Journée d’étude – 16 mai 2014
Histoire, archives et psychiatrie :
Quelles perspectives pour la Belgique ?
Geschiedenis, archieven en psychiatrie : wat zijn de perspectieven in België ?
Studiedag – 16 mei 2014
2 1
Histoire, archives et psychiatrie : Quelles perspectives pour la Belgique ?
Cette journée vise à souligner l’importance d’un questionnement commun et public sur l’histoire de la psychiatrie et sur le sort à réserver aux archives du secteur de la santé mentale. Concrètement il s’agit, d’une part, d’établir un « panorama » des recherches en cours en histoire de la psychiatrie en Belgique et, d’autre part, de poser la question délicate du traitement des archives des institutions psychiatriques en Belgique. Ces deux objectifs ont une résonance particulière à l’heure où l’histoire de la psychiatrie connait un renouveau incontestable et où les questions de protection de la vie privée et du secret médical, aussi légitimes soient-elles, tendent à primer sur la liberté de la recherche.
Au niveau international, l’histoire de la psychiatrie s’est remarquablement développée au cours de ces trente dernières années. C’est qu’au-delà du traitement réservé et souvent imposé aux personnes taxées de « folie », les modes d’exclusion et de prise en charge des
« aliénés » se révèlent particulièrement révélateurs des normes et des marges qu’une société tend à définir. Cette approche sociétale de la psychiatrie s’est récemment doublée d’une étude plus concrète des pratiques curatives et du quotidien des malades et donc, d’une meilleure connaissance des populations soignantes et soignées, des patients et des rapports thérapeutiques.
En Belgique, l’histoire de la psychiatrie en est à ses balbutiements mais connaît de récents développements tant dans les universités francophones que flamandes ; elle suppose de dépasser l’analyse des textes théoriques au profit des sources sur les pratiques psychiatriques. Si quelques travaux ont ouvert le champ de recherche (entre autres Nys et al. 2002, Missa 2006, Majerus 2013), de nombreuses questions restent à explorer ou à généraliser à l’ensemble du pays, comme les liens entre initiatives publiques et privées, les discours et pratiques thérapeutiques, la formation et la spécialisation des professionnels de la santé mentale, les rapports entre certains milieux sociaux et la psychiatrisation. Une telle généralisation suppose de multiplier les études locales, comme en témoigne une série de recherches récentes. Pour l’historien, il est indispensable de continuer à ouvrir et développer ce champ de recherche, ce qui n’est possible que par une collaboration avec les institutions productrices d’archives.
Une fois lancés sur leur terrain d’investigation, les chercheurs sont confrontés à d’importantes difficultés liées à l’accessibilité d’archives qui s’explique par le caractère privé des institutions et de la documentation ou par le secret médical. Comment faciliter la communication avec les institutions psychiatriques privées ? Ces dernières abritent des mines d’information dans leurs archives : registres, dossiers des patients, archives administratives, documents iconographiques voire objets. Face à cette documentation, elles sont en droit de se poser des questions : que faire des archives qui dorment dans les institutions ? Quels sont les champs de recherche encore à explorer grâce à elles ? Est-il utile de se pencher sur un passé parfois difficile et déjà malmené par certains historiens (antipsychiatrie) ?
Cette journée vise à donner la parole à des
- chercheurs qui feront état de leurs projets dans le domaine de l’histoire de la psychiatrie et de leur utilisation des archives qui y sont liées
- responsables des institutions psychiatriques qui gèrent l’accès et le traitement d’une telle documentation
- archivistes qui mettent en place les modalités qui garantissent à la fois liberté de la recherche et protection de la vie privée.
Geschiedenis, archieven en psychiatrie : wat zijn de perspectieven in België ?
Deze dag heeft als doel de gemeenschappelijke en publieke bevraging over de geschiedenis van de psychiatrie te benadrukken en het lot van de archieven in de gezondheidssector te bespreken. Concreet betekent dit aan de ene kant, de opstelling van een “panorama” over de huidige onderzoeken over de geschiedenis van de psychiatrie. Aan de andere kant zal men ook proberen de ‘delicate’ vraag te stellen wat er met de bronnen in de psychiatrische instellingen in België gedaan moet worden. Deze twee doelstellingen hebben een bijzondere weerklank in een periode waarin de geschiedenis van de psychiatrie een duidelijk heropleving meemaakt en waarin de bescherming van de privacy en de medische vertrouwelijkheid, hoe legitiem ze ook zijn, primeren boven de vrijheid van onderzoek.
Op internationaal niveau is de geschiedenis van de psychiatrie de laatste dertig jaar enorm gegroeid. Niet alleen het vaak opgelegde lot van de mensen die belast worden met het woord “waanzinnig”, maar ook de vormen van opsluiting en de verschillende types van behandeling voor deze ‘krankzinnigen” zijn vaak onthullend over de normen de marges die een maatschappij probeert te definiëren. Deze sociale benadering van de psychiatrie gaan sinds kort samen met een meer concrete studie van de geneespraktijken en het alledaagse leven van de zieken. Dit zorgt bijgevolg voor een beter begrip van de patiënten, de zorgkundigen en de therapeutische interacties.
In België is de geschiedenis van de psychiatrie nog in kinderschoenen, maar het heeft niettemin recente ontwikkelingen meegemaakt in zowel de Vlaamse als de Franstalige universiteiten. Deze overschrijdt de analyse van theoretische teksten ten voordele van het bestuderen van de psychiatrische praktijken. Sommige werken hebben het studiegebied opengesteld (Nys et al. . 2002 Missa in 2006 , Majerus 2013), maar sommige vragen moeten nog onderzocht of veralgemeend worden over het hele land. Vragen naar de band tussen openbare en particuliere initiatieven, de toespraken en de therapeutische praktijken, de opleiding en de specialisatie van professionelen in de geestelijke gezondheidszorg, de relatie tussen bepaalde sociale groepen en psychiatrische behandelingen. Veralgemening impliceert dus een versterking van lokale studies, zo blijkt uit een reeks recente onderzoeken. Voor de historicus is het essentieel om dit onderzoeksveld verder open te stellen en te onderzoeken, mits een samenwerking met de instituties die deze archieven produceren, zonder wie dit onmogelijk zou zijn.
Een keer ingedompeld in hun studie, worden heel wat onderzoekers geconfronteerd met belangrijke uitdagingen met betrekking tot de toegankelijkheid van de archieven. Dit is te wijten aan het privékarakter van zowel de eigenaars, de inhoud en de medische vertrouwelijkheid. Hoe kan men de communicatie met deze private psychiatrische instellingen bevorderen? Deze beschikken over grote massa’s informatie in hun archieven:
registers, patiëntendossiers, administratieve gegevens, iconografisch materialen of objecten.
Geconfronteerd met zulke informatie, hebben zij het recht om vragen te stellen: Wat voor type bronnen rusten er nog in de instellingen? Wat zijn de verschillende onderzoekgebieden die nog moeten/kunnen bestudeerd worden met deze bronnen? Is het nuttig om zich te buigen over zo’n moeilijk verleden die soms al misbruikt is geweest door historici (antipsychiatrie)?
Deze dag heeft als bedoeling stem te geven aan :
- Onderzoekers die de stand van hun projecten op het gebied van de geschiedenis van de psychiatrie zullen voorstellen en het gebruik van de archiefdocumenten die hierbij verbonden zijn.
- Verantwoordelijken van zulke instellingen die de toegang en de verwerking van dergelijke documentatie beheren.
- Archivarissen die de regelingen vastleggen die zowel vrijheid van onderzoek als de bescherming van privacy garanderen.
Cet événement est organisé conjointement par :
Benoît Majerus, Université du Luxembourg
Veerle Massin, CHDJ, Université catholique de Louvain Anne Roekens, Université de Namur
Xavier Rousseaux, CHDJ, Université catholique de Louvain
Avec le soutien du FRS-FNRS et du Pôle d’Attraction Interuniversitaire IAP
“Justice & Populations”.
Pour une proposition d’intervention ou une demande de participation, vous pouvez contacter, avant le 30 décembre 2013 :
Anne Roekens : anne.roekens@unamur.be Veerle Massin : veerle.massin@uclouvain.be
Le programme définitif sera communiqué en janvier 2014.
La journée « Histoire, archives et psychiatrie : quelles perspectives pour la Belgique » se déroulera le 16 mai 2014 à l’Espace Léon Cassiers de l’Hôpital psychiatrique du Beau Vallon (Namur).
