontractueel
I. Inleiding
• Doelstelling van onderzoek: nagaan of
ipr-regels al dan niet aangepast zijn aan 'realiteit' van capital markets litigation
• Vaak gehoorde claim : ipr-kader is
schromelijk onaangepast – leidt tot 'mozaik' (verschillende rechtsstelsels toepasselijk op een en dezelfde uitgifte) / arbitrair karakter van aanduiding / onvoorspelbaarheid (vb. : T.M.C. Arons NIPR 2008/4, pp. 481-487)
• Hiervoor moet de hele scala van ipr-vragen
I. Inleiding
• In het kader van deze voordracht :
beperkingen tot 2 vragen op basis van 2 praktijkgevallen
II. Internationale rechtsmacht A. Algemeen
• Vordering van investeerder tegen revisor van
beursgenoteerd bedrijf nadat blijkt dat aanzienlijke onregelmatigheden in de
boekhouding van de Amerikaanse dochter
• Bedrijf opereert vanuit Frankrijk, aandelen
verhandeld (o.a.) op Euronext Paris
• Revisor : een rechtspersoon naar Frans recht
– met vestiging in VS die instaat voor rekeningen Amerikaanse vestiging
II. Internationale rechtsmacht A. Algemeen
• Investeerder gevestigd in België, aandelen
worden op effectenrekening in België gehouden
II. Internationale rechtsmacht A. Algemeen
• Voor oplossing van internationale
bevoegdheidsvragen : EEX-Vo
• Algemene regel : art. 2 – actor sequitur
forum rei – Frankrijk (moeilijkheid : indien
meerdere verweerders : concentratie van geschillen op basis van art. 6 EEX-Vo)
• Forumbeding – geen voorafgaande relatie
II. Internationale rechtsmacht B. Art. 5(3) EEX-Vo
• Toepassing van art. 5(3) EEX : slechts in
delictuele zaken (negatieve definitie – aansprakelijkheid buiten contractrelatie)
• In casu geen probleem
• Quid andere 'capital market' vorderingen?
– vordering tegen tussenpersoon nav
uitgifte (vb. lead manager)? vordering tegen emittent?
II. Internationale rechtsmacht B. Art. 5(3) EEX-Vo
• Twee mogelijkheden onder art. 5(3) EEX :
– Plaats van de 'daad' - Handlungsort
II. Internationale rechtsmacht B. Art. 5(3) EEX-Vo
• 1°) 'Handlungsort':
– Vordering tegen revisor : weinig twijfel
dat vestiging van revisor relevant is (Amerikaanse vestiging van revisor – geen toepassing EEX – ook niet indien consolidatie)
– Vordering tegen andere actor (vb. : lead
manager bij uitgifte) - 'informational torts'
II. Internationale rechtsmacht B. Art. 5(3) EEX-Vo
• 2°) 'Erfolgsort'?
– Waaruit bestaat de schade? Waardeverlies
effecten – is directe schade, geen gevolgschade
– Waar moet schade gelokaliseerd worden?
• Algemene richtlijn : plaats waar de schade is “ingetreden” (niet “geleden”)
• ”Centrum van vermogen” van slachtoffer? Niet relevant – althans indien schade bijzonder
II. Internationale rechtsmacht B. Art. 5(3) EEX-Vo
• In casu : schade bestaat uit waardeverlies
effecten effectenrekening als plaats waar →
schade intreedt?
• Minst schadelijke oplossing – geen rekening
houden met intermediëring (want belegger kan enkel zijn tussenpersoon aanspreken)?
• Gevolg : revisor kan in verschillende landen
worden gedagvaard – weinig ruimte voor consolidatie
III. Toepasselijk recht A. Algemeen
• Investeerder gevestigd in België tekent op
obligatieuitgifte door grote Nederlandse onderneming
• Obligatie gehouden op effectenrekening van
investeerder in Lxbg
• Enkele maanden later blijkt dat informatie
verstrekt in prospectus zwaar tekortschiet – althans volgens investeerder
III. Toepasselijk recht A. Algemeen
• Prospectus bevat volgende keuze:
• “The Bonds, Receipts, Coupons and Talons
are governed by, and shall be construed in accordance with, Dutch law”.
• Obligatie gehouden op effectenrekening van
investeerder in Lxbg
• Kan Nederlandse emittent zich op
III. Toepasselijk recht B. Welk instrument?
• 1ste vraag : welk instrument?
• A priori : relatie is contractueel – toepassing van Rome I
• Evenwel : uitsluiting van verbintenissen “die
voortvloeien uit onderhandelingen voorafgaand aan de sluiting van een overeenkomst” (art. 1 § 2 lit. 1 Rome I)
III. Toepasselijk recht B. Welk instrument?
• Prospectusaansprakelijkheid valt onder de uitsluiting : vloeit voort uit verklaringen
afgelegd door emitterende vennootschap vóór verwerving door investeerder van de financiële instrumenten
• Prospectusaansprakelijkheid opgevangen door Rome II – art. 12 ziet specifiek op de
“niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit onderhandelingen voorafgaand aan het
III. Toepasselijk recht B. Welk instrument?
• Welk recht onder Art. 12? Beginsel : art. 12 verwijst naar het “recht dat van toepassing is op de overeenkomst”
III. Toepasselijk recht C. Welk recht ?
• Beginsel onder Rome I : gekozen recht primeert
• Rechtskeuze garandeert dat emittent niet met toepassing van verschillende rechten geconfronteerd wordt
• Quid indien investeerder een consument is? • Bijzondere regeling in art. 6 Rome I – zeer
III. Toepasselijk recht C. Welk recht ?
• Evenwel : art. 6 § 4, lit. d : uitsluiting van “... rechten en verplichtingen waardoor de
voorwaarden voor de emissie, de openbare aanbieding of een overnamebod met
betrekking tot verhandelbare effecten... worden vastgelegd”
• Valt precontractuele aansprakelijkheid
hieronder? Zie overweging 29 Preambule
(“... alle relevante contractuele aspecten van een aanbod...”)
• Gevolg : financiële consument kan geen beroep doen op bescherming art. 6
IV. Slotsom
• Rechtszekerheid?
• Relatie investeerder - emittent:
– Forumbeding : wordt gehonoreerd, tenzij belegger 'passieve' consument is
– Rechtskeuze : wordt gehonoreerd, ook indien belegger consument is -