Bijlage 1: Schema overgangsmaatregelen m.b.t. uitoefenen van de psychotherapeutische behandelingen
(bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Psychotherapeut, https://www.health.belgium.be/nl/psychotherapeut [geconsulteerd op 10/11/2020])
60 / 62
Annexe 1 : Schéma des mesures transitoires concernant l'exercice des traitements psychothérapeutiques
(source : SPF Santé Public, Securité de la Chaine Alimentaire et Environnement, Psychothérapie, https://www.health.belgium.be/fr/psychotherapie [consulté le 10/11/2020])
61 / 62 Annexe 2 : droits acquis (sur la base des conclusions de l'arrêt de la Cour constitutionnelle – Arrêt 26/2018 du 1 mars 2018)
Bijlage 2: Verworven rechten (op basis van de besluiten van het arrest van het Grondwettelijk Hof - Arrest 26/2018 van 1 maart 2018)
Concernant les droits acquis :
« La loi du 10 juillet 2016 modifiant la LEPSS prévoit trois catégories de droits acquis pour les praticiens de la psychothérapie avec un titre LEPSS qui peuvent continuer d'exercer la psychothérapie de manière autonome :
1. Tous les diplômés qui ont terminé leurs études dans le courant de l'année académique 2015-2016, disposent d'un titre professionnel LEPSS, ont mené à bien une formation spécifique
en psychothérapie et peuvent fournir pour le 1er septembre 2018 au plus tard une preuve d'exercice de la psychothérapie ; » ().
2. Les étudiants qui ont entamé au 1er septembre 2016 ou entament au cours de l’année académique 2016-2017 une formation spécifique en psychothérapie, à condition qu’ils disposent d’un titre professionnel LEPSS et qu’ils achèvent avec succès la formation en psychothérapie.
3. Les étudiants qui ont entamé au 1er septembre 2016 ou entament au cours de l’année académique 2016-2017 une formation de base profession LEPSS de niveau bachelier au moins, à condition qu’ils terminent leur formation de base avec succès, qu’ils achèvent également avec succès la formation spécifique en psychothérapie (formation 70 ECTS à l'université ou dans une haute école) et qu’ils suivent un stage professionnel de deux ans d'exercice à temps plein.
Pour les professions non LEPSS, les mêmes catégories de droits acquis sont prévues. Les diplômés doivent disposer d'un titre professionnel non LEPSS de niveau bachelier au moins, ont suivi une
Met betrekking tot de verworven rechten :
“De wet van 10 juli 2016 tot wijziging van de WUG voorziet in 3 categorieën van verworven rechten voor beoefenaars van de psychotherapie met WUG-titel die de psychotherapie op autonome wijze mogen blijven beoefenen:
1. Alle afgestudeerden die in de loop van academiejaar 2015-2016 hun studies hebben beëindigd, over een WUG-beroepstitel beschikken, een specifieke opleiding
psychotherapie met vrucht hebben volbracht en uiterlijk op 1 september 2018 bewijs kunnen leveren van uitoefening van de psychotherapie;” ().
2. Studenten die op 1 september 2016 een specifieke opleiding in de psychotherapie hebben aangevat of tijdens het academiejaar 2016-2017 aanvatten op voorwaarde dat zij beschikken over een WUG-beroepstitel en de opleiding psychotherapie met vrucht afronden.
3. Studenten die op 1 september 2016 een basisopleiding WUG-beroep van minimaal bachelor niveau hebben aangevat of tijdens het academiejaar 2016-2017 aanvatten op voorwaarde dat zij hun basisopleiding met vrucht beëindigen, de specifieke opleiding psychotherapie (vorming 70 ECTS aan universiteit of hogeschool) eveneens met vrucht afronden en een professionele stage van 2 jaar voltijdse uitoefening volgen.
Voor niet-WUG-beroepen worden dezelfde categorieën van verworven rechten voorzien . De afgestudeerden moeten beschikken over een niet-WUG beroepstitel van minimaal bachelor niveau, hebben een opleiding in de psychotherapie gevolgd
62 / 62 formation en psychothérapie et doivent fournir pour le 1er septembre 2018 la preuve d'exercice de la psychothérapie. » Ils ne peuvent toutefois pas exercer la psychothérapie de manière autonome, mais uniquement sous supervision.
Si le besoin de soins du patient dépasse cependant le niveau de compétence, le praticien devra réorienter le patient. Cela découle de l'obligation d'orientation de l'art. 31/1 de la loi du 10/5/2015 : « Tout praticien d'une profession des soins de santé a la responsabilité de renvoyer son patient vers un autre prestataire de soins compétent en la matière lorsque le problème de santé nécessitant une intervention excède son propre domaine de compétence. » Cela implique donc l'obligation pour chaque praticien professionnel de renvoyer le patient vers un praticien professionnel compétent lorsqu'il/elle ne s'estime pas capable de continuer à aider le patient ou que le problème dépasse son domaine de compétence.
“la cour constitutionelle a jugé dans un arrêt du 17 mars que les personnes qui exerçaient déjà la psychothérapie le 1er septembre 2016, mais qui ne rentraient pas dans les conditions, peuvent continuer à exercer la psychothérapie sans conditions supplémentaires.”
en moeten op 1 september 2018 bewijs leveren van uitoefening van de psychotherapie.” Zij mogen de psychotherapie echter niet autonoom uitoefenen maar enkel onder supervisie.
Wanneer de zorgbehoefte van de patiënt echter het competentieniveau overstijgt, zal de zorgbeoefenaar de patiënt moeten doorverwijzen. Dit vloeit voort uit de doorverwijzingsplicht art.31/1 van de wet van 10/5/2015 : “Elke beoefenaar van een
gezondheidszorgberoep heeft de
verantwoordelijkheid om de patiënt te verwijzen naar een andere ter zake bevoegde beoefenaar van een gezondheidszorgberoep wanneer de gezondheidsproblematiek waarvoor een ingreep is vereist de grenzen van het eigen competentiegebied overschrijdt.” Dit impliceert dus dat iedere beroepsbeoefenaar verplicht is om een patiënt door te verwijzen naar een competente beroepsbeoefenaar wanneer hij/zij zich niet bekwaam acht om de patiënt verder te helpen of zijn competentiegebied te buiten gaat.
"Het Grondwettelijk Hof oordeelde in een arrest van 17 maart dat personen die op 1 september 2016 al psychotherapie uitoefenden, maar niet aan de voorwaarden voldeden, zonder verdere voorwaarden psychotherapie mogen blijven beoefenen.