• Aucun résultat trouvé

Consultation publique - Projet de 3ème Plan National de mise en œuvre de la convention de STOCKOLM sur les polluants organiques persistants : Belgique -2014-2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Partager "Consultation publique - Projet de 3ème Plan National de mise en œuvre de la convention de STOCKOLM sur les polluants organiques persistants : Belgique -2014-2018"

Copied!
3
0
0

Texte intégral

(1)

O eenkomstig artikel 205quater, §2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, mag het tarief dat voor het aanslagjaar wordt toegepast niet meer danéén percentpunt afwijken van het tarief dat voor het vorige aanslagjaar werd toegepast (0,237 pct.).

Dientengevolge bedraagt het tarief voor de aftrek voor risicokapitaal voor het aanslagjaar 20190,746 pct.en wordt dit tarief met inachtne- ming van artikel 205quater,§6, van hetzelfde Wetboek vastgesteld op 1,246 pct.voor vennootschappen die op grond van artikel 15,§§1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen voor het aanslagjaar 2019 als kleine vennootschappen worden aangemerkt.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

EN LEEFMILIEU

[C − 2018/13627]

Raadpleging van het publiek over het ontwerp voor een derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

Context van de raadpleging

Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 13 februari 2006 betref- fende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma’s in verband met het milieu zal van 20 september 2018 tot en met 19 november 2018 een raadpleging van het publiek plaatsvinden over het ontwerp voor een derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen.

Deze verplichting volgt uit het Verdrag betreffende de toegang tot informatie, de inspraak bij besluitvorming en de toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, doorgaans het Verdrag van Aarhus genaamd.

Door het publiek inspraak te geven bij de besluitvorming, komt de overheid te weten wat er bij de mensen over een bepaald milieupro- bleem leeft en kan het vóór de goedkeuring van de betrokken akte hiermee rekening houden.

Deze raadpleging wordt georganiseerd in het kader van de imple- mentatie van het onderdeel “Raadpleging van het publiek bij de procedure van het opstellen, wijzigen en herzien van plannen en programma’s betreffende het leefmilieu”van de wet van 13 februari 2006.

Het ontwerp voor een derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen moet niet onderworpen worden aan een milieueffectenbeoorde- ling. De analyse van de inhoud van het ontwerp plan laat het niet toe het plan te beschouwen als een plan dat het kader definieert voor het uitvoeren van toekomstige projecten.

Het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontrei- nigende stoffen (POP’s) van 22-23 mei 2001 verplicht de Partijen ertoe de opzettelijke productie en het gebruik van bepaalde chemische producten stop te zetten of te beperken en vrijgekomen producten afkomstig van de onopzettelijke productie van andere producten te beperken of te elimineren.

Na bekrachtiging van het Verdrag van Stockholm op 25 mei 2006 heeft België een Nationaal Implementatieplan uitgewerkt teneinde zijn verplichtingen ten opzichte van dit Verdrag van Stockholm overeen- komstig artikel 7,§1,a)van het Verdrag van Stockholm na te komen.

Lid c) van diezelfde paragraaf bepaalt dat iedere Partij haar uitvoe- ringsplan regelmatig herziet en actualiseert waar nodig en dit op een wijze die bij besluit door de Conferentie van de Partijen nader wordt bepaald.

De richtsnoeren voor het onderzoeken en het bijwerken van de nationale uitvoeringsplannen zijn gepreciseerd in de bijlage van het besluit SC-1/12 van de Conferentie van de Partijen. Volgens paragraaf 7 van die bijlage moeten de Partijen, in geval van wijzigingen van de verplichtingen van het Verdrag van Stockholm die voortvloeien uit wijzigingen van dat verdrag of van de bijlagen ervan, hun nationale uitvoeringsplan onderzoeken en bijwerken, en binnen een termijn van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van een wijziging, hun bijgewerkt plan aan de Conferentie van de Partijen voorleggen overeenkomstig lid b van paragraaf 1 van artikel 7 van het Verdrag.

In overeenstemming met de voornoemde regels, werd op 10 januari 2014 een update van het nationale implementatieplan werd gepubliceerd om rekening te houden met de amendementen die werden aangenomen op de 4e en 5e Conferentie van de Partijen.

Conformémentàl’article 205quater,§2, alinéa 2, du même Code, le tauxàappliquer au cours de l’exercice d’imposition ne s’écarte pas de plus d’un point du taux appliquéau cours de l’exercice d’imposition précédent (0,237 p.c.).

Par conséquent, le taux pour la déduction pour capitalàrisque est fixé à 0,746 p.c. pour l’exercice d’imposition 2019 et eu égard aux dispositions de l’article 205quater,§6, du même Code, ce taux estfixé à1,246 p.c.pour les sociétés qui, sur base de l’article 15,§§1erà6, du Code des sociétés, sont considérées comme petites sociétés pour l’exercice d’imposition 2019.

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE

ET ENVIRONNEMENT

[C − 2018/13627]

Consultation du public sur le projet de troisième plan national de mise enœuvre de la Convention de Stockholm sur les polluants organiques persistants

Contexte de la consultation

Conformémentà l’article 14 de la loi du 13 février 2006 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement etàla participation du public dans l’élaboration des plans et des programmes relatifs l’environnement, une consultation du public aura lieu du 20 septembre 2018 au 19 novembre 2018 inclus sur le projet de troisième plan national de mise enœuvre de la Convention de Stockholm sur les polluants organiques persistants.

Cette obligation découle de la Convention sur l’accèsàl’information, la participation au processus décisionnel et l’accèsàla justice en matière d’environnement, appelée plus communément Convention d’Aarhus.

Le fait de donner la possibilité au public d’intervenir dans le processus décisionnel permet notamment aux autorités publiques d’être informées sur les préoccupations du public à propos d’une thématique environnementale donnée et de pouvoir les prendre en considération avant l’adoption de l’acte concerné.

Cette consultation est organisée dans le cadre de la mise enœuvre du volet« Consultation du public lors de la procédure d’élaboration, de modification et de réexamen des plans et programmes relatifs à l’environnement»de la loi du 13 février 2006. Le projet de troisième plan national de mise enœuvre de la Convention de Stockholm sur les polluants organiques persistants ne doit pas faire l’objet d’uneévalua- tion des incidences sur l’environnement. En effet, l’analyse du contenu de ce projet de plan ne permet pas de le considérer comme un plan qui définit le cadre de mise enœuvre de projets ultérieurs.

La Convention de Stockholm sur les Polluants Organiques Persis- tants (POP) du 22-23 mai 2001 contraint les Partiesàla réduction ou l’élimination de la production et de l’utilisation intentionnelle de certains produits chimiques etàla réduction ou l’élimination de rejets résultant d’une production non intentionnelle d’autres produits.

Suiteàla ratification de la Convention de Stockholm, le 25 mai 2006, la Belgique a élaboré un Plan National de mise en œuvre afin de s’acquitter de ses obligations envers la présente Convention de Stockholm conformémentà l’article 7,§ 1er, a) de la Convention de Stockholm. L’alinéa c) de ce même paragraphe prévoit que chaque Partie se doit d’examiner et, le caséchéant, actualiser son plan de mise enœuvreàintervalles réguliers, selon des modalités spécifiées par la Conférence des Parties dans une décision prévueàcet effet.

Les directives pour l’examen et l’actualisation des plans de mise en œuvre sont précisées dans l’annexe de la décision SC-1/12 de la Conférence des Parties. Selon le paragraphe 7 de cette annexe, en cas de modifications des obligations de la Convention de Stockholm résultant d’amendementsàcette dernière ouàses annexes, les Parties doivent examiner et actualiser leur plan de mise enœuvre et, dans un délai de deux ans à compter de l’entrée en vigueur d’un amendementà son égard, transmettre leur plan actualisé à la Conférence des Parties conformément à l’alinéa b du paragraphe 1 de l’article 7 de la Convention.

Conformément aux règles précitées, une miseàjour du plan national de mise enœuvre aétérendue le 10 janvier 2014 afin de prendre en compte les amendements adoptés lors des 4ème et 5ème Conférence des Parties.

68804

BELGISCH STAATSBLAD—05.09.2018—MONITEUR BELGE

(2)

S hebben de zesde en de zevende Conferentie van de partijen plaatsgevonden en zijn er verschillende stoffen in de bijlagen van het verdrag opgenomen, namelijk hexabromocyclododecaan (HBCDD), hexachloorbutadieen (HCBD), pentachloorfenol (PCP) (en de zouten en esters daarvan), polychloor-naftalenen (PCN’s).

Daarom moet een herziening en aanpassing van ons nationale implementatieplan worden uitgevoerd om in onze analyse de nieuwe POP’s op te nemen die zijn opgenomen in de Bijlagen van het Verdrag van Stockholm. Deze aanpassing van het plan zal het ook mogelijk maken om vast te stellen welke wetgevende en technische vooruitgang op dit gebied is geboekt.

Het Verdrag van Stockholm betreft zogenaamd « gemengde » bevoegdheden, dit wil zeggen dat zowel de federale als de gewestelijke overheden bevoegd zijn om beslissingen te nemen in de materies bedoeld in het Verdrag van Stockholm. Bijgevolg is de uitwerking van het derde nationale implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen het resultaat van de samenwerking van de gewestelijke en federale overheden.

Het implementatieplan is dientengevolge een raamdocument dat is opgesteld in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden en dat ertoe strekt de gewestelijke en federale actieplannen beter te integreren en af te stemmen.

Het voorliggende ontwerp voor een derde implementatieplan geeft een geactualiseerd overzicht van de programma’s en acties op federaal en regionaal vlak met de bedoeling van een vermindering of zelfs de eliminatie van de productie en het opzettelijk gebruik van bepaalde chemische producten en de reductie of eliminatie van de emissies als gevolg van onbedoelde productie van andere producten.

Bekendmaking

De maatregelen om aan het ontwerp voor een derde implementatie- plan een zo ruim mogelijke ruchtbaarheid te geven en om de bevolking hierover te raadplegen, zijn vastgelegd in artikel 14 van de voornoemde wet van 13 februari 2006. Concreet zal de informatie over het houden van een raadpleging op volgende manieren bekend worden gemaakt:

- door een bericht in hetBelgisch Staatsblad;

- via de federale portaalsite www.belgium.be;

- via de nationale portaalsite www.aarhus.be;

- via de portaalsite van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ( w w w. c o n s u l t - l e e f m i l i e u . b e v o o r h e t N e d e r l a n d s e n www.consult-environnement.be voor het Frans);

- via de site van het Waals Gewest: http://environnement.wallonie.be;

- via de site van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid: https://www.omgevingvlaanderen.be;

- via de site van Leefmilieu Brussel: www.leefmilieu.brussels/ovs.

De raadpleging van het publiek

Gedurende de raadpleging die aanvangt op 20 september 2018 en eindigt op 19 november 2018, kan het ontwerp voor het derde nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen via het internet worden ingekeken op de portaalsite van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu:

h t t p : / / c o n s u l t - e n v i ro n n e m e n t . b e v o o r h e t F r a n s e n http://consult-leefmilieu.be voor het Nederlands.

Een papieren versie van het ontwerp van het derde nationale implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen zal gedurende dezelfde periode op aanvraag beschikbaar zijn. De aanvraag kan per post verstuurd worden naar het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheids- dienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu met op de omslag de vermelding«raadpleging POP’s»(adres: EURO- STATION, Victor Hortaplein 40, bus 10 te 1060 Brussel) of per mail verstuurd worden naar adly.manseri@environnement.belgique.be.

Iedereen die opmerkingen heeft met betrekking tot het ontwerp wordt verzocht die mee te delen aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Deze Federale Overheidsdienst zal instaan voor het bundelen van de ontvangen opmerkingen en voor het verspreiden ervan onder de bevoegde overheden. De opmerkingen moeten uiterlijk tegen 19 novem- ber 2018 worden ingediend:

- bij voorkeur per e-mail, met de vermelding“raadpleging POPs”

(e-mail adres: adly.manseri@environnement.belgique.be);

- of per post, met op de omslag de vermelding“raadpleging POPs”

(adres: EUROSTATION, Victor Hortaplein 40, bus 10 te 1060 Brussel).

De opmerkingen moeten duidelijk verwijzen naar de titel of het specifieke onderdeel van het ontwerp waarop ze betrekking hebben.

Depuis lors, les 6ème et 7ème Conférences des Parties ont eu lieu et ont aboutiàl’inclusion de plusieurs substances dans les Annexes de la Convention,àsavoir l’hexabromocyclododécane (HBCDD), l’hexachlo- robutadiène (HCBD), le pentachlorophénol (PCP) (ainsi que ses sels et ses esters), les polychloronaphtalènes (PCN).

Une révision et une adaptation de notre plan national de mise en œuvre doivent dès lorsêtre entreprises afin d’intégrerànotre analyse les nouveaux POP inclus dans les Annexes de la Convention de Stockholm. Cette adaptation du plan permettraégalement d’identifier les progrès législatifs et techniques qui ontétéfaits dans ce domaine.

La Convention de Stockholm concerne des compétences dites

« mixtes», c’est-à-dire que tant les autorités fédérales que régionales sont compétentes pour prendre des décisions dans les matières visées par la Convention de Stockholm. Par conséquent, l’élaboration du troisième plan national de mise en œuvre de la Convention de Stockholm sur les polluants organiques persistants est le fruit de la collaboration des autorités régionales et fédérales.

Le plan de mise enœuvre est de ce fait un document cadre conçu en étroite collaboration avec différents acteurs et visant à renforcer l’intégration et l’ajustement des plans d’action régionaux et fédéraux.

Le présent projet de troisième plan national de mise enœuvre brosse un tableau actualisédes programmes et actions aux niveaux fédéral et régional, visant la réduction, voire l’élimination de la production et de l’utilisation intentionnelle de certains produits chimiques et la réduc- tion ou l’élimination de rejets résultant d’une production non inten- tionnelle d’autres produits.

Annonce

Les mesures permettant de donner au projet de troisième plan de mise enœuvre la notoriétéla plusétendue possible et de consulter la population sur ce sujet ontété fixées par l’article 14 de la loi du 13 févier 2006 visée supra. Concrètement, l’information sur la tenue de la consultation se fera par les moyens de communication suivants :

- par avis auMoniteur belge;

- sur le site du portail fédéral www.belgium.be ; - sur le site du portail national www.aarhus.be ;

- sur le site portail du Service Public Fédéral SantéPublique, Sécurité

de la Chaîne Alimentaire et Environnement

( w w w. c o n s u l t - e n v i ro n n e m e n t . b e p o u r l e f r a nça i s e t www.consult-leefmilieu.be pour le néerlandais) ;

- sur le site de la Région wallonne : http://environnement.wallonie.be ; - sur le site du Département Environnement du Gouvernement flamand : https://www.omgevingvlaanderen.be;

- sur le site de Bruxelles Environnement : www.environnement.brussels/pop.

Consultation du public

Durant la période de consultation, qui débute le 20 septembre 2018 et se termine le 19 novembre 2018, le projet de troisième plan national de mise en œuvre de la Convention de Stockholm sur les polluants organiques persistants peutêtre consultévia internet sur le site portail du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne Alimentaire et Environnement : http://consult-environnement.be pour le français et http://consult-leefmilieu.be pour le néerlandais.

Une version papier du projet de troisième plan national de mise en œuvre de la Convention de Stockholm sur les polluants organiques persistants sera disponible sur demande durant la même période. La demande peut être adressée par voie postaleà la Direction générale Environnement du Service public fédéral Santépublique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement en mentionnant sur l’enveloppe

«consultation POP»(adresse : EUROSTATION, place Victor Horta 40, boîte 10 à 1060 Bruxelles) ou par voie électronique à adly.manseri@environnement.belgique.be.

Toute personne qui a des remarques concernant le projet est invitéeà les communiquer au Service public fédéral Santépublique, Sécuritéde la Chaîne Alimentaire et Environnement qui se chargera de collecter les remarques et de les distribuer aux autorités compétentes fédérales et régionales concernées. Les remarques doivent parvenir au plus tard le 19 novembre 2018 :

- de préférence par e-mail, en mentionnant« consultation POP » (adresse e-mail : adly.manseri@environnement.belgique.be) ;

- ou par voie postale en mentionnant sur l’enveloppe«consultation POP »(adresse : EUROSTATION, Place Victor Horta n°40, boîte 10à 1060 Bruxelles).

Les remarques doivent spécifier clairement le titre ou passage spécifique du projet auquel elles se rapportent.

68805

BELGISCH STAATSBLAD—05.09.2018—MONITEUR BELGE

(3)

Overeenkomstig artikel 15 van de wet van 13 februari 2006 betref- fende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma’s in verband met het milieu zullen de federale en gewestelijke overheden na afloop van de raadpleging van het publiek de ontvangen opmerkingen en adviezen onderzoeken en er rekening mee houden. De interministeriële confe- rentie over het leefmilieu zal dan het derde nationale uitvoeringsplan voor het Verdrag van Stockholm goedkeuren.

Overeenkomstig artikel 16 van de wet van 13 februari 2006 betref- fende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma’s in verband met het milieu zullen het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheids- dienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest en het Vlaams Gewest een gemeenschappelijke verklaring opstellen die samenvat hoe rekening werd gehouden met de inspraak van het publiek in uitvoering van artikel 14.

Na goedkeuring door de Interministeriële Conferentie Leefmilieu zullen het derde nationale implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen en de voornoemde verklaring worden bekendgemaakt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad en worden bezorgd aan het secretariaat van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Stockholm.

Het plan en de verklaring zullen eveneens integraal beschikbaar zijn op de portaalsite van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu www.consult-leefmilieu.be/www.consult-environnement.be en via www.belgium.be, alsook op de sites van de Ministeries van leefmilieu van de Gewesten, met name:

- http://environnement.wallonie.be voor het Waals Gewest;

- https://www.omgevingvlaanderen.be voor het Vlaams Gewest;

- http://www.leefmilieu.brussels/ovs voor het Brussels Hoofdstede- lijk Gewest.

*

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

[C − 2018/13567]

Werving van gerechtelijke stagiairs (Gerechtelijk jaar 2018-2019) Oproep tot de kandidaten.—Inschrijvingsprocedure langs elek- tronische weg

Bij toepassing van de artikelen 259bis-9 en 259bis-10 van het Gerechtelijk Wetboek, zullen de Nederlandstalige en Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissies van de Hoge Raad voor de Justitie overgaan tot de organisatie van het vergelijkend toelatingsexa- men tot de gerechtelijke stage.

Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage is bedoeld om de voor de uitoefening van het ambt van magistraat noodzakelijke maturiteit en bekwaamheid te beoordelen (arti- kel 259bis-9 van het Gerechtelijk wetboek).

De kandidaturen dienen uiterlijk op 5 oktober 2018 om 12u00 (’s middags), en dit enkel langs elektronische weg, ingediend te worden via de website van de Hoge Raad voor de Justitie (www.hrj.be, zie het inschrijvingsformulier onder de rubriek“zich inschrijven voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage”).

Bij het doorlopen van de inschrijvingsprocedure moeten de kandi- daten vermelden voor welke materie zij kiezen, keuze die geldt voor zowel het schriftelijk deel als voor het mondelinge deel van het examen.

De kandidaten hebben de keuze uit de volgende materies:

—burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht;

—strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht.

Het schriftelijk deel zal plaatsvinden op zondag 25 november 2018.

Het mondelinge deel zal begin 2019 plaatsvinden.

Bij de kandidaatstelling dienen, op straffe van onontvankelijkheid, de volgende stukken en inlichtingen te worden meegedeeld:

—het standaardcurriculum vitaevan de Hoge Raad voor de Justitie (zie het formulier dat kan gedownload worden via de website www.hrj.be, onder de rubriek“loopbaan/examens”);

Suivi

Conformémentà l’article 15 de la loi du 13 février 2006 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement etàla participation du public dans l’élaboration des plans et des programmes sur l’environnement, les autorités fédérales et régionales examineront et prendront en considération,àl’issue de la consultation du public, les avis et observations reçus. La Conférence interministérielle de l’environnement approuvera alors le troisième plan national de mise enœuvre de la Convention de Stockholm.

Conformémentà l’article 16 de la loi du 13 février 2006 relative à l’évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l’environnement etàla participation du public dans l’élaboration des plans et des programmes relatifs l’environnement, la Direction générale Environnement du Service public fédéral Santépublique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement, la Région Bruxelles-Capitale, la Région flamande et la Région wallonne arrêteront une déclaration commune résumant la manière dont la participation du public effectuée en application de l’article 14 aétéprise en considération.

Après approbation par la Conférence interministérielle de l’environ- nement, le troisième plan national de mise enœuvre de la Convention de Stockholm sur les polluants organiques persistants et la déclaration visée supra seront publiés par extrait auMoniteur belgeet transmis au secrétariat de la Conférence des Partiesàla Convention de Stockholm.

Le plan ainsi que la déclaration serontégalement accessibles dans leur entièretésur le site portail du service public fédéral Santépublique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement www.consult-environnement.be/www.consult-leefmilieu.be et via www.belgium.be, ainsi que sur les sites régionaux des Ministères de l’environnement,àsavoir :

- http://environnement.wallonie.be en ce qui concerne la Région wallonne ;

- https://www.omgevingvlaanderen.be en ce qui concerne la Région flamande ;

- http://www.environnement.brussels/pop pour la Région Bruxelles- Capitale.

CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE

[C − 2018/13567]

Recrutement de stagiaires judiciaires (année judiciaire 2018-2019) Appel aux candidats.—Procédure d’inscription par voieélectronique

En application des articles 259bis-9 et 259bis-10 du Code judiciaire, les commissions de nomination et de désignation francophone et néerlan- dophone du Conseil supérieur de la Justice procéderontàl’organisation du concours d’admission au stage judiciaire.

Le concours d’admission au stage judiciaire viseà évaluer la maturité et la capacité nécessaires à l’exercice de la fonction de magistrat (article 259bis-9 du Code judiciaire).

Les candidatures doivent être introduites au plus tard le 5 octo- bre 2018à12h00 (midi), exclusivement par voieélectroniquevia le site web du Conseil supérieur de la Justice (www.csj.be, voir le formulaire d’inscription dans la rubrique«s’inscrire au concours d’admission au stage judiciaire»).

Lors de leur inscription, les candidats doivent mentionner la matière choisie qui vaudra tant pour la partieécrite que pour la partie orale du concours.

Les candidats peuvent choisir parmi les matières suivantes :

—le droit civil, y compris le droit judiciaire ;

—le droit pénal, y compris la procédure pénale.

La partieécrite sera organisée le samedi 24 novembre 2018.

La partie orale sera organisée début 2019.

La candidature doit, sous peine d’irrecevabilité, être accompagnée des pièces et renseignements suivants:

—lecurriculum vitaestandardétabli par le Conseil supérieur de la Justice (voir le formulaire sur le site www.csj.be, dans la rubrique

«carrière/examens») ;

68806

BELGISCH STAATSBLAD—05.09.2018—MONITEUR BELGE

Références

Documents relatifs

La Convention de Bâle sur le contrôle des mouvements trans- frontières de déchets dangereux et leur élimination définit le concept de "gestion éco!ogiquement

Cette intervention, consacrée à la revivification de la langue arabe par une approche plurilingue, sera étayée par le biais de deux cas d’étude, l’un se rapportant

5 Loi du 13 février 2006 relative à l'évaluation des incidences de certains plans et programmes sur l'environnement et à la participation du public dans

En vue d'assurer aux représentants des Etats membres auprès des organes principaux et subsidiaires, et des Commissions spécialisées de l'Organisation de l'Unité Africaine et

Les teneurs observées sont exprimées en pg TEQ/g de matière grasse pour l’ensemble des matrices, sauf pour les produits de la pêche où elles sont exprimées en poids frais..

L’art. 10 des décret et ordonnance conjoints prévoit que « Bruxelles Environnement publie sur son site internet les textes des traités, conventions et accords internationaux, ainsi

Énumérer les mesures législatives, réglementaires et autres prises en vue d’appliquer les dispositions de l’article 6 concernant la participation du public aux

• HAP (16 d’EPA) : Il s’agit de substances ‘omniprésentes’ dans les eaux de surface, détectées dans la colonne d’eau à 76% des mesures réalisées et également